Hoe ondernemers profiteren van zonne-energie zonder investering

De voordelen van zonne-energie zijn evident. De forse investering in zonnepanelen en de lange terugverdientijd maken de aanschaf voor bedrijven echter minder vanzelfsprekend. Investeringsmaatschappij Maas Capital – een ABN AMRO-dochter – bedacht daarom samen met ontwikkelaar van zonne-energieprojecten SolarAccess een plan. Ze leggen de daken van bedrijven vol met zonnepanelen, de bedrijven betalen niet voor het bezit van de panelen, maar voor het gebruik ervan. De joint venture regelt onder andere de plaatsing en het onderhoud. Bedrijven betalen voor de door de zon opgewekte energie iets minder per kWh dan het markttarief. De korting wisselt per bedrijf en is onder meer afhankelijk van het eigen energiegebruik, de oppervlakte van het dak en de locatie.

Niet zelf investeren

Heineken was in 2013 de eerste die aan de regeling meedeed. Door een overheidssubsidie is deze nu voor veel meer bedrijven interessant. Onder andere Ben Kras van Kras Recycling in Volendam tekende de intentieverklaring. Voor de ondernemer een stap in de verdere verduurzaming van de onderneming. ‘Als de zonnepanelen straks in augustus worden aangesloten bovenop onze vier bedrijfspanden, is onze onderneming energieneutraal.’ Al eerder koos Kras voor LED-verlichting en een elektrisch aangedreven wagenpark. Hij noemt de regeling “te aantrekkelijk om te laten lopen”. ‘In het verleden hebben we overwogen zelf te investeren in zonnepanelen, maar besloten dat uit concurrentieoverwegingen niet te doen. De lange terugverdientijd van de investering brengt te veel onzekerheid met zich mee.’ De regeling van Maas Capital en Solar Access heeft een looptijd van 16 jaar. Kras: ‘Op dat moment zijn de panelen mijn eigendom. In theorie kunnen de panelen dan nog tien jaar mee.’

Lage kosten

In principe is de subsidie van het Ministerie van Economische Zaken voor het opwekken en leveren van zonne-energie voor iedere ondernemer beschikbaar. Het aanbod van Maas Capital en SolarAccess is aantrekkelijk omdat de joint venture de subsidieaanvraag regelt evenals de plaatsing en het onderhoud van de zonnepanelen. De bank wil hiermee zakelijke klanten helpen om een positieve bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de wereld. Door eigen stroom op te wekken, verlagen de ondernemers bovendien op termijn hun energiekosten. Bedrijven met grote daken met een oppervlakte van minimaal 5.000 m2 komen in aanmerking.

Groot pand

Voor algemeen-directeur Louis Sciarli van afvalverwerker Vliko kwam de regeling precies op het juiste moment. Het bedrijf bracht verschillende bedrijfsonderdelen vorig jaar onder in één groot bedrijfspand in Zoeterwoude. Eerdere investeringen in LED-verlichting en elektrische heftrucks verlagen het energieverbruik. Als straks de panelen op het dak liggen wordt in de volledige jaarlijkse energiebehoefte van de afvalverwerker van circa 250.000 kWh voorzien. Sciarli: ‘We zijn in staat om volledig energieneutraal te werken. We hebben duurzaamheid hoog in het vaandel en gezien de kosten zagen we geen reden om het niet te doen.’

Duurzame broodzak

Voor familiebedrijf Kivo Plastic Verpakkingen in Volendam sloot de regeling aan bij de bedrijfsmissie. Het bedrijf wil haar belangrijkste product, de plastic broodzak, namelijk zo duurzaam mogelijk maken. Eigenaar-directeur Robert Kwakman: ‘Flexibel plastic heeft een slecht imago in de markt. Alles wat bijdraagt aan de verdere verduurzaming van ons product pakken we aan. Door de zonnepanelen kunnen we de broodzakken straks energieneutraal produceren.’ Kwakman keek kritisch naar de kosten en voorwaarden. ‘De kosten per kWh zijn lager dan de marktprijs, dat is voor ons belangrijk want de concurrentie binnen de sector is groot.’ De ondernemer wist na het tekenen van de intentieverklaring ook zijn folieleverancier en de distributeur te overtuigen zonnepanelen te laten plaatsen. Door het benadrukken van het milieubelang, de prijs en de voorwaarden (het is geen investering en hoeft niet op de balans) trok hij hen over de streep. ‘Zo wordt onze keten telkens een beetje duurzamer.’