Energy Transition Fund zet slimme innovaties in stroomversnelling

News article
28 januari 202101:00
Nieuwsbrief duurzaam bankieren

Via het Energy Transition Fund (ETF) investeert ABN AMRO met eigen geld in bedrijven en projecten die de energietransitie versnellen. In december kocht het fonds een belang van 34 procent in het Deense Fiberline Composites, dat componenten van carbon en glasvezel produceert voor lichtere en sterkere bladen van windturbines. De extra kapitaalinjectie is voor bedrijven niet de enige toegevoegde waarde van het fonds, vertellen Pieter Smit en Gijs Romer.

Het Energy Transition Fund is in 2018 door ABN AMRO opgericht. Het fonds heeft ruim 200 miljoen euro tot zijn beschikking en richt zich daarmee op vier pijlers: duurzame energie, energie-efficiëntie, schone mobiliteit en slimme netwerken.

De bedrijven waarin het fonds investeert, profiteren niet alleen van een extra kapitaalinjectie, maar ook van de kennis en het netwerk van ABN AMRO. De bank levert bijvoorbeeld leden voor de raad van commissarissen, ondersteuning bij onder meer strategische besluitvorming, en het aantrekken van financiering. Sinds de oprichting zijn er twaalf investeringen gedaan. De participaties variëren doorgaans van 10 tot 25 miljoen euro per onderneming.

Lichtgewicht windmolens

De strategie van ABN AMRO is er op gericht samen met haar klanten verduurzaming te realiseren. ”Door ook zelf te investeren in bedrijven die de energietransitie versnellen, kunnen we deze markt nog een extra zetje geven. Daarom investeren we in bedrijven waarbij we duurzame groei kunnen ondersteunen”, vertelt Pieter Smit, Investment Director van het Energy Transition Fund. “Tegelijkertijd zijn we op zoek naar financieel rendement. We zijn niet het type impact-investeerder voor wie rendement op de tweede plaats komt, nee – impact en rendement staan bij ons op gelijke voet.”

Het fonds investeert uitsluitend in bedrijven die voor minimaal 50 procent actief zijn in de energietransitie. Dat varieert van ondernemingen in het opwekken van hernieuwbare energie, tot projecten op het gebied van warmte-opslag of het verbeteren van de infrastructuur van laadpalen. De nieuwste toevoeging aan het fonds is Fiberline Composites, een Deense fabrikant van componenten van carbon en glasvezel, wat het blad van windturbines lichter en sterker maakt.

“Windturbines worden steeds hoger en de bladen langer. Die moeten worden versterkt om te voorkomen dat de bladen te ver doorbuigen. Carbon- en glasvezelcomponenten van Fiberline Composites worden gebruikt in de bladen, en maken ze zowel lichter als sterker”, verklaart Investment Associate Gijs Romer. “Als bladen lichter worden, wordt de kracht op de toren en de turbine lager. Daardoor is minder materiaal nodig op andere onderdelen van de windturbine voor dezelfde energieproductie, en gaat de kostprijs van windenergie omlaag.”

Stap voorwaarts

Het innovatieve bedrijf past daarmee perfect bij de strategie van ABN AMRO en het Energy Transition Fund. Fiberline Composites heeft de omzet de afgelopen drie jaar zien verdriedubbelen en verwacht die prestatie de komende vijf jaar nog eens te herhalen, met ABN AMRO als partner.

Pieter: “Dit is een bijzondere transactie voor ons omdat we nog geen posities hadden in de leveranciersketen van de windsector. We hebben een sterke toevoeging kunnen doen aan de raad van commissarissen, met kennis van de sector. Dat maakt onze deelname tot een grote stap voorwaarts voor het bedrijf. Het draait namelijk niet alleen om geld. De toegevoegde waarde zit in onze sectorkennis en het openstellen van ons netwerk. Voor de betrokken bedrijven werkt dat heel prettig.”

Het fonds kijkt nadrukkelijk verder dan alleen het duurzame einddoel van een product. Gijs: “Als een bedrijf bijdraagt aan de energietransitie, dan is men geneigd om dat bedrijf als duurzaam te bestempelen. Maar hoe duurzaam is de waardeketen eigenlijk? Hoe duurzaam is het materiaalgebruik? Daar kijken wij ook naar. Zo is Fiberline Composites betrokken bij verschillende duurzaamheidsprojecten met thema’s als impact en materiaalreductie. Het bedrijf produceert op groene stroom en werkt hard om afvalstromen te minimaliseren.”

Toegevoegde waarde

Participatie in een bedrijf wordt meestal aangegaan voor een periode van ongeveer vijf tot zeven jaar, al is er volgens Pieter geen sprake van een ‘harde exit-strategie’. “Sommige sectoren groeien al met 10 tot 30 procent per jaar”, zegt Gijs. “Groei is dus op zichzelf niet de uitdaging. Bij dergelijke groei wordt het een uitdaging om focus aan te brengen. Dat doen wij door prioriteiten te stellen. Bovendien kunnen wij van toegevoegde waarde zijn bij middelgrote, snelgroeiende bedrijven op het gebied van professionalisering. Bij Fiberline Composites is dat bijvoorbeeld internationale uitbreiding van fabrieken, om dichter bij de fabrieken van haar klanten te zitten. Zo helpen wij duurzame ondernemingen extra waarde te creëren en impact te realiseren.”

  • Delen via LinkedIn
  • Delen via Facebook
  • Delen via X
  • Delen via Mail