ABN AMRO helpt zeevaart langzaam maar zeker verduurzamen
De scheepvaart staat de komende jaren voor de opdracht de wereldwijde vloot te verduurzamen. ABN AMRO helpt de sector hierbij. Niet alleen met passende financiering, maar ook door innovatie te stimuleren, waarmee schepen nu al schoner en zuiniger kunnen varen.
Tegenwoordig wordt 90 procent van de wereldwijd verhandelde goederen per schip vervoerd. Uitgedrukt in hoeveelheid CO2-uitstoot per ton vracht is zeetransport een van de duurzaamste manieren om vracht te vervoeren. Zeker in vergelijking met wegtransport en vliegvervoer. Daarbij is de scheepvaart verantwoordelijk voor slechts 3% van alle CO2-emissies wereldwijd.
In absolute zin zijn zeeschepen echter vervuilend. Vrachtschepen varen meestal op zware stookolie, een bijproduct van de productie van benzine en gas. Bij de verbranding komen CO2 en zwavel vrij. Er zijn verschillende innovaties waarmee schepen veel schoner kunnen varen. Het gaat echter om behoorlijke investeringen. Als grotere financier in de scheepvaartsector wil ABN AMRO een rol spelen in de transitie van de sector naar emissievrij varen. “Uiteindelijk moeten onze klanten hun CO2 -uitstoot afvangen en overstappen op alternatieve brandstoffen willen ze voldoen aan de netto-nul ambities die internationaal zijn gesteld,” aldus Anastassia Tcherneva, hoofd Shipping Clients bij ABN AMRO. “Met onze klanten kijken we naar de mogelijkheden om hun schepen te verduurzamen. Het gaat hierbij om de grootste rederijen van Europa, dus ik geloof zowel in hun serieuze bedoelingen als in de positieve impact die we samen kunnen maken.”
Datagedreven bank voor de duurzame scheepvaart
“De ambitie die wij als ABN AMRO hebben, is om een toonaangevende datagedreven bank voor de scheepvaart te worden,” zegt Anastassia. “Om dit te bereiken moeten we samenwerken met het hele ecosysteem, inclusief andere banken zoals wij.” De huidige ambities van ABN AMRO komen overeen met de eisen van de Internationale Maritieme Organisatie van de VN (IMO), waarin staat dat de CO2-emissies in 2050 met de helft moeten zijn teruggebracht. Intussen is de IMO echter bezig de verduurzaming te versnellen. Er ligt een plan om de reikwijdte van de richtlijn uit te breiden, zodat alle emissies vanaf de oliebron tot de uitlaat van het schip meetellen (well to wake). De nieuwe richtlijn gaat naar verwachting vanaf 2026 gelden. In de aanloop hiernaar wordt gekeken naar transitiepaden en randvoorwaarden, zoals de beschikbaarheid van alternatieve emissievrije of -arme brandstoffen.
Ambitieuze doelstellingen
“Dit zijn ambitieuze doelstellingen,” vindt Florin Boros, Senior Director Lending Shipping bij ABN AMRO. “Zeeschepen gaan ongeveer 20 jaar mee en kosten tientallen miljoenen. Je kun dus niet van de ene op de andere dag al deze schepen vervangen door duurzamere exemplaren. Dat zou kapitaalvernietiging zijn. Bovendien kost het bouwen van een nieuw schip ook een paar jaar.” Florin legt uit dat rederijen nu in actie moeten komen om de targets te halen. Bijvoorbeeld door te investeren in verduurzaming van bestaande schepen. Met een zogenaamde retrofit worden de scheepsmotoren aangepast om te draaien op een alternatieve brandstof, die de schadelijke uitstoot substantieel beperkt.
Schaalbare technologieën
Verduurzamen is voor rederijen onontkoombaar. Dit komt deels door de steeds strengere regels. Zo moeten rederijen die nu nog op zware stookolie varen speciale filtersystemen (scrubbers) op hun schepen installeren. Daarmee wordt zwaveldioxide uit de uitlaatgassen gewassen. Florin: “Vanaf dit jaar vallen de allergrootste schepen met een laadcapaciteit van 5000 GT (schepen met het grootste volume boven- en benedendeks, red.) ook onder het Europese Emissiehandelssysteem ETS. Ze moeten dus emissierechten kopen om in de EU CO2 uit te stoten.” Anastassia is hier blij mee. “Dit handelssysteem werkt sinds de oprichting nog niet perfect, maar ik zie het als een stap in de goede richting. Intussen moet en zal de markt verder werken aan schaalbare technologieën voor CO2-afvang en inkoop van alternatieve brandstoffen. De richting waar we heen moeten is wel duidelijk, maar onderweg zijn publiek-private samenwerking, investeringen en voor iedereen toegankelijk onderzoek hard nodig.”
Financiering
ABN AMRO helpt ondernemingen in deze sector te verduurzamen. Onder andere met passende financiering. Florin: “We bieden financiering tegen aantrekkelijke voorwaarden aan, waarbij de onderneming een deel van de lening moet gebruiken voor verduurzaming. Bijvoorbeeld voor een retrofit of aanpassingen die de energie-efficiëntie van het schip verbeteren, waardoor brandstof wordt bespaard.” Het succes van dit soort financiering wordt bij de Europese klanten steeds duidelijker zichtbaar. ABN AMRO heeft voor rederij Stena en methanolproducent Proman de ombouw gefinancierd van de eerste vier grote tankers voor varen op methanol. Methanol is veel minder milieubelastend dan brandstoffen op oliebasis. Florin: “Deze vier grote tankers laten zien wat wij als bank kunnen doen om de sector te ondersteunen en een duwtje in de juiste richting te geven als het om verduurzaming gaat.”
Kennistool
Het bevorderen van duurzaamheid draait om kennis delen en leren van elkaar. ABN AMRO werkt nauw samen met scheepvaartexperts om te bepalen welke duurzame investeringen passend zijn voor onze klanten. De bank ontwikkelt momenteel ook een tool om sneller en beter te kunnen beslissen over het verstrekken van financiering voor de energietransitie in de scheepvaart.
Om de duurzaamheidsdoelen te halen is het essentieel om een goed inzicht te hebben in de duurzame transitie van de klantenportefeuille als geheel. Sinds 2019 vraagt de bank klanten om uitgebreide data over de duurzaamheid van hun vloot. Florin: “Zo kunnen we onze portefeuille gericht bekijken en vergelijken met onze doelstellingen. Bovendien kunnen we dan ook over vooruitgang rapporteren. De eerste nulmeting is gedaan in 2021, en sindsdien houdt het team de CO2-reductie nauwgezet bij.”
Verder komen
In december 2022 publiceerde ABN AMRO een met tussentijdse emissiereductiedoelen voor 2030 voor de meest CO2-intensieve sectoren. In 2030 moet de uitstoot van de scheepvaartportefeuille op of onder de curve van de markt — lees IMO — liggen. “Dit is op zich al een behoorlijke ambitie, die vraagt om veel toewijding, vastberadenheid en data”, zegt Anastassia. Onderzoeksinstellingen zijn momenteel bezig de CO2-reductiecurves te analyseren als input voor de nieuwe richtlijnen waar de IMO binnenkort mee komt. “Het is erg complexe materie, met een relatief grote onzekerheidsmarge. En toch moeten we het pad uitstippelen en ervoor gaan. Om in zo’n complexe transitie impact te maken, moeten we met anderen samenwerken. Samen kom je verder.”