Olifantsgras blijkt circulaire alleskunner
Na de vakantie op Borneo ging de knop voorgoed om. Hele stukken omgekapt oerwoud en stranden vol plastic gaven de doorslag. Dit moest echt anders! Toen zijn vrouw hem aanmoedigde er werk van te gaan maken, begon Jan-Govert van Gilst met een blanco agenda aan een onbekend avontuur. Nu vijf jaar later rollen er dagelijks duizenden verpakkingen van bioplastic van de band en binnenkort liggen er duurzaam verpakte tomaten, vleeswaren en koekjes in de supermarkt.
De eerste grote doorbraak was het winnen van de Zuid-Hollandprijs eind 2012. Hier won Jan-Govert met zijn idee om bamboe te gaan verbouwen op door de crisis braakliggende bouwterreinen. De gedachte was om hiermee bij te stoken in kolencentrales. Met het prijzengeld van 50.000 euro kon hij dit idee verder uitwerken. Al snel bleek bamboe niet het juiste gewas te zijn, omdat je met een enorme oppervlakte aan beplanting slechts een klein effect bereikt. Jan-Govert liet het er niet bij zitten. Hij ging in gesprek met de Wageningen Universiteit, daar brachten ze hem op het spoor van het snelgroeiende gewas olifantsgras.
Ontdekkingsreis naar echte impact
Daar kon Jan-Govert, zelfverklaard Chief Elephant Grass Officer, van het bedrijf NNRGY wel wat mee: “Ik leerde dat olifantsgras cellulose bevat en dat je daar van alles mee kunt maken. Het is een prima gewas, dat makkelijk aangroeit en nagenoeg geen onderhoud vraagt. Van één keer aanplanten kun je zo’n twintig jaar oogsten. Het eerste stuk land stond dan ook snel vol. Je plant het in het voorjaar, in september laat het zijn blad vallen en in de winter droogt het in. In het voorjaar erop is het rijp voor de oogst. De maishakselaar verdeelt het dan in kleine stukjes. Dit is gelijk ook de grondstof waarmee we werken. Het draagt de naam Vibers, bij toeval bedacht door een reclameman die in zijn aantekeningen het woord ‘fibres’ verkeerd had gespeld. Alle producten die we ermee maken brengen we onder het Vibers-label uit.“
Pallets in de huiskamer
Volgens Jan-Govert gingen er wel nog wat experimenten aan vooraf. “Mijn eerste gedachte was om er papier van te maken en dat is ook gelukt. We noemden het ‘hierpapier’, omdat het van hier is en niet van daar. Dat ging op zich goed, maar we moesten het kleinschalig houden omdat we nog niet genoeg olifantsgras tot onze beschikking hadden. In korte tijd stonden er zes pallets papier bij mij thuis in de kamer. Samen met mijn vrouw pakte ik de bestellingen in die we via Twitter ontvingen. Een leuk avontuur, maar hiermee gingen we geen grote impact maken en het leverde ook nauwelijks geld op. En dus werd ik min of meer gedwongen tijdelijk mijn oude werk als ICT-er weer op te pakken.”
In beton gegoten
Jan-Govert vond al snel een nieuwe toepassing. “Ik kwam erachter dat er veel subsidies beschikbaar waren voor biobased materialen en dus ging ik langs bij een professor in bouwmaterialen. We kwamen erop uit dat olifantsgras ook een prima vulmiddel zou zijn voor beton, het meest gebruikte materiaal ter wereld. Olifantsgras neemt namelijk vier keer zoveel CO2 op, die je daardoor vastlegt. Naast het milieuvoordeel dat biobeton biedt, is het ook nog eens lichter en hebben de vezels een versterkend effect. Ik heb zelf de subsidieaanvraag ingediend – zonder adviesbureau, wat niet echt gebruikelijk is. Voor een selectiecommissie heb ik mijn idee gepresenteerd en de aanvraag werd gehonoreerd. Samen met de TU Eindhoven zijn we toen een milieuvriendelijke betonsoort gaan ontwikkelen. Hiervan kun je prachtige dingen maken, zo staan er nu mooie bankjes in de gemeente Bergen op Zoom.”
Verpakkingen
Behalve in de papier- en betonindustrie beweegt NNRGY zich sinds afgelopen jaar ook in de plasticindustrie. Voor Jan-Govert was het snel duidelijk. Je moet niet tegen deze industrie strijden, maar ze juist verleiden. “Olifantsgras is ook in deze industrie het perfecte ingrediënt. Het kan verwerkt worden op bestaande machines en zodra de verpakkingen voorzien zijn van het Kiemplantlogo kunnen ze na gebruik zo bij het GFT-afval. Tijdens een experiment in mijn eigen vensterbank met Vibers-bakjes met tomaten, kwam ik erachter dat olifantsgras 300% van zijn eigen vocht opneemt. Hierdoor voorkom je schimmels en schadelijke bacteriën en verleng je de houdbaarheid van producten. Het mooie is ook dat de bakjes hier niet onder lijden, die verpakking blijft gewoon prima.”
Vibers ligt in de winkel
Inmiddels staat Jan-Govert met alle grote supermarkten in contact. Sinds half mei liggen de eerste bioplastic bakjes bij Boeregoed in de schappen. Een perfect moment, want de druk vanuit consument en wetgeving wordt steeds groter. Het is dan ook aannemelijk dat de Vibers-verpakkingen een grote vlucht gaan nemen. Jan-Govert heeft samen met ABN AMRO het groeimodel voor de Vibers-verpakkingen uitgewerkt. Dit heeft geleid tot een mooi contract waarin de bank als financier als het ware met het bedrijf meegroeit met de garantie van een gevulde orderportefeuille. Voor de bank is het stimuleren van de circulaire economie een van de speerpunten. De financiering van Vibers past in de ambitie om voor eind 2020 honderd circulaire financieringen te verstrekken.
Sympathiek idee
Een sympathiekere ‘CEO’ dan Jan-Govert is er waarschijnlijk niet te vinden. “Ik doe dit omdat ik impact wil maken. Ik vind het leuk en ben ontzettend dankbaar dat ik dit mag doen. Het voelt gewoon niet als werk. Er werken hier allemaal enthousiaste mensen die hier komen omdat ze het een sympathiek idee vinden. Dit jaar gaan we serieus aan de slag met onze verpakkingen en gaan we onze betontoepassingen verder uitbouwen. En dan hebben we nog de consumentenproducten als wenskaarten en bioplastic bewaarbussen die verkrijgbaar zijn bij de duurzame winkelketen WAAR. Toen ABN AMRO het over de samenwerking uitbracht, stond hier direct de telefoon roodgloeiend met geïnteresseerde tuinbouwbedrijven. Of het niet te veel wordt? Ik maak me niet zo snel zorgen en neem alles gewoon hoe het komt.”