Energiek als 100.000 joule - kids in de Energy Bootcamp
Hoe duurzaam zijn kinderen nu en als ze later groot zijn? In de Energy Bootcamp tijdens het ABN AMRO World Tennis Tournament konden ze dat zelf testen. Door hun eigen klimaatafdruk te meten en door ideeën te bedenken voor een schone toekomst. Lotte Stekelenburg (11) was erbij. ‘Twee auto’s vind ik niet nodig, één elektrische is wel genoeg.’
Honderden kinderen komen elk jaar met hun ouders mee naar het World Tennis Tournament. Vaak barstensvol energie. Dit jaar bedacht sociaal ondernemer samen met ABN AMRO de Energy Bootcamp: een evenement dat kinderen spelenderwijs iets leert over de invloed die ze zelf hebben op het klimaat. Kinderen konden bijvoorbeeld trappend op de fiets een verse smoothie van fruit persen en al dansend energie opwekken op de dansvloer. Bijna duizend kinderen dansten zo’n 100.000 joules energie bij elkaar. Daarnaast kregen de kinderen de vraag om ideeën te bedenken die hun eigen toekomst duurzamer kunnen maken. Er zijn meer dan 245 goede ideeën ingediend. Lotte Stekelenburg bedacht er drie.
Tijdens de Energy Bootcamp kon je jouw ideeën voor een schonere, duurzame wereld indienen. Wat was jouw idee?
Ik heb drie ideeën ingediend. Eén: meer prullenbakken buiten zetten. Veel mensen gooien hun afval op straat, maar er staan ook veel te weinig prullenbakken. Twee: een apparaat dat ervoor zorgt dat je je telefoon oplaadt als je fietst. Ik heb op het Kidsevent gezien dat dat kan en dat lijkt me heel handig. En drie: heel snel meer en betere elektrische auto’s maken. Ik ken nog niemand die zo’n auto heeft!’ Goed plan! Maak je je zorgen over de toekomst van de aarde?
‘Soms wel. Die plastic soep, al die vissen die doodgaan, dat is wel heel erg. In de stad zie je overal troep op de stoep en in slootjes. Zelf gooi ik nooit iets op de grond en mijn vriendinnen ook niet. Sommige jongens doen het wel… Meisjes denken meer na over het milieu dan jongens, denk ik.’
Vind je dat je ouders milieubewust genoeg zijn?
‘Ze doen hun best, maar ik vind niet dat ze genoeg doen. Afval scheiden bijvoorbeeld doen ze niet. Mijn vader zegt wel altijd dat we korter moeten douchen en de televisie en de lampen uit moeten doen als we niet in de kamer zijn. En ze doen veel dingen met de fiets in plaats van de auto, dat vind ik ook goed.’
Wat zou je zelf anders doen?
‘Ik zou mijn afval wél scheiden. En ik zou een elektrische auto kopen. En zonnepanelen, voor op het dak. En die telefoonoplader voor op de fiets is tegen die tijd vast wel uitgevonden, dus die gebruik ik ook. Ik zou denk ik de helft van de week vlees eten. Ik vind veel vlees eten zielig voor de dieren en mij is verteld dat het ook slecht is voor de natuur.’
En wat zou je doen als je later geld over hebt?
‘Als ik echt veel geld had, dan zou ik het aan goede doelen geven. Net als de rijkste man van de wereld. Je kunt wel een steeds groter huis bouwen, maar dat hoeft van mij niet per se. En twee auto’s vind ik ook niet nodig; één elektrische lijkt me wel genoeg! Mijn broer en zus willen nu allebei een scooter; dat zou ik niet goed vinden want ze kunnen er best één delen. Het lijkt me goed als ouders hun kinderen vanaf de geboorte duurzaam opvoeden. Dan weten ze later niet beter!’