Duurzaamheid steeds belangrijker voor investeerders
Investeerders hebben steeds meer aandacht voor duurzaamheid. Dat merkt ook ABN AMRO. De afdeling Investor Relations onderhoudt intensief contact met institutionele beleggers en beantwoordt hun vragen.
Ontwikkelingen op grote thema’s als duurzaamheid gaan altijd geleidelijk. Toch is vaak een duidelijk omslagpunt aan te wijzen. Als het gaat om de plek die duurzaamheid inneemt in beleggingskeuzes noemt Annedien Heilbron, Investor Relations Officer bij ABN AMRO, het jaar 2019. Natuurlijk, duurzaam beleggen bewoog zich al langer van niche naar de mainstream. Maar in dat jaar, vertelt Annedien, begonnen investeerders in ABN AMRO gericht te vragen naar duurzaamheid.
“Jarenlang kregen we relatief weinig vragen over ESG (Environmental, Social and Governance), maar het worden er steeds meer”, zegt Annedien. “Voor institutionele beleggers is duurzaamheid al heel lang belangrijk vanuit risicobenadering. Maar inmiddels stellen ze vragen over de langetermijnstrategie van ABN AMRO met betrekking tot duurzaamheid. Ook CO2-emissie en onze doelstellingen daarin komen ter sprake. Daarnaast zien we dat door corona het sociale aspect belangrijker wordt. Zo willen investeerders weten hoe de bank zijn medewerkers daarin ondersteunt.”
De grote uitdaging
Beleggers in ABN AMRO zijn voornamelijk institutionele beleggers als pensioenfondsen, beleggingsfondsen en verzekeraars – ‘het publiek dat ons jaarverslag uitpluist’, verduidelijkt Annedien met een knipoog. Haar afdeling voorziet deze partijen van relevante informatie op basis waarvan zij zich een beeld kunnen vormen van de waarde van de onderneming en de risico’s die ze lopen.
Maar om goed te kunnen beoordelen en vergelijken, is eenduidige data nodig, ook voor duurzaamheid. Daar ligt op dit moment de grote uitdaging. Ook voor banken, voor wie de zogeheten non-financial disclosures volop in ontwikkeling zijn. De Europese Unie stuurt ondertussen in toenemende mate aan op het rapporteren over ESG-data.
Realistische cijfers
Annedien: “Het grote probleem van duurzaamheidsdata is dat we nu nog te maken hebben met appels en peren. Gegevens zijn niet makkelijk te kwantificeren, of worden op verschillende manieren gemeten. Op dit moment wordt dan ook met man en macht gewerkt aan betere standaarden. Ook komt er vanuit overheden veel wet- en regelgeving aan die standaardisatie en transparantie gaat bevorderen. De verwachting is dan ook dat het duiden van data over enkele jaren een stuk eenvoudiger is.”
Tot die data behoren bijvoorbeeld cijfers over de zogeheten Scope 3-uitstoot. Dit is de totale CO2-uitstoot van de bedrijven die de bank financiert. Ook zijn er verschillende definities van duurzame financieringen. Als voorbeeld van de complexiteit noemt Annedien het financieren van een windmolenpark. “Op het eerste gezicht zou je zeggen: dat is een duurzaam project. Maar door windmolens gaan ook vogels dood. Cijfers daarover zijn niet direct voorhanden. Dat laat zien hoe ingewikkeld het is om tot realistische data en definities te komen.”
‘Het is óns geld’
Hoewel er soms sceptisch wordt gedaan over de interesse van investeerders voor duurzaamheid, verwelkomt Annedien de toegenomen aandacht juist.
“Men is nogal eens geneigd om een investeerder te zien als een boeman die alleen geld wil verdienen, maar dat is te kort door de bocht. We realiseren ons niet altijd voldoende dat het belegd vermogen van institutionele beleggers geld van ons allemaal is. Het zijn ónze pensioenen, ónze beleggingsrekeningen. Dat geld heeft impact en we zien dat investeerders dit steeds meer in stelling brengen. Daarmee worden bedrijven in beweging gebracht en de duurzaamheidstransitie versneld. Dat juichen we als bank alleen maar toe.”