Transactieaanbod aanvaard in het onderzoek naar anti- witwasprocessen in Nederland
ABN AMRO Bank N.V. (ABN AMRO) maakt vandaag bekend dat het een transactieaanbod van het Openbaar Ministerie (OM) heeft aanvaard in verband met het eerder bekendgemaakte onderzoek van het OM naar de naleving door ABN AMRO van haar verplichtingen onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) tussen 2014 – 2020. In het kader van deze transactie betaalt ABN AMRO EUR 480 miljoen.
ABN AMRO heeft gedurende het onderzoek volledige medewerking verleend aan het OM. Op basis van het onderzoek heeft het OM ernstige tekortkomingen geconstateerd in ABN AMRO's processen ter bestrijding van witwassen in Nederland, zoals het klantacceptatieproces, transactiemonitoringsproces en exit-proces (zogenoemde 'Client Life Cycle'-processen) in de periode 2014 – 2020, waardoor in bepaalde gevallen cliënten misbruik hebben kunnen maken van rekeningen van ABN AMRO.
ABN AMRO betreurt de ontstane situatie in hoge mate en onderkent de ernst van de zaak, en dat zij tekortgeschoten is in de uitvoering van haar rol van poortwachter met het oog op het bestrijden van witwassen. ABN AMRO zal al het mogelijke blijven doen om haar rol van poortwachter uit te oefenen.
ABN AMRO CEO Robert Swaak: ’Als bank hebben we niet alleen een wettelijke, maar ook morele taak om ons uiterste best te doen het financiële stelsel te behoeden voor misbruik door criminelen. Met het uitvoeren van deze taak beogen wij substantieel bij te dragen aan een veiligere samenleving. Tot mijn spijt moet ik erkennen dat ABN AMRO er in het verleden onvoldoende in is geslaagd om de belangrijke rol van poortwachter goed uit te voeren. Dat isonacceptabel en daar nemen wij de volledige verantwoordelijkheid voor.’
In de afgelopen jaren heeft ABN AMRO zelf al tekortkomingen geconstateerd in de wijze waarop zij haar 'Client Life Cycle'-processen uitvoerde. Om die tekortkomingen te adresseren, heeft de bank over de jaren hoge prioriteit gegeven aan herstel- en verbeterprogramma’s in alle afzonderlijke onderdelen van de bank en ook bankbreed op het gebied van transactiemonitoring. ABN AMRO heeft meerjarig fors geïnvesteerd in deze herstel- enverbeterprogramma's, waaronder in haar systemen en de uitbreiding van het aantal medewerkers. Helaas moeten wij echter tegelijkertijd vaststellen dat ondanks alle inspanningen en intenties is gebleken dat onze verbeterprogramma's niet altijd het gewenste effect hebben gesorteerd, en dat er verschillende tekortkomingen, waarvan sommige ernstig, in onze Client Life Cycle processen zijn geconstateerd.
ABN AMRO heeft in verband met geconstateerde tekortkomingen in haar 'Client Life Cycle'-processen en om striktere regelgeving en steeds nieuwe vormen van financiële criminaliteit te adresseren in oktober 2018 besloten om de uitvoering van de 'Client Life Cycle'-processen te centraliseren. Om dit te bereiken heeft ABN AMRO het programma Detecting Financial Crime (DFC) opgezet en substantieel extra (financiële) middelen beschikbaar gemaakt voor personeel, systemen en processen. De voortgang van het DFC programma verloopt volgens het met DNB afgestemde schema en zal naar verwachting eind 2022 zijn afgerond. Aanhet eind van 2020 was het totaal aantal voltijdbanen betrokken bij de uitvoering van ABN AMRO’s 'Client Life Cycle'-processen toegenomen tot 3.800 (een op de vijf banen bij ABN AMRO). De bank is ervan overtuigd met de huidige aanpak op de goede weg te zijn richting een bankbreed structureel herstel van de tekortkomingen en borging daarvan in haar dagelijkse bedrijfsvoering. ABN AMRO is verder intensief betrokken bij diverse publiek/private samenwerkingen met als doel de samenleving veiliger te maken.
Als onderdeel van de schikking die vandaag is bekendgemaakt, stemt ABN AMRO in met het betalen van een boete van EUR 300 miljoen en EUR 180 miljoen ter ontneming. Het boetebedrag doet recht aan de ernst, omvang en duur van de geconstateerde tekortkomingen. Het bedrag ter ontneming geeft het bedrag aan kosten weer dat ABN AMRO volgens het OM heeft bespaard. Het totaalbedrag van EUR 480 miljoen komt ten laste van de eerste kwartaalresultaten van de bank in 2021.
Robert Swaak: ‘Hiermee sluiten we een pijnlijk en teleurstellend hoofdstuk af in de geschiedenis van ABN AMRO. De lessen die we hieruit trekken motiveren ons des te meer om in onze rol van poortwachter iedere dag opnieuw de strijd aan te gaan voor een veiligere samenleving en een financieel stelsel dat beantwoordt aan de hoogste integriteitseisen.’