De verkiezingsuitslag en zijn klimaatimplicaties


Het stof is neergedaald, de Nederlandse kiezer heeft gesproken. De verkiezingsuitslag laat een blok van mogelijke coalitiepartners zien waarin in ieder geval de VVD en D66 zullen deelnemen. Deze partijen zullen hun stempel op de klimaatagenda van de komende kabinetsperiode drukken.
ABN AMRO’s hoofdeconoom Sandra Phlippen en klimaateconoom Loudina Erasmus, namen de verkiezingsprogramma’s en de verkiezingsuitslag onder de loep. Zij schreven er het rapport over.
Phlippen en Erasmus constateren dat er een coalitie op komst is, of dit nu over links of via rechts gaat, van partijen die variëren in klimaatambitie tussen de 49 procent en de 60 procent emissiereductie in 2030. Het uiteindelijke beleid zal daardoor waarschijnlijk uitkomen op een reductie van tegen de 55 procent, wat ook het nieuwe EU-doel is.
“Deze klimaatambitie waarmaken vereist wel een set aan nieuwe maatregelen,” stelt Erasmus. “Te denken valt daarbij in de richting van belastingen, investeringen, subsidies en de overige regelgeving. Richting daarbij geeft dat opties geeft die leiden tot die 55 procent emissiereductie.”
Economen zouden geen economen zijn als zij niet de vraag zouden stellen: wie gaat dat betalen? Sandra Phlippen ziet daarvoor twee wegen: “De kosten van overheidsinvesteringen en subsidies aan particulieren en bedrijven om hun emissies te verminderen, moeten worden gefinancierd – hetzij door overheidsschuld, hetzij door belastingen voor huishoudens en bedrijven.”
Volgens de laatste schattingen van CE Delft (onafhankelijk onderzoek- en adviesbureau) worden de huidige klimaatplannen voor ongeveer 55 procent gefinancierd door huishoudens en voor 45 procent door bedrijven. De uitgifte van staatsschuld is een alternatief voor belastingverhogingen en momenteel aantrekkelijk (zie ), want beleggers staan er voor in de rij.
Phlippen vervolgt: “Als het stabiliteits- en groeipact (dat voorlopig door de coronapandemie in de ijskast staat) extra groene schuldfinanciering mogelijk zou maken, zouden ambitieuze klimaatdoelstellingen op meer draagvlak kunnen rekenen. Klimaatverandering is per definitie een generatie-overschrijdende kwestie. Hierbij worden negatieve externe effecten van de ene generatie doorgegeven aan de volgende. De schuldenlast voor de volgende generatie zal gering blijken in vergelijking met de economische schade van het uitblijven van beleidsmaatregelen."
Eén ding willen Phlippen een Erasmus benadrukken: “Er ligt een enorme opdracht voor de nieuw te vormen regering. De komende vier jaar zijn bepalend hoe Nederland wordt gepositioneerd op de internationale klimaatagenda en hoe adequaat wij als land de grootste uitdaging voor de toekomst vorm gaan geven.”