Collega Sandra: “Je moet niet bang zijn tegen de stroom in te zwemmen”
Toen Sandra Phlippen (44), hoofdeconoom bij ABN AMRO, net moeder was geworden, voelde ze de ongelijkheid op de werkvloer van haar toenmalige werkgever. Dat was de eerste en enige keer dat ze het verschil tussen mannen en vrouwen zo duidelijk merkte. Als bank streven we naar een cultuur waarin iedereen zichzelf kan zijn. In hoeverre lukt dat? In het kader van Internationale Vrouwendag praten we erover met Sandra.
Wat versta jij onder gelijke kansen?
“Dat wanneer twee mensen met dezelfde set vaardigheden aan iets beginnen, de kans dat ze succesvol zijn even groot is. Dat ze dezelfde kans hebben om de doelen te behalen die ze willen halen.”
Heb jij ooit ongelijkheid ervaren?
“Ja. Toen ik nog aan de universiteit werkte en ik net moeder was geworden, werd me gezegd dat het verstandig was om minder uur te gaan werken. Ik moest toch ook wassen draaien en voor mijn kind zorgen? Mijn man werkte op dezelfde faculteit en kreeg dit niet te horen. Ik was goed van vertrouwen en ging inderdaad minder werken. Misschien was ik er ook een beetje naïef in. Mijn contract werd aangepast. Maar op een gegeven moment was ik elk weekend aan het werk. Toen ben ik naar mijn leidinggevende gestapt om te zeggen dat die verminderde uren niet correct waren en dat ik mijn volle werkweek terug wilde. Wat bleek: wat ik onder een volle werkweek verstond, was geen volle werkweek. Daarvoor moest ik én 40 uur werken, én de weekenden. Dat was ‘normaal’. Ik was woedend. Niets daarvan, zei ik. Toen is mijn contract aangepast. Als ik onrecht ervaar, ga ik op mijn strepen staan.”
Hoe ga jij om met ongelijkheid?
“Ik heb geleerd om heel feitelijk en expliciet te zijn over mijn wensen. En ik ben niet bang om tegen de stroom in te zwemmen. Na de universiteit kwam ik bij de bank werken en daar zei mijn leidinggevende: ‘Dat thuiswerken vind ik niks. Als je leidinggevende wil worden, moet je iedere dag zichtbaar zijn op de werkvloer.’ ‘Oké’, zei ik, ‘ik ga dat een paar weken doen om te ontdekken of het nodig is’. Na die paar weken ging ik terug naar mijn leidinggevende met de mededeling dat ik het had geprobeerd en gemerkt dat we ons doel ook op een andere manier konden halen. Dat doel was: feeling houden met je collega’s, weten waar je team mee bezig is. Dat kan heel goed door in ieder geval aan het begin en aan het eind van de week aanwezig te zijn en de rest van de tijd andere contactmomenten te hebben. Mijn leidinggevende vond dit prima. Je hoeft niet altijd precies te doen wat je leidinggevende vraagt. Als je het doel van je leidinggevende helder hebt en daar zelf een plan bij maakt dat je goed kunt onderbouwen, vind ik dat juist heel professioneel. De kans is klein dat je dan ‘nee’ te horen krijgt. Een deel van de week thuis werken, paste beter bij mijn ritme. Door de coronapandemie is het uitgangspunt ‘Niet op kantoor? Dan komt er niets van werk terecht’ al helemaal van tafel natuurlijk.”
Waarom zijn gelijke kansen belangrijk?
“Als leidinggevende bij de bank heb ik van een man dezelfde verwachtingen als van een vrouw. Er is onderzoek waaruit blijkt dat bedrijven met relatief veel vrouwen in de Raad van Bestuur minder koerswaarde verloren tijdens de financiële crisis rond 2008. Ik weet niet zo goed wat ik van onderzoeken als dit moet vinden… Ik zie niet dat mijn vrouwelijke collega’s een heel andere set waarden meebrengen dan mijn mannelijke collega’s. Het komt er gewoon op neer dat vaardigheden te gelde moeten worden gemaakt. Salarisongelijkheid op basis van geslacht speelt al jaren. Ik hoop dat dit snel verandert. Ik kijk in ieder geval niet naar man of vrouw, wel naar prestatie. Ik heb bij ABN AMRO zelf nooit hoeven strijden voor mijn salaris. Mijn manager zei tegen me: ‘Ik heb al onderhandeld over je salaris. Het gaat mij niet overkomen dat jij in deze positie een cent minder krijgt dan je mannelijke voorganger.’ Daar ben ik hem nog steeds heel dankbaar voor. Maar misschien is zijn actie wel de bevestiging dat dit speelt, of in ieder geval speelde.”
Hoe krijgen we gelijke kansen voor elkaar?
“Door te stoppen met aannames. Ik heb nog nooit iemand de vraag gesteld ‘Moet je niet wat meer thuis zijn?’ Mij is ooit die vraag gesteld vanuit, ik vermoed, een ouderwetse opvatting met wellicht de beste intenties. Als werkgevers zich bewuster zijn van de vragen die ze stellen, en de aannames die aan die vragen ten grondslag liggen, helpt dat om gelijke kansen voor elkaar te krijgen. Maar we zijn er nog niet: ik las een onderzoek over de taakverdeling tussen mannen en vrouwen tijdens de pandemie. Het rapport heeft de veelzeggende titel Turning back the clock. Wat bleek? Vrouwen hebben tijdens corona meer zorgtaken op zich genomen en maakten minder werkuren, in tegenstelling tot mannen. Jammer, toch? Aan de andere kant is er een brede maatschappelijke beweging op gang die ons helpt gelijke kansen voor elkaar te krijgen. We worden met elkaar meer en meer alert op en bewust van maatschappelijke ongelijkheid. Ook daardoor is het hele spectrum van persoonlijke kenmerken en vaardigheden steeds minder te plakken op man/vrouw. Bepaalde ‘grenzen’ worden fluïde en het plakken van labels steeds minder belangrijk.”
Dit interview is onderdeel van een reeks gesprekken over gelijke kansen. In deze reeks spreken we verschillende collega’s die vertellen welke barrières we nog moeten doorbreken. Als bank en als maatschappij. Met ons uitgebreide diversiteits- en inclusiebeleid geven we extra aandacht aan vrouwen, de LGBTI+ gemeenschap, mensen met een arbeidsbeperking, mensen met verschillende culturele achtergronden en senioren. Bekijk meer.