IBOR transitie, veelgestelde vragen
Op dit moment vindt er een wereldwijde transitie plaats van rentebenchmarks, zoals EURIBOR, LIBOR en EONIA. Dit kan gevolgen hebben voor de producten en diensten die u van ons gebruikt of gaat gebruiken. Wilt u meer weten over de benchmarktransitie en begrijpen wat dit voor u betekent, leest u dan verder.
Wereldwijd vindt er momenteel een rentebenchmarktransitie plaats van veelgebruikte referentierentes naar alternatieve rentebenchmarks. Een transitie van de zogeheten Interbank Offered rates (IBORs) naar de zogeheten Risk-Free Rates (RFRs).
Deze benchmarkhervormingen kunnen gevolgen hebben voor de producten en diensten van ABN AMRO. Bestaande contracten die op een IBOR zijn gebaseerd moeten worden overgezet naar een alternatieve rentebenchmark en/of worden voorzien van een robuuste terugvalbepaling.
Wilt u meer weten over de benchmarkhervormingen en begrijpen wat deze hervormingen voor u betekenen, leest u dan verder.
Algemene vragen over rentebenchmarks
Wat zijn rentebenchmarks?
Rentebenchmarks, ook wel rentevoeten of referentierentes genoemd, worden wereldwijd voor allerlei financiële producten als basisrente gebruikt voor het vaststellen van de verschuldigde vergoeding, meer specifiek de te bepalen rente. Hierbij kunt u denken aan vreemde valutarekeningen, roodstanden, leningen, derivaten, gestructureerde producten en hypotheken. De rente die u moet betalen is bijvoorbeeld gebaseerd op een rentebenchmark zoals EURIBOR of LIBOR plus een opslag.
Rentebenchmarks zijn belangrijk voor prijstransparantie, doordat ze een onafhankelijke maatstaf bieden voor de waardering van contracten bij financiële producten. Er bestaan verschillende rentebenchmarks. De drie meest gebruikte rentebenchmarks zijn de London Interbank Offered Rate (LIBOR) in pond sterling en in Amerikaanse dollar en de European Interbank Offered Rate (EURIBOR).
Wat gebeurt er met rentebenchmarks?
Internationale marktontwikkelingen en Europese wetgeving hebben tot gevolg dat een aantal bekende en veelgebruikte rentebenchmarks (de Interbank Offered Rates, of IBOR’s) worden of recentelijk zijn hervorm of worden naar verwachting beëindigd en vervangen door een alternatieve (nagenoeg) risicovrije rentevoet (de Risk-Free Rates, of RFR’s).
Voor ieder van de IBOR-rentebenchmarks en de alternatieve rentebenchmarks bevinden de ontwikkelingen zich in een andere fase, en er is sprake van verschillen in reikwijdte en timing. De wereldwijde ontwikkelingen voor wat betreft de benchmarkhervormingen volgen elkaar voor verschillende producten en in verschillende rechtsgebieden in een rap tempo op. Zo is GBP LIBOR op basis van quotes per 31 december 2021 beëindigd, maar loopt USD LIBOR voor de meest gebruikte looptijden door tot 30 juni 2023. Tegelijkertijd is EURIBOR hervormd en zijn er geen plannen om deze op de korte termijn te beëindigen.
Deze benchmarkhervormingen kunnen gevolgen hebben voor de producten en diensten van ABN AMRO die u nu gebruikt of die we op een later moment wellicht aanbieden. Als de hervormingen gevolgen hebben voor uw contract(en), dan nemen wij tijdig contact met u op en geven wij u nadere informatie over wat er gaat veranderen.
Waarom worden rentebenchmarks hervormd of beëindigd?
Omdat rentebenchmarks essentieel zijn voor zo veel contracten bij financiële producten moeten zij robuust, betrouwbaar en veerkrachtig zijn. De meeste rentebenchmarks die worden hervormd of vervangen zijn Interbank Offered Rates (IBOR’s). Deze rentes worden gebaseerd op interbancaire rentetarieven. Dit zijn de tarieven waartegen banken elkaarleningen met uiteenlopende looptijden verstrekken. De looptijd kan variëren van één dag tot één jaar. Het gaat/ging hierbij om inschattingen, niet om daadwerkelijke transacties. Zo is de LIBOR jarenlang berekend op basis van een dagelijkse enquête onder banken. Iedere bank die bijdraagt aan de LIBOR geeft een schatting van wat deze bank zou moeten betalen als het geld zou lenen van andere banken.
Deze wijze van vaststelling van de rentebenchmarks is gevoelig gebleken voor manipulatie. Daarnaast is de onderliggende markt voor interbancaire leningen de laatste jaren sterk afgenomen (en neemt nog steeds af), waardoor de mate van representativiteit van sommige benchmarks nog verder onder druk is komen te staan. Om deze redenen vindt er momenteel wereldwijd een transitie plaats van IBOR’s naar alternatieve rentebenchmarks. In Europa valt deze benchmarktransitie onder de Europese Benchmarkverordening (de BMR).
Sommige algemeen bekende en veelgebruikte benchmarkrentes worden of zijn hervormd zodat zij meer gekoppeld zijn aan daadwerkelijke transacties (bijvoorbeeld EURIBOR). Andere benchmarkrentes (zoals GBP LIBOR) zijn beëindigd en vervangen door een alternatieve rentebenchmark die voldoet aan de nieuwe wet- en regelgeving en de eisen van de markt(bijvoorbeeld de rentes op basis van SONIA). Ook is er verbeterd toezicht op de beheerders, de contribuanten en de gebruikers van rentebenchmarks (zoals de banken).
Wat is de wettelijke achtergrond van de benchmarkhervorming?
In Europa valt de benchmarktransitie onder de Europese Benchmarkverordening (de BMR). De BMR is op 1 januari 2018 in werking getreden en er loopt een transitieperiode tot eind 2021. Het doel van de BMR is ervoor te zorgen dat benchmarks betrouwbaarder en robuuster zijn. De BMR bevat algemene regels voor de werkwijze van benchmarkbeheerders en stelt eisen aan de inputdata en methodologie voor de berekening van benchmarks. De BMR reguleert ook het juiste gebruik van benchmarks. In Nederland is de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de Europese Benchmarkverordening (BMR) door ABN AMRO.
Ten behoeve van een soepele benchmarktransitie hebben toezichthouders en centrale banken door de financiële sector geleide werkgroepen opgericht die aanbevelingen moeten doen voor alternatieve rentebenchmarks en plannen moeten maken voor de invoering daarvan. De belangrijkste werkgroepen zijn:
In Europa: de Working Group on Euro Risk-Free Rates;
In het Verenigd Koninkrijk: de Working Group on Sterling Risk-Free Reference Rates;
In de VS: het Alternative Reference Rates Committee;
In Zwitserland: de National Working Group on Swiss Franc Reference Rates; en
In Japan: het Cross-Industry Committee on Japanese Yen Interest Rate Benchmarks.
Voor welke producten en contracten hebben de benchmarkhervormingen gevolgen? En wat betekent dit voor u?
Producten waarvoor de benchmarkhervormingen gevolgen hebben, zijn producten die zijn gekoppeld aan een Interbank Offered Rate (IBOR), zoals GBP LIBOR or USD LIBOR. In het contract van een dergelijk product staat bijvoorbeeld dat de verschuldigde rente is gebaseerd op een IBOR plus een opslag, bijvoorbeeld driemaands USD LIBOR plus een opslag.
Voorbeelden van producten die zijn gekoppeld aan een IBOR zijn onder meer:
hypotheken met een variabele rente gekoppeld aan een rentebenchmark (dus geen hypotheken met een vaste rente of op basis van een “all-in” variabele rente);
rekening courantkredieten gekoppeld aan een IBOR plus een opslag;
bilaterale of gesyndiceerde leningen gekoppeld aan een variabele rente;
bankrekeningen in een vreemde valuta (valutarekeningen); en
derivaten (bijvoorbeeld renteswaps).
Een contract dat is gekoppeld aan een bepaalde LIBOR-rente moet mogelijk worden aangepast, afhankelijk van de vervaldatum van het contract. Loopt het contract af voordat de betreffende rentebenchmark ophoudt te bestaan? Dan hoeft er niets te gebeuren. Loopt het contract af nadat de relevante LIBOR ophoudt te bestaan, dan moet het contract worden aangepast naar een alternatieve rentebenchmark. Wij laten het u tijdig weten als dit geldt voor uw contract(en). En wat de wijzigingen voor u betekenen.
Is uw contract gebaseerd op EURIBOR? In dat geval moet in het contract een robuuste terugvalbepaling worden opgenomen voor het geval EURIBOR in de toekomst ophoudt te bestaan. Dit is een wettelijke vereiste. Op dit moment is EURIBOR hervormd en zijn er geen plannen om EURIBOR te beëindigen. EURIBOR zelf hoeft in uw contract dus niet actief te worden vervangen.
Contracten bij producten die zijn gebaseerd op een vaste rente of op een variabele rente die niet is gebaseerd op een IBOR (bijvoorbeeld een “all-in” variabele rente of “Cost of Funds”) hoeven niet aangepast te worden.
Wat wordt er bedoeld met een terugvalplan (Fallback-plan)?
Omdat we als gebruiker van benchmarks onder toezicht vallen zijn we gehouden om de Europese Benchmarkverordening (BMR) na te leven. Dat houdt onder andere in dat we verplicht moeten beschikken over een solide schriftelijk plan met betrekking tot het beëindigen van benchmarks of over materiële wijzigingen van benchmarks (artikel 28 lid 2 van de BMR). In dit plan worden - waar mogelijk en van toepassing - een of meerdere alternatieve benchmarks genoemd die kunnen worden gebruikt ter vervanging van benchmarks die niet meer beschikbaar zijn, en er wordt aangegeven waarom deze benchmarks passende alternatieven zouden zijn.
ABN AMRO heeft een plan opgesteld voor benchmarks die worden beëindigd of die materieel wijzigen (het Fallbackplan) met daarin de acties die ABN AMRO onderneemt indien een benchmark materieel wijzigt of niet meer beschikbaar is, of als de benchmarkbeheerder (en de benchmark zelf wanneer het gaat om een benchmark buiten de EU) niet meer is of zal worden opgenomen in het ESMA-register. In Nederland wordt het Fallback-plan van ABN AMRO gemonitord door de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Wilt u meer weten over de benchmarkhervormingen en begrijpen wat deze hervormingen voor u betekenen, leest u dan verder in het pdf- document.