Onze kinderen zien ons liever zuinig op het klimaat dan zuinig met geld
Deze column heeft eerder in het FD gestaan. Co-auteur Robert Dur.
In het kort
De sleutel voor succesvol klimaatbeleid zijn de begrotingsregels.
De gulden financieringsregel moet dus ‘groen’ worden.
Succesvol klimaatbeleid vereist wereldwijd forse investeringen. En beter eerder dan later, want hoe langer we wachten, hoe groter de opgave wordt. Maar uit grootschalige peilingen blijkt dat maar weinig Europeanen zich ernstige zorgen maken over het klimaat. Met name in relatief koude landen liggen maar weinig kiezers er wakker van.
Europeanen maken zich meer zorgen om gezondheidszorg, sociale zekerheid, stijgende kosten van levensonderhoud en werkloosheid. Deze peilingen (2019) waren nog vóór het uitbreken van de coronacrisis. Het ligt voor de hand dat het klimaat nu een nog lagere prioriteit krijgt.
De zorgeloosheid over de klimaatschade voor toekomstige generaties doet vreemd aan, vergeleken met de grote bezorgdheid over het achterlaten van overheidsschuld aan diezelfde generaties. Vooral in koude landen is die bezorgdheid groot. Blijkbaar geven we wel om toekomstige generaties. Maar maken we wel de juiste keuze door zuinig te zijn met geld, maar niet zuinig te zijn op het klimaat?
‘De bezorgdheid is groot over het achterlaten van overheidsschuld, maar klein over het klimaat’
Het allerbeste voor de nieuwe generaties is het uiteraard als we geen enorme overheidsschuld achterlaten én ervoor zorgen dat de klimaatverandering stopt. Dat blijkt electoraal geen haalbare kaart.
Wat zouden kinderen liever van ons erven? Een hoge overheidsschuld of een veranderd klimaat? Gezien de enorme en permanente schade die klimaatverandering toebrengt, ligt het antwoord voor de hand. We moeten ons geld zetten op klimaatbeleid, en daar mag gerust een hogere overheidsschuld tegenover staan. Maar hoe komen we daar? Hoe zorgen we dat politici het vizier verleggen?
Andere begrotingsregelsDe sleutel ligt bij de begrotingsregels. De huidige Europese begrotingsregels (maximaal 3% tekort en 60% overheidsschuld) geven de boodschap dat de reductie van tekorten en schulden prioriteit moet hebben. Dit maakt een met schuld gefinancierd klimaatbeleid in de praktijk grotendeels onmogelijk.
De begrotingsregels moeten dus veranderen. Nu is het hiervoor een goed moment. De coronacrisis heeft de EU-ministers van financiën doen besluiten om de begrotingsregels tijdelijk buiten werking te stellen. Ook in 2021 zal dat nog wel het geval zijn, zo zei minister Wopke Hoekstra in het FD. Dat geeft gelegenheid de regels opnieuw te beschouwen en aan te passen, voordat ze weer in werking worden gesteld.
Wij bepleiten een groene versie van de gulden financieringsregel: overheden mogen onbeperkt lenen voor groene investeringen, bovenop de 3% tekort die nu al toegestaan is. Met deze regel gaat een fors klimaatbeleid niet gepaard met een forse lastenstijging, wat de electorale haalbaarheid ten goede zal komen. De financiële last van klimaatbeleid wordt doorgeschoven naar de volgende generatie. Niet plezierig uiteraard voor die generatie, maar altijd nog beter dan het scenario van een kleinere overheidsschuld in combinatie met onomkeerbare schade door klimaatverandering.
‘Een groene versie van de gulden financieringsregel: overheden mogen onbeperkt lenen voor groene investeringen, bovenop de 3% tekort die nu al toegestaan is’
Een praktisch probleem bij de groene gulden financieringsregel is vaststellen wat wel en wat niet een groene investering is. Precies het probleem dat speelt bij groene obligaties, een financieringsinstrument dat steeds meer overheden gebruiken. Er is intussen een geavanceerd meetsysteem dat gebruikt kan worden om onderscheid te maken tussen staatsobligaties voor groene en grijze investeringen. Nu tellen al die staatsobligaties op dezelfde manier mee binnen de begrotingsregels. Bij toepassing van de groene gulden financieringsregel verandert dat: voor groene investeringen mag geleend worden, voor grijze niet (of tot op zeker hoogte).
AanscherpenAls zorgen ontstaan dat tekort en overheidsschuld te snel oplopen, kan het 3% criterium aangescherpt worden. Bijvoorbeeld naar 2%, of zelfs 0% (in dat laatste geval mag enkel nog geleend worden voor groene investeringen). Cruciaal is dat het tekort één op één kan blijven meebewegen met groene investeringen. De beoogde hoogte van uiteindelijk tekort en overheidsschuld is aan te passen via aanscherping of versoepeling van het 3% criterium.
Waarom zouden we de gulden financieringsregel alleen toepassen op groene investeringen en niet op alle overheidsinvesteringen? Bijvoorbeeld op onderwijs- en onderzoeksuitgaven en infrastructuur. Bij al die uitgaven geldt dat de vruchten ervan vooral geplukt worden in de toekomst. Het toestaan van lenen kan zulke investeringen bevorderen en de volgende generaties per saldo beter af maken, als het rendement hierop voldoende hoog is.
Bij groene investeringen is er een extra reden om soepel te zijn. Ze zijn bedoeld om onomkeerbare schade aan de aarde te voorkomen. De urgentie om groene investeringen vrij te stellen is dan ook groter dan bij andere overheidsinvesteringen.
Politieke stromingenBegin februari, voor de coronacrisis, kwam naar buiten dat de Europese Commissie de begrotingsregels wil aanpassen, maar nog geen concreet idee had hoe. De groene gulden financieringsregel zou wel eens de hervorming kunnen zijn waar verschillende grote politieke stromingen in de EU zich achter zouden kunnen scharen.
De conservatieve vleugel behoudt de begrotingsregels en bijbehorende discipline. De progressieve vleugel krijgt de versoepeling waar het zo naar verlangt. En de groene partijen zullen de toegenomen ruimte voor groene investeringen toejuichen.
Om de klimaatdoelen te halen moeten we nog een grote stap zetten, ook in Europa. De groene gulden financieringsregel schept hiervoor ruimte én geeft het signaal dat het moreel aanvaardbaar is het tekort te verhogen om de aarde te redden. Onze kleinkinderen zullen ons er dankbaar voor zijn.