De komende jaren moet er flink verduurzaamd worden. Vakmensen voor de energietransitie zijn helaas lastig te vinden. De tekorten per beroep in de energietransitie lopen uiteen. Ook per regio verschillen de tekorten. De krapte kan meer evenredig verdeeld worden als werknemers verleid worden tot een grotere reisbereidheid. Als gedachte experiment bekijken we wat de CO2 reductie van andere sectoren kan betekenen voor de krapte in de energietransitie. Naar verwachting zal dit in sommige sectoren de arbeidsvraag afremmen, wat positief is voor de energietransitie waar extra arbeidsvraag wordt verwacht.
Te weinig handjes voor de energietransitie
Er moet de komende jaren flink verduurzaamd om in 2030 de CO2 uitstoot met 55 procent te reduceren ten opzichte van het emissieniveau van 1990 – in lijn met de Green Deal van de Europese Commissie. De beschikbaarheid van personeel vormt een steeds groter struikelblok om de benodigde energietransitie te realiseren. Elektriciens, installatie-, isolatie- en onderhoudsmonteurs en isoleerders zijn allemaal hard nodig en nauwelijks te vinden, blijkt uit de ABN AMRO arbeidsmarktindicator.
Vakmensen voor de energietransitie zijn helaas lastig te vinden. Eind mei was bijna 36 procent van de vacatures van de beroepen gerelateerd aan de energietransitie onvervulbaar. Dat betekent dat bijna 36 procent van alle vacatures die uitstaan binnen de energietransitie niet vervuld kunnen worden met de werkzoekenden die een beroep in de energietransitie willen vervullen én binnen een bepaalde zoekstraal (reisbereidheid) deze vacature kunnen vervullen. Wij baseren ons op onze arbeidsmarktindicator, die met behulp van data van Werk.nl rekening houdt met de beroepsvoorkeuren van werkzoekenden en hoe ver zij willen reizen voor een vacature. Ten opzichte van de krapte voor alle beroepen zien wij een fors verschil. In mei was 23,7 procent van alle vacatures namelijk onvervulbaar. De tekorten op de arbeidsmarkt zijn flink, voor beroepen in de energietransitie zijn deze nog groter.
Als we inzoomen op deze energietransitie beroepen dan lopen de tekorten per beroep uiteen. Aan monteurs voor elektriciteitsnetten, zonnepanelen en isoleerders in de bouw is grote behoefte. Anderzijds is aan milieudeskundigen juist geen tekort.
Regionale verschillen brengen mogelijkheden aan het licht
Regionaal gezien zijn er grote verschillen in de arbeidsmarktkrapte van de beroepen in de energietransitie. De top-5 krapte bevindt zich in de gemeenten Lelystad, Schagen, Den Helder, Terneuzen en Súdwest-Fryslân. Ook zien we in grote steden een hoger percentage onvervulbare vacatures. Zo ligt in de gemeente Rotterdam, Groningen, Breda, ’s-Hertogenbosch en Amsterdam het percentage onvervulbare vacatures in de energietransitie boven de 60 procent.
Deze grote regionale verschillen betekenen ook dat een kleine aanpassing de gemiddelde tekorten kunnen verlichten. Zo kunnen werknemers verleid worden tot een grotere woon-werkverkeer afstand. Daarmee kan de krapte meer evenredig verdeeld worden over het land.
Reductie van CO2 uitstoot zou kunnen zorgen voor ruimte op arbeidsmarkt
Op de weg naar minder uitstoot zullen er sectoren zijn die hun CO2-uitstoot gaan reduceren. Als gedachte experiment bekijken we wat dit zou betekenen voor de krapte in de energietransitie. We selecteren een groep sectoren met een lage of juist een hoge CO2-uitstoot, maar met beroepen die aansluiting vinden met beroepen in de energietransitie. Zo kunnen we zien wat mindere arbeidsvraag in hoge CO2 sectoren kan betekenen voor de krapte in de energietransitie.
Naar verwachting kan de reductie van de CO2-uitstoot voor sommige sectoren de arbeidsvraag doen afremmen. Dit is positief voor de energietransitie waarin juist extra arbeidsvraag wordt verwacht. Het verdelingsvraagstuk van arbeid is uiteindelijk een politieke keuze, maar door licht te schijnen op de informatie ongelijkheid hopen we meer inzicht te genereren in de mogelijkheden voor arbeidsmarktdynamiek.
Om dit wat concreter te maken gebruiken we de overstapberoepen van het UWV. Deze data bestaat uit alternatieve beroepen die aansluiten bij één ander beroep. Deze aansluiting kan bijvoorbeeld komen door vergelijkbare vaardigheden die nodig zijn voor het vervullen van de werkzaamheden. Ook gebruiken we data van het CBS over de CO2 uitstoot per sector en de minimale reductie voor 2030. In dit gedachte experiment bekijken we de sectoren leisure, industrie, TMT en transport en logistiek. In deze sectoren zitten beroepen die volgens het UWV mogelijkheden hebben voor een overstap naar een beroep in de energietransitie.
Er zijn twee beroepen in de energietransitie die veel aansluiting vinden bij andere beroepen. Het eerste beroep is monteur zonnepanelen. Beroepen waarvan een overstap gemaakt kan worden uit de sectoren met een relatief hoge CO2 uitstoot – industrie en transport en logistiek – zijn bijvoorbeeld medewerkers technische dienst en magazijn- en expeditie medewerkers. Ook vanuit minder CO2 intensieve sectoren kan een overstap gemaakt worden naar het beroep monteur zonnepanelen. Onder andere taxi- en particuliere chauffeurs, en audiovisueel-, beeld-, geluid- en belichtingstechnici uit de sectoren leisure en TMT.
Het tweede beroep dat veel aansluiting vindt is accountmanager zakelijke diensten; bijvoorbeeld als adviseur op het gebied van energie. Ook hier kan een overstap gemaakt worden uit zowel CO2 intensieve als minder intensieve sectoren. Denk aan beroepen als reisadviseurs, reisbureaumedewerkers en hotelreceptionisten. Maar ook trainers communicatieve vaardigheden en managers logistiek, transport, expeditie en distributie.