Publication

NL Update – Aanpassing inflatiemethodiek nog een jaar zichtbaar in de cijfers

Macro economyNetherlands

De energieprijzen hebben in 2022 de inflatie opgestuwd tot gemiddeld 10%. Eerder constateerden wij dat de meetmethode die het CBS hanteert ten aanzien van de energieprijzen de inflatie waarschijnlijk overschat.

Op dit moment maakt het CBS uitsluitend gebruik van de prijs van nieuw af te sluiten energiecontracten. Dit betekent dat volgens de huidige meetmethode iedere Nederlander iedere maand een nieuw energiecontract afsluit. Omdat dit niet het geval is, gaat het CBS in juni over op een nieuwe meetmethode voor specifiek de energieprijzen. Hierdoor zal het inflatiecijfer een betere weergave worden van de feitelijk door consumenten ondervonden prijsstijging van energie. Hiermee wordt ook het totale inflatiecijfer een betere weergave van de prijsstijging ervaren door Nederlandse huishoudens.

Het is interessant hoe een dergelijke aanpassing wordt geïmplementeerd. Inflatiecijfers worden immers gebruikt in allerlei onderhandelingen en indexaties. Aanpassing met terugwerkende kracht is dan ook geen optie. Inderdaad, de reeds gepubliceerde cijfers op basis van de huidige methode tot en met mei 2023 worden niet herzien. Vanaf juni 2023 zal de CPI het prijsniveau van energie weergeven op basis van de nieuwe methode. Het niveau van de prijsindex voor energie wordt hierbij zo gekozen dat het op het niveau uitkomt dat ook zou zijn bereikt indien de nieuwe methode al in januari 2021 zou zijn geïntroduceerd.

Met de implementatie in juni is de kous nog niet af. Inflatie wordt zoals gewoonlijk bepaald als het jaar-op-jaar procentuele verschil van de prijsindex. Echter, nu vindt er iets bijzonders plaats. Namelijk, gedurende het eerste jaar van invoering zal deze jaar-op-jaar vergelijking gebaseerd zijn op een vergelijking van de CPI volgens de nieuwe methode met de CPI volgens de huidige methode. Pas in juni 2024 wordt de nieuwe methode vergeleken met de eerste maand waarin de nieuwe methode ingevoerd werd (juni 2023) en berust de (energie)inflatie volledig op de nieuwe methode.

Zoal het CBS zelf ook al aangeeft, is de inflatie gebaseerd op de nieuwe meetmethode de beste weergave van de daadwerkelijk ervaren energieprijsstijgingen van consumenten. In de overgangsperiode kan het inflatiecijfer van het CBS nog afwijken van dit nieuwe inflatiecijfer. Dit gebeurt wanneer de gepubliceerde CPI van juni 2022 t/m mei 2023 afwijkt van de CPI zoals deze op basis van de nieuwe methode zou zijn geweest. We weten nu al dat de gepubliceerde CPI in de maanden juni 2022 t/m oktober 2022 het sterkst afwijkt en hoger ligt in vergelijking met de CPI op basis van de nieuwe methode. Dit betekent dat in de maanden juni 2023 t/m oktober 2023 het inflatiecijfer lager zal uitvallen – door de vergelijking met een te hoog cijfer in het jaar ervoor volgens de huidige methodiek - dan de feitelijk door de consument ondervonden prijsstijging van energie. Iets dat onvermijdelijk lijkt in een overgangsperiode tussen twee meetmethodes.