Publication

Minder toevoegingen rechtshulp sinds begin hervorming rechtsbijstandsstelsel

Macro economieNederland

Een gezonde rechtstaat waarborgt de toegang tot rechtshulp voor iedereen, ook voor de minder draagkrachtigen. Daarom vormt gesubsidieerde rechtsbijstand een onlosmakelijk onderdeel van de rechtstaat. Maar de kwaliteit van de rechtshulp schiet soms tekort. Bovendien zijn de kosten ervan in de loop der jaren opgelopen. Daarom hervormt de overheid het rechtsbijstandsstelsel, met als uiteindelijke doel te komen tot een efficiënt stelsel met laagdrempelige rechtshulp die aansluit bij de problemen en de behoeftes van rechtszoekenden.

In 2018 maakte de regering al keuzes voor de inrichting van het rechtsbijstandsstelsel. Om te beginnen moeten er betere rechtshulpvoorzieningen in de wijk komen en duidelijkere informatievoorziening online, zodat de drempel voor rechtshulp omlaag gaat. Daarnaast dienen de beloningen voor rechtshulpverleners te stijgen om de kwaliteit te waarborgen, echter wel op voorwaarde dat er sterkere financiële prikkels komen in de richting van eenvoudige, goedkopere rechtshulpoplossingen. De overheid wil daartoe grootschalig rechtshulppakketten inkopen bij rechtsbijstandverleners. Met deze rechtshulppakketten komt er een integrale vergoeding voor rechtsbijstand. Verder gaat de eigen bijdrage omhoog, opdat rechtszoekenden kieskeuriger worden wanneer zij rechtshulp inschakelen. Tot slot kijkt de overheid kritisch naar haar eigen regelgeving en toezicht, want bij veel geschillen is zij de tegenpartij. Minder complexe regelgeving en extra ruimte voor lagere bestuursorganen om problemen informeel op te lossen moet uitkomst bieden.

Dat was destijds de ambitie van de overheid. Inmiddels zijn wij vier jaar verder en loopt het hervormingsprogramma nog. Mede door de tussenkomst van corona vergen de aanpassingen en de benodigde beleidsevaluaties meer tijd dan voorzien. De looptijd van het programma is daarom met één jaar opgerekt naar 2026. Bovendien is een behoorlijk aantal beleidskeuzes intussen aangepast, omdat deze onuitvoerbaar zijn of bij nader inzien toch niet zo’n goed idee blijken. Zo ziet de overheid af van de aanpassingen van de eigen bijdrage, omdat er geen bewijs is dat die tot betere keuzes leidt bij rechtzoekenden. Ook de grootschalige inkoop van rechtshulppakketten vervalt, omdat dat te complex en tijdrovend is en het bovendien twijfelachtig is of bij grootschalige inkoop alle vormen van rechtsbijstand gewaarborgd zijn.

Hoewel het te vroeg is om het hervormingsprogramma te evalueren, beginnen sommige wijzigingen wel al effect te sorteren. Zo is volgens het CBS het aantal rechtsbijstand toevoegingen, oftewel het aantal verklaringen op basis waarvan rechtszoekenden aanspraak kunnen maken op rechtsbijstand, gedaald van 218.000 in 2018 naar 190.000 in 2021. De daling is het scherpst bij civielrechtelijke en bestuurlijke toevoegingen. Bij strafrechtelijke toevoegingen is de daling marginaal. Logisch, want bij deze inhoudelijk zwaardere categorie blijft een rechterlijk oordeel noodzakelijk. Opmerkelijk is dat er vooral minder toevoegingen zijn bij relatief eenvoudige vormen van rechtshulp, zoals licht advies en mediation. Dit ondanks het doel geschillen sneller en liefst minnelijk op te lossen.

Verstrekkende conclusies zijn op basis van deze cijfers nog niet te trekken, ook vanwege de lastig te beoordelen invloed van corona. Daarnaast is het onzeker of een daling van het aantal toevoegingen ook automatisch tot lagere kosten van rechtshulp leidt. Tot slot is het onduidelijk wat het effect van de aanpassingen is op de kwaliteit van rechtshulp. Serieuze openstaande vragen, zeker met een recessie in het verschiet en een mogelijk groeiend beroep op de rechtsbijstand. (Philip Bokeloh)