Macro Watch - Risico’s wereldhandel en Nederlandse export
Wereldwijde handel en mondiale industrie bevinden zich nog steeds in recessiegebied. Er zijn tekenen van stabilisatie, maar een sterke opleving van de mondiale industrie ligt niet voor de hand. Tegen deze achtergrond is ook de Nederlandse export afgenomen. Wel is het verdwijnen van knelpunten in toeleveringsketens goed nieuws voor exporteurs en importeurs. De Nederlandse economie is open en op handel gericht; de export is bestand gebleken tegen schokken. Wat is het effect van de tech ontkoppeling tussen de VS en China op Nederland (incl. halfgeleiders/ASML)?
I WERELDHANDEL - RECENTE ONTWIKKELINGEN EN VOORUITZICHTEN
Wereldhandel nog steeds in 'recessiegebied'
Na een opleving volgend op de pandemie is de wereldhandel (gemeten aan de hand van de CPB-index voor het wereld-handelsvolume) sinds eind 2022 sterk vertraagd en gedurende dit jaar in 'recessiegebied' gebleven. Hoewel deze index in augustus 2023 weer licht toenam (met 0,3% m-o-m), bleef deze nog steeds 4% onder de piek van september 2022. Deze vertraging is vooral te wijten aan het verlies aan momentum in de wereldwijde bbp-groei, na de sterke verkrapping van het monetaire beleid in de ontwikkelde economieën. China's heropening na het afschaffen van Zero-Covid droeg bij aan een zekere opleving in het eerste kwartaal van dit jaar, maar deze is tot nu toe van korte duur gebleken.
In eerdere publicaties anticipeerden we al op een duidelijke vertraging van de wereldhandel (zie bijvoorbeeld onze update van maart 2023). De exportsubindex van de mondiale inkoopmanagersindex (PMI) voor de verwerkende industrie, een voorlopende indicator voor de wereldhandel, dook in maart 2022 – net na het begin van de oorlog in Oekraïne – al tot onder het neutrale niveau van 50 (de grens tussen expansie en krimp). Deze subindex bereikte een dieptepunt van 45,9 in september 2022. Hoewel deze subindex sindsdien wel is gestabiliseerd, blijft deze voorlopig nog duidelijk fluctueren op niveaus die op krimp duiden.
Vooruitzichten: Scherpe opleving wereldhandel en mondiale industrie op dit moment niet waarschijnlijk
Ontwikkelingen in de mondiale industrie en de wereldhandel gaan meestal hand in hand. Het is dan ook niet verrassend dat de mondiale industrie zich sinds eind 2022 ook in recessiegebied bevindt. De mondiale PMI voor de verwerkende industrie ligt sinds september 2022 onder het neutrale niveau van 50. Wel hebben we in de afgelopen maanden gezien dat ook deze indicator iets uitbodemt. Hoewel we de PMI's niet voorspellen voor de langere termijn, verwachten we dat de opleving van de wereldwijde handel en verwerkende industrie de komende maanden op zijn best bescheiden zal zijn. We verwachten immers nog steeds een duidelijke groeivertraging voor de VS en aanhoudende economische zwakte voor de eurozone. Toch kunnen de stimulerende effecten op de investeringen die uitgaan van de Amerikaanse Inflation Reduction Act en het Europese Herstelfonds helpen om de effecten van de zwakkere consumptie te compenseren. Ook een stabilisatie van de binnenlandse vraag in China, na voortdurende stapsgewijze monetaire versoepeling en gerichte begrotingssteun aldaar, zou ook moeten helpen.
Het verdwijnen van knelpunten en in mondiale toeleveringsketens is goed nieuws voor exporteurs/importeurs
Tijdens de pandemiejaren werd de wereldhandel regelmatig verstoord door problemen aan de aanbodzijde, zoals de sluiting van terminals in sommige Chinese havens of een gebrek aan personeel om containers te lossen in havens in de VS. Bovendien werden de onevenwichtigheden tussen de wereldwijde vraag naar en het wereldwijde aanbod van goederen verergerd door een verschuiving in de wereldwijde vraag van diensten naar goederen tijdens de pandemie, maar ook als gevolg van het stimulerende monetaire en begrotingsbeleid in de VS en (in mindere mate) andere ontwikkelde economieën. Het resultaat van dit alles was dat exporteurs en importeurs te maken kregen met een sterke stijging van de wereldwijde containertarieven en langere levertijden in wereldwijde productieketens.
We hebben een index ontwikkeld om dit soort knelpunten en wereldwijde onevenwichtigheden in het aanbod van en de vraag naar goederen te meten. Deze index vertoonde een scherpe stijging in 2021, wat wijst op de toenemende onevenwichtigheden tussen vraag en aanbod op dat moment. Sinds medio 2022 wijst onze index echter op een sterke afname van deze onevenwichtigheden. Dit is grotendeels een gevolg van de sterke afkoeling aan de vraagzijde, naast een post-pandemische normalisering aan de aanbodzijde. Sinds eind 2022 bevindt onze index zich in het gebied van 'aanbod in overvloed'. In lijn hiermee zijn de vrachttarieven voor containers teruggevallen naar de niveaus van voor de pandemie, terwijl de levertijden voor geproduceerde goederen, waaronder voor elektronica-apparatuur, zijn genormaliseerd. Dit is allemaal goed nieuws voor (Nederlandse) exporteurs en importeurs en biedt enige 'compensatie' voor het huidige zwakke momentum in de wereldwijde groei en handel.
II HOE PRESTEERT DE NEDERLANDSE EXPORT IN EEN UITDAGENDE INTERNATIONALE OMGEVING?
Nederlandse export van goederen daalt door stagnerende mondiale vraag
Tijdens de zomer bleek de wereldeconomie vrij veerkrachtig, ondanks de tegenwind van hoge inflatie en de hogere rentes. Onder de motorkap worden de verschillen tussen de handelsblokken echter groter. De positieve uitschieter qua groei is de VS, waar de consumptie veerkrachtig is gebleken. Het tegenovergestelde beeld geldt voor de eurozone, waar de groei al vier kwartalen grotendeels stagneert. We verwachten dat de eurozone verder stagneert en dat het groeitempo in de VS de komende kwartalen zal afnemen. In China zien we juist enig groeiherstel na het zwakke tweede kwartaal . De zwakte in de wereldwijde handel en industrie (zoals hierboven beschreven) is voelbaar in Nederland. De vertraging van de wereldwijde vraag naar goederen (naast de energiecrisis) heeft de Nederlandse industrie al in een recessie geduwd, aangezien de Nederlandse export van goederen de afgelopen drie kwartalen is gedaald. Vooral de wederuitvoer kromp sterk. De export van in Nederland geproduceerde goederen daalde relatief minder sterk.
De dienstenexport daarentegen steeg in de eerste helft van 2023 dankzij een opleving van toerisme. De export van diensten heeft geprofiteerd van het herstel na de pandemie, nadat deze was getroffen door de afname van het aantal reizen. De resultaten van het derde kwartaal laten zien dat deze inhaalslag achter de rug is. Ook zien we redenen voor een structurele verandering, die een volledige terugkeer naar de trend van voor de pandemie in de dienstensector onwaarschijnlijk maakt. Ten eerste lijkt de pandemie te hebben geleid tot een structurele verandering in voorkeuren, wat bijvoorbeeld leidt tot minder zakenreizen. Ten tweede zijn de belastingregels veranderd, waardoor export gerelateerde investeringen in intellectueel eigendom minder aantrekkelijk zijn geworden. Wij verwachten dat de Nederlandse export in het laatste kwartaal van 2023 zwak zal blijven.
Wederuitvoer neemt de leiding
Als sterk handelsgeoriënteerd land is Nederland diep geïntegreerd in internationale waardeketens. Nederland kan worden gezien als de toegangspoort voor goederen uit de rest van de wereld naar de EU (zie de linkertabel hieronder voor de bestemmingen van de Nederlandse wederuitvoer). Ruwweg 85% van de Nederlandse wederuitvoer gaat naar de rest van Europa, vergeleken met 65% van de in Nederland geproduceerde goederen. Een recente CPB-studie (1) concludeert dat wederuitvoer de motor van de export was in de afgelopen twee jaar, waarbij de groei van de wederuitvoer sterker was dan die van in Nederland geproduceerde goederen. Aangezien de toegevoegde waarde van wederuitvoer slechts ongeveer 1/5 is van die van in eigen land geproduceerde goederen, heeft een groter aandeel van wederuitvoer in het totaal geleid tot een afnemende bijdrage van de uitvoer aan het BBP als geheel.
De Nederlandse handel is in het verleden verrassend goed bestand gebleken tegen schokken
Ondanks het feit dat Nederland een open economie is en sterk afhankelijk van ontwikkelingen in het buitenland, is de Nederlandse export bestand gebleken tegen schokken (2). Sinds 1980 is het marktaandeel van Nederlandse exporteurs in de wereldhandel opmerkelijk stabiel geweest, zij het van tijd tot tijd fluctuerend. Ondanks de opkomst van de Aziatische tijgers, de BRICS, en in recente tijden met negatieve handelsschokken door de pandemie en de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, heeft Nederland zijn marktaandeel vastgehouden. Als gevolg van Brexit daalde de Nederlandse export naar het VK, maar dit concentreerde zich in de wederuitvoer - vooral de wederuitvoer van Aziatische goederen naar het VK. Het effect op het Nederlandse bbp is dus kleiner dan de exportdaling doet vermoeden.
In een studie worden twee verklaringen gegeven voor deze veerkracht in eerdere recessies. De eerste is dat niet alleen de locatie van belang was (denk aan gemakkelijke toegang tot zee, rivieren of land), maar dat bedrijfsspecifieke factoren (zoals bedrijfsgrootte, type activiteit, diversificatie) een grotere rol speelden bij het verklaren van het handelsherstel na de Global Financial Crisis. De tweede reden is te vinden aan de invoerkant en heeft te maken met het gemak van diversificatie. Zoals we tijdens de pandemie zagen, kon leverancierssubstitutie voorkomen wat een langdurige neergang van de handel had kunnen worden. Dit is het gevolg van de globalisering: de diversificatie van de handel is toegenomen, evenals de mogelijkheden om dat te doen. Op korte termijn was diversificatie een grotere uitdaging en werd slechts de helft tot twee derde van de neergang in handel voorkomen door substitutie. Op de middellange termijn zorgde het toegenomen aantal alternatieve leveranciers en markten echter voor veerkracht tijdens de pandemie en verminderde het de risico's die gepaard gingen met de afhankelijkheid van een kleinere groep handelspartners.
Deze twee voorbeelden illustreren de veerkracht in eerdere handelsdalingen, maar laten slechts een deel van het beeld zien. Recente schokken leggen ook risico's met betrekking tot het concurrentievermogen bloot. Denk bijvoorbeeld aan de stijgende arbeidskosten per eenheid product, of de afhankelijkheid van energie-import die hogere energiekosten veroorzaakt voor de Nederlandse industriële sector (lees meer). Deze of vergelijkbare factoren kunnen de Nederlandse concurrentiepositie onder druk zetten.
Wordt Nederland niet meer verkouden als Duitsland niest?
Er is een gezegde dat luidt: als Duitsland niest, wordt Nederland verkouden. Dit beschrijft de historisch nauwe handelsbetrekkingen tussen de twee landen. Onlangs dook een studie van het CPB in deze relatie (3), en concludeert dat de Nederlandse export van goederen sterk groeide ondanks de economische stagnatie die we in 2021-22 in Duitsland zagen. Duitsland is nog steeds de belangrijkste markt voor de Nederlandse export, maar het aandeel van de Nederlandse export naar Duitsland is gedaald (zie hieronder). Hoewel de Duitse autoproductie de afgelopen jaren minder goed heeft gepresteerd, haalt het grootste deel van de Nederlandse industrie slechts een klein deel van zijn totale inkomsten uit de Duitse auto-industrie. De meest afhankelijke sector is de Nederlandse auto-industrie, die ongeveer 1% van de totale Nederlandse productie uitmaakt en slechts ongeveer 5% van haar verdiensten uit export naar Duitsland haalt. Als gevolg hiervan is het effect op de Nederlandse economie beperkt.
III INVLOED VAN DE SPANNINGEN TUSSEN DE VS EN CHINA OP NEDERLAND
Ontkoppeling van technologie tussen de VS en China in het kader van een “Small Yard, High Fence”-strategie ...
De relatie tussen de VS en China is onder president Biden minder volatiel geworden dan in het Trump-tijdperk, en daarom is de impact op de wereldeconomie en -markten minder hevig geweest dan toen. Toch zijn de spanningen zijn niet verdwenen. Waar de aanpak van Trump mercantilistisch, transactiegericht en unilateraal was, is de aanpak van Biden meer ideologisch gebaseerd en multilateraal. Biden heeft de door Trump opgelegde bilaterale handelstarieven niet verhoogd, maar ook niet verlaagd. Onder Biden heeft de Amerikaanse regering een breed scala aan handels- en investeringsbeperkingen ten opzichte van China aangescherpt, deels voortbouwend op wat onder Trump in gang was gezet. Bovendien slaagde Biden erin oude allianties met strategische partners te herstellen, zowel op economisch als militair vlak. Zo wist de VS landen als Japan en Nederland te overtuigen om mee te doen aan het beperken van de export van halfgeleiders en aanverwante apparatuur naar China (zie onze , voor meer achtergrond).
De betrekkingen tussen de VS en China zijn dit jaar op de proef gesteld door gebeurtenissen zoals de incidenten met de spionageballonnen, ontwikkelingen in de Straat van Taiwan en de positie van China ten opzichte van Rusland. Toch zijn er de afgelopen maanden stappen ondernomen om te voorkomen dat de bilaterale relatie in een neerwaartse spiraal terecht zou komen. Dit werd geïllustreerd door bezoeken van hooggeplaatste VS-functionarissen aan Beijing, en een ontmoeting tussen de presidenten Biden en Xi in november. De boodschap van de Amerikanen is dat de VS niet streeft naar een volledige ontkoppeling van China. In plaats daarvan gebruiken de VS een 'Small Yard, High Fence'-strategie: duidelijke export- en investeringsbeperkingen ('High Fence') zijn gericht op een beperkt aantal sectoren ('Small Yard') die vanuit het oogpunt van nationale veiligheid gevoelig zijn.
... heeft steeds meer invloed op Nederland
Nederland raakt steeds meer verstrikt in de dynamiek die samenhangt met de betrekkingen tussen de VS en China. Denk bijvoorbeeld aan de Amerikaanse regelgeving over ASML (zie kader), maar ook aan de besluiten van China rond kritieke grondstoffen waar veel industrieën van afhankelijk zijn. Als sterk handel georiënteerd land staat Nederland in hoge mate bloot aan handelsconflicten (4) . De directe risico's van de rivaliteit tussen de VS en China voor de Nederlandse economie lopen via de handelsrelaties met beide landen. Indirecte risico's hebben te maken met de wereldhandel en de effecten van de 'derisking'-strategie, waardoor bedrijven hun toeleveringsketens geleidelijk zouden kunnen aanpassen.
Wij denken dat de macro-economische impact van de handelsspanningen tussen de VS en China op Nederland beperkt blijft, maar schaarste van kritieke grondstoffen zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot prijsstijgingen, beleidsuitdagingen en operationele vertragingen (lees meer). Bovendien was in de jaren 2015-22 gemiddeld ongeveer 8% van de totale Nederlandse goederenimport afkomstig uit China en ook uit de VS. Uit China afkomstig is ongeveer 55% aan machines en transportmiddelen (vooral computers, telefoons, zonnepanelen etc.). Dit betekent dat sectoren of ontwikkelingen die afhankelijk zijn van deze import beïnvloed kunnen worden, zoals de telecomsector of de energietransitie die afhankelijk is van zonnepanelen. Ongeveer tweederde van alle import uit China wordt echter weer geëxporteerd. Wat betreft de Nederlandse goederenexport gaat in de jaren 2015-22 gemiddeld ongeveer 4,2% naar de VS en 2,1% naar China. Het grootste deel van de toegevoegde waarde van de handel met China voor de Nederlandse economie komt van de export van in Nederland geproduceerde goederen. In de periode 2015-20 droeg de export van in Nederland geproduceerde goederen naar China gemiddeld 0,5% bij aan het bbp, terwijl de bijdrage van de wederuitvoer vrijwel te verwaarlozen was. Over het geheel genomen is de directe blootstelling van de Nederlandse export relatief klein en we verwachten dat - zelfs in een scenario waarin de risico's verder worden verminderd - de export naar China zal doorgaan.
(1) CPB, Wederuitvoer motor achter stijging Nederlandse export, augustus 2023
(2) Voor deze paragraaf baseren we ons op twee studies: 1) P. van Bergeijk, Nederlandse positie ook in onzekere tijden goed gehandhaafd, ESB, 18 december 2022 en 2) S. Creemers, M. Jaarsma, J. Rooyakkers, Vooral minder door- en wederuitvoer naar het VK sinds Brexit, ESB, 21 december 2022.
(3) CPB, Wederuitvoer motor achter stijging Nederlandse export, augustus 2023
(4) F. van der Putten & M. Sie Dhian Ho, Aiming to avoid painful dilemmas: the Netherlands and US-Chinese rivalry, Clingendael institute, Europe in the Face of US-China Rivalry, Januari 2020
(5) C. Koc, ASML Bookings Plunge 42% Amid Continued Slump in Chip Sector (4), Bloomberg, 18 November 2023