De week van studiegroep begrotingsruimte, corona en de stad en ZZP’ers in de bijstand
Studiegroep begrotingsruimte pleit voor stabilisatie van economie op korte termijn. Verliest de stad door corona zijn aantrekkingskracht? Toename van het aantal ZZP’ers in de bijstand begin 2021.
Studiegroep begrotingsruimte pleit voor stabilisatie.
Deze week publiceerde de voor de 16e keer hun advies over de budgettaire ruimte waar een komend kabinet over kan beschikken. Deze ambtelijke studiegroep gevormd door medewerkers van onder andere het Ministerie van Financiën, de Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau, stelt middels dit advies de uitgangspunten op voor de formatie en het te voeren beleid van de komende jaren. Het rapport geeft een inkijkje in hoe de ambtelijke top de ruimte inschat die de overheid heeft tot het stimuleren van de economie in de jaren na de eerste corona schokken. Recente kabinetsformaties laten zien dat regeerakkoorden binnen de door deze studiegroep geformuleerde uitgangspunten blijven.
In de jaren na de vorige crisis bracht deze studiegroep eveneens adviezen uit voor de komende kabinetten. In 2010 was de boodschap gericht op het op orde brengen van de door de crisis van 2009 uit het lood geslagen overheidsfinanciën. In 2012, tijdens de Eurocrisis adviseerde de studiegroep een eveneens prudent beleid gericht op stabiliseren en afbouwen van de staatsschuld. Mede op basis van de uitgangspunten van de studiegroep hebben de kabinetten destijds het percentage staatschuld van het hoogtepunt in 2012 van 68% EMU-schuld (t.o.v het bbp) gereduceerd tot 49% in 2019.
Het advies van afgelopen maandag toonde in het licht van de coronacrisis een minder nijpende boodschap dan de vorige crisisadviezen. De staatsschuld kan op de korte termijn oplopen en gebruikt worden voor macro-economische stabilisatie, aldus de studiegroep. Op de langere termijn kan als de onzekerheid door corona achter de rug is een pad naar gezonde overheidsfinanciën uitgestippeld worden.
Achteraf gezien worden er door economen vraagtekens geplaatst bij de bezuinigingen die in Eurozone na 2009 zijn doorgevoerd. Bezuinigingen op een moment dat de economie een flinke schok moet verwerken zijn procyclisch gebleken. Deze zouden hierdoor het herstel na de financiële crisis hebben vertraagd. Het huidige advies lijkt daarom uit een ander vaatje te tappen: steun voor de economie op de korte termijn en pas later de balans opmaken. Dit is een shift die goed aansluit bij de verschillende inzichten van het debat over begrotingsbeleid na een crisis.
Binnenkort publiceren wij op ABN AMRO Insights een uitgebreidere analyse over de conclusies van de studiegroep begrotingsruimte en de internationale discussie over het optimale niveau van staatsschuld. (Jan-Paul van de Kerke)
De stad: schoorsteen noch roltrap
Thuiswerken heeft sinds de coronacrisis een vlucht genomen. Dat heeft voor- en nadelen. Een belangrijk voordeel is bijvoorbeeld dat wij minder tijd kwijt zijn met naar het werk reizen. Daarnaast maakt thuis zitten het makkelijker privé- en werkafspraken te combineren. Hier staat tegenover dat de werkomstandigheden op kantoor gemiddeld beter zijn, dat afstemmen met collega’s minder makkelijk gaat en dat wij de praatjes bij de koffieautomaat missen.
Ook studeren gaat nu vaker online. Volle klassen en collegezalen zijn in tijden van corona geen goed idee. Op kamers gaan is onder de huidige omstandigheden minder aantrekkelijk. Contact leggen met medestudenten verloopt door de onlinelessen stroef en het studentenleven is door alle beperkingen voor de horeca lang niet zo gezellig. Daarom en vanwege de hogere studiekosten kiezen veel studenten er voor langer bij hun ouders te blijven wonen.
Het is de vraag wat deze veranderingen betekenen voor de toekomst van de stad. Als de stad niet langer aan de onderkant van de ‘schoorsteen’ jongeren trekt om te profiteren van de ruimte om te experimenteren, verliest de stad haar rol als broedplaats van vernieuwing en innovatie. Als de stad geen plek meer is om kennis op te doen, te werken en aan vaardigheden te schaven, verliest de stad bovendien haar ‘roltrapfunctie’, een plek van zelfontplooiing.
Een mogelijk minder prominente rol van de stad zal economische kosten met zich meebrengen. Vaardigheden, kennis en innovatie zijn tenslotte de dragers van productiviteitsgroei. De ontwikkeling daarvan waarborgen in een onlinesamenleving zal de nodige aandacht vergen. Het alternatief is dat steden hun leefbaarheid verbeteren, zodat ze ook in tijden van social distancing een plaats van ontmoeting en uitwisseling kunnen blijven. (Philip Bokeloh)
Zzp’ers: de ‘tweede aanwas’ in de bijstand
Het is momenteel stilte voor de storm voor de bijstand. Na een eerste aanwas in het aantal bijstandsgerechtigden in maart en april – van 401.200 naar 412.400 – stabiliseerde het aantal bijstandsgerechtigden de afgelopen maanden. De toename van maart/april is vooral toe te schrijven aan jonge mensen met uitzend- en nulurencontracten die hun werk verloren en zonder opgebouwde WW-rechten direct in de bijstand belandden, aangevuld met mensen die aan het eind van hun WW niet opnieuw werk konden vinden. De stabilisatie in de maanden daarna kwam doordat de hogere instroom uit deze groepen ongedaan gemaakt werd door de langjarige trend van hoge uitstroom. Op sommige plekken, bijvoorbeeld, was de afgelopen weken zelfs geen sprake van stabilisatie maar van een daling.
We denken dat het van de Tozo-regeling ervoor zorgt dat het aantal bijstandsgerechtigden begin 2021 tegen de 450.000 zit. Er zijn daarbij twee belangrijke beleidswijzigingen die voor zzp’ers de deur open zetten naar de bijstand. Ten eerste is sinds 1 oktober de periode waarvan het inkomensverlies gecompenseerd wordt, korter. Ten tweede gaan vanaf 1 januari gemeenten de aanvragers helpen met heroriëntatie op de bedrijfsvoering, wat vaak zal neerkomen op bedrijfsbeëindiging.
De ‘tweede aanwas’ in de bijstand die zo ontstaat, zal waarschijnlijk gepaard gaan met een forse toename van schuldenproblematiek, omdat zzp’ers vatbaar zijn voor problematische schulden. Zo hebben veel zzp’ers eenmanszaken en dus persoonlijke aansprakelijkheid voor bedrijfsleningen. Als de omzet wegvalt, moeten betalingsregelingen getroffen worden. Als het niet lukt om de leningen vanuit een bijstandssituatie terug te betalen, dan dreigt persoonlijk faillissement. Ook kunnen sommige zzp’ers die hun onderneming willen behouden terwijl ze bijstand ontvangen (Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen, BBZ) maandenlang zonder inkomen zitten, omdat de aanvraagprocedure voor de BBZ voor hen te complex is. In die maanden kunnen persoonlijke schulden ontstaan.
De derde aanwas in de bijstand bestaat uit werknemers in vaste dienst die in de loop van 2021 ontslagen worden en in de loop van 2021 en 2022 vanuit de WW in de bijstand belanden. Het is nog te vroeg om de grootte van deze groep goed in te schatten, of de mate waarin deze groep in de schulden belandt.
Wel kunnen we, door de situatie van veel zzp’ers in combinatie met het van de mensen die wel hun inkomen behouden, er vanuit gaan dat 2021 een jaar wordt met een flinke toename in wanbetaling en persoonlijke schulden. Ook als in 2021 de inkomens uit werk, pensioen en uitkering heel licht blijven stijgen – wat wij verwachten – , dan zullen veel huishoudens in de problemen komen, met toenemende maatschappelijke kosten en trager economisch herstel als gevolg. (Piet Rietman)