Publication

Verduurzaming woningvoorraad vertraagt

Macro economieNederlandKlimaateconomie
DuurzaamheidNederlandKlimaateconomie

Rem op doorstroming belemmert de verduurzaming. Gemeenten vervullen belangrijke rol bij transitiestrategie. Maatwerk en schaalvergroting zijn voorwaarden voor succesvolle transitie.

Het gebrek aan woningen te koop stremt de doorstroming op de woningmarkt. Dit is slecht nieuws voor de verduurzaming van de woningvoorraad. De verhuizing is immers een geschikt moment om grootschalige woningverbeteringen aan te brengen. Andere gelegenheden om te verduurzamen zijn verbouwingen, regulier onderhoud en het moment dat bijvoorbeeld de cv-ketel het begeeft en aan vervanging toe is. Omdat veel woningen al een hr-ketel hebben en van hr-glas zijn voorzien, zijn de relatief makkelijke woningverbeteringen grotendeels doorgevoerd. Toch is de verduurzamingsopgave met 3 miljoen woningen met een energielabel lager dan C nog altijd groot.

Cruciale rol gemeenten

Het is de bedoeling dat gemeenten een cruciale rol spelen bij de verduurzaming. Gemeenten zullen in overleg met bewoners en andere betrokken partijen de ‘transitievisies’ maken waarin staat welke buurten tot en met 2030 afscheid zullen nemen van aardgas en welk duurzaam alternatief daarvoor in de plaats zal komen. Duidelijkheid daarover zal het voor huiseigenaren makkelijker maken om afgewogen keuzes te maken ten aanzien van de verduurzaming van hun woning. Deze transitievisies dienen uiterlijk 2021 klaar te zijn. Daarnaast zullen gemeenten woningeigenaren die geen onderdeel van de wijkaanpak uitmaken, bij energiebesparende maatregelen ondersteunen.

Uitgangspunt van het beleid is vooralsnog dat bewoners niet tot verduurzaming worden verplicht. Verder gaat de regering ervan uit dat bewoners sterk van elkaar verschillen qua capaciteiten, beweegredenen en voorkeuren. Het pakket verduurzamingsmaatregelen dient daarom zeer divers te zijn, zodat individueel maatwerk mogelijk is. Tot slot vindt de regering dat de transitie voor iedereen betaalbaar behoort te zijn en dat steeds meer huiseigenaren de kosten van verduurzaming moeten kunnen terugverdienen via een lagere energierekening. Verduurzamingsingrepen zullen sneller rendabel worden als de kosten van verduurzaming door schaalvergroting en innovaties dalen.

Belangrijke rol subsidies …

De kosten van verduurzamen zullen verder worden gedrukt door subsidieregelingen. Zo biedt de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) een bijdrage van ongeveer 20% als woningeigenaren minimaal twee isolatiemaatregelen laten uitvoeren. Deze regeling gaat eind 2020 over in de Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE), die nu al in een vergelijkbare tegemoetkoming voorziet bij de aankoop van zonneboilers en warmtepompen. In het klimaatakkoord is afgesproken ISDE te verlengen naar 2030. Jaarlijks zal er een bedrag van EUR 100 mln beschikbaar zijn. Voor de salderingsregeling zonnepanelen, die het mogelijk maakt met zonnepanelen opgewekte stroom terug te leveren aan het net en deze met het eigen energieverbruik te verrekenen, is tot en met 2030 een bedrag van in totaal EUR 2,6 mld beschikbaar.

… en financieringsarrangementen

Verder zullen er aantrekkelijke en toegankelijke financieringsarrangementen komen, die een verantwoorde financiering van verduurzaming mogelijk maken. Zo is er het Warmtefonds, een revolverend fonds dat kan uitgroeien naar uiteindelijk EUR 1 mld. Het Warmtefonds zal leningen van maximaal EUR 25.000 per woning of appartement verstrekken voor isolatiemaatregelen en zonnepanelen. Woningeigenaren kunnen bij het Warmtefonds leningen aangaan met looptijden tot vijftien jaar. Verenigingen van Eigenaren kunnen leningen opnemen met looptijden tot dertig jaar. De rente op de leningen zal vergelijkbaar zijn met de rente op NHG-leningen.

Verder treft het kabinet maatregelen op het terrein van hypotheken. Zo is het van plan de kennis- en ervaringstoets te schrappen voor huiseigenaren die zonder advies vooraf hun hypotheek willen verhogen. Doel van deze aanpassing is dat meer kredietverstrekkers hypotheekverhogingen aanbieden voor verduurzamingsinvesteringen en de lasten van hypotheekverhoging dalen. Verder studeert het kabinet nog op hoe het gebouwgebonden financiering wettelijk mogelijk kan maken. Bij gebouwgebonden financiering gaan de resterende hypotheeklasten bij verkoop van de woning over op de nieuwe eigenaar. Een nadeel van deze vorm van financiering is dat de woningeigenaar niet in aanmerking komt voor hypotheekrenteaftrek.