Publication

Dovish toon suggereert meer renteverlagingen van de ECB

Macro economieNederlandPrognosesEurozone

De ECB verlaagde haar belangrijkste rentetarieven met 25 basispunten, zoals eigenlijk algemeen werd verwacht.

De toon in de beleidsverklaring en op de persconferentie was overwegend dovish. Allereerst merkte de Raad van Bestuur van de ECB op dat "de groeivooruitzichten zijn verslechterd door toenemende handelsspanningen" en dat "de neerwaartse risico's voor de economische groei zijn toegenomen". Hoewel "een toename van de defensie- en infrastructuuruitgaven de groei zou bevorderen", lijkt de combinatie van "handelsspanningen en daarmee samenhangende onzekerheden" en "verslechterend sentiment op de financiële markten" en "geopolitieke spanningen" meer gewicht te hebben gekregen om de groeivooruitzichten verder naar beneden bij te stellen.

Ten tweede klonk de ECB relatief optimistisch over de huidige binnenlandse inflatiedruk door te zeggen dat "de diensteninflatie duidelijk is afgenomen". De ECB sprak zich niet uit over de invloed van invoerheffingen op de inflatie en gaf aan dat "de impact op inflatie pas na verloop van tijd duidelijk wordt". De factoren die de inflatie in de eurozone kunnen drukken lijken aanzienlijk sterker, concreter en meer op korte termijn actief te zijn dan de factoren die de inflatie juist opwaarts kunnen beïnvloeden.

Tot de neerwaartse risico’s voor inflatie behoren met name "dalende mondiale energieprijzen en de appreciatie van de euro" en "een verlegging van de handel naar de eurozone vanuit landen met overcapaciteit" (zoals mogelijke Chinese dumping), evenals de negatieve impact van tarieven en strengere financiële voorwaarden op de economische groei. Als opwaartse risico’s voor inflatie in relatie tot de handelsoorlog, wordt alleen vermeld dat "een fragmentatie van wereldwijde toeleveringsketens de inflatie zou kunnen verhogen door de importprijzen op te drijven". Ook de voornemens van Europese regeringen om expansief begrotingsbeleid te voeren werden genoemd als opwaarts risico voor inflatie. Als we uitzoomen dan beklijft het beeld dat de ECB de risico’s voor de economische groei vooral neerwaarts ziet.

Ten derde liet de ECB de verwijzing naar "monetair beleid ... wordt aanzienlijk minder restrictief", die sinds maart in de verklaring stond, vallen. Destijds werd dat gezien als een teken dat de ECB dichter bij een meer neutrale rentestand kwam en dat betekende dat de ruimte voor verdere renteverlagingen beperkt was. President Christine Lagarde legde uit dat de vorige verklaring nu 'zinloos' was omdat het concept van een neutrale rentestand alleen werkt in een 'schokvrije wereld'.

Ten vierde was de beslissing om de rente te verlagen unaniem. Dit is opmerkelijk aangezien mevrouw Lagarde ook opmerkte dat enkele weken geleden, vóór de escalatie van de handelsspanningen verschillende leden van de Raad van Bestuur van plan waren om het huidige renteniveau bij deze vergadering te handhaven. Dit suggereert dat de reactiefunctie van de ECB op hogere invoerheffingen lagere rentetarieven is.

Dus hoewel de ECB bleef benadrukken dat 'ze op basis van inkomende data per beleidsvergadering kijken wat het juiste rentebesluit is' en dat ze zich niet 'vooraf vastleggen op een bepaald rentepad', was de toon van de beleidsverklaring en de persconferentie volgens ons consistent met verdere renteverlagingen in de toekomst. De vergadering in juni - wanneer de ECB nieuwe ramingen heeft die meer duidelijkheid geven over bovengenoemde ontwikkelingen - zou meer informatie moeten geven over de toekomstige richting van het rentebeleid. We blijven verwachten dat de depositorente verder wordt verlaagd. Over het geheel genomen verwachten wij bij de komende drie vergaderingen een renteverlaging van 75 basispunten, waardoor de depositorente van de ECB in september gedaald is tot 1,5%. De risico's van deze visie zijn in de richting van meer renteverlagingen.