Suriname karakteriserend voor de problemen in ontwikkelingslanden
Terwijl veel OESO-landen relatief goed door de coronacrisis heen zijn gekomen, hebben veel opkomende economieën een harde klap gehad. Corona heeft een groot gat geslagen in hun bbp-groeicijfers, met name in de landen die afhankelijk zijn van toerisme.
Bovendien zijn de vaccinatiegraden er lager, zodat deze landen last hebben van hogere besmettingsgolven. De meeste landen hebben weinig begrotingsruimte om de economie te stimuleren en zien de staatsschuld flink oplopen.
Een van de meest recente ‘slachtoffers’ is Suriname. De vaccinatiegraad ligt er momenteel rond de 40%. De economie is in 2020 met bijna 16% gekrompen, terwijl het begrotingstekort naar 13,4% van het bbp is opgelopen. Daardoor is de al hoge staatschuld nog verder gestegen, naar bijna 150% van het BBP. Ongeveer twee derde daarvan is in buitenlandse handen. Door de hoge staatschuld kon Suriname zich vorig jaar geen verdere stimuleringsmaatregelen veroorloven en kromp de economie met naar schatting 3,5%. De onhoudbare situatie van de overheidsfinanciën leidde tot een scherpe depreciatie van de Surinaamse dollar. Wereldwijd stegen de energie- en grondstofprijzen. Door de devaluatie van de munt werd dit in Suriname nog sterker zichtbaar in de inflatie. De inflatie bevond zich eind 2021 net onder de 80%. Vanwege de grote problemen heeft het IMF 688 miljoen dollar financiële steun goedgekeurd, een programma dat gepaard gaat met ingrijpende hervormingen.
Er ligt nog een aantal uitdagingen in het verschiet voor ontwikkelingslanden. De vertraagde groei in China betekent voor veel ontwikkelingslanden dat de uitvoer minder hard groeit dan voorheen. Verder gaat de flinke oploop van de staatsschuld gepaard met (soms fors) hogere rentelasten en een hogere rentepremie. Hierdoor is er weinig ruimte voor investeringen. Eenbijkomende factor is de wereldwijde financiële verkapping door veranderend Fed-beleid. Omdat de schuld van en ontwikkelingslanden veelal in dollars luidt, is dat doorgaans een negatieve factor. Zoals we al in onze publicatie ‘’ beschreven zullen beleggers minder genegen zijn hun geld in de EM-activaklasse te stoppen als de 'risicovrije' rente stijgt en de dollar sterker wordt. Dat gezegd hebbende, beleggers hebben in verband met de duidelijke ‘forward guidance’ van de Fed al voorgesorteerd op een renteverhoging. Dat beperkt het risico van een schok en terugtrekkende kapitaalstromen uit opkomende economieën.