Publication
15 juli 202413:27

NL Update – Meer euro’s in de spaarpot

Macro economyNetherlands

De spaarquote is nog steeds hoger dan voor de pandemie. Ook het totale spaargeld in euro’s neemt toe. We verwachten dat de spaarquote nog wat verder toeneemt en dan stabiliseert op een gemiddeld hoger niveau dan voor de pandemie. Spaargeld zorgt voor een buffer voor de huishoudens die het hebben en kan daarmee de consumptie ondersteunen. Het meeste spaargeld zit opgeslagen in deposito’s met opzegtermijn.

De inflatie daalt verder en alhoewel de loongroei gepiekt heeft is deze nog steeds hoog. Dat pakt positief uit voor huishoudens, zij profiteren dit jaar van koopkrachtherstel. Die extra inkomsten worden niet direct uitgegeven. Ten opzichte van voor de pandemie sparen huishoudens nog altijd een groter deel van hun inkomen. Of in andere woorden, de spaarquote is nog steeds verhoogd (zie onderstaande linkergrafiek). De spaarquote wordt berekend door het bruto beschikbaar inkomen minus consumptieve bestedingen te delen door het bruto beschikbaar inkomen. De spaarquote stijgt wanneer het bruto beschikbaar inkomen relatief meer toeneemt (of minder sterk daalt) dan de consumptieve bestedingen.

We verwachten dat de spaarquote nog ietwat toeneemt en dan stabiliseert op gemiddeld een hoger niveau dan voor de pandemie. Huishoudens willen profiteren van de toegenomen rentes. Dit blijkt zowel uit enquêtes waarin ze aangeven dat sparen op dit moment belangrijk is en bankdeposito’s met een langere looptijd waar de bancaire rente hoger is zien een toename. Daarnaast spelen de nog steeds onzekere macro-economische context, geopolitieke spanningen en gedragseffecten een rol.

Door hogere lonen neemt de omvang van het totale spaargeld ook bij een gelijk blijvende spaarquote toe. Daarnaast helpt de hoge arbeidsparticipatie een handje aangezien er meer mensen een inkomen verdienen.

Tijdens de pandemie namen de spaargelden fors toe. Door de lockdowns was het lastiger om geld uit te geven aan diensten, omdat bijvoorbeeld de horeca en kappers gesloten waren. Hierdoor was er sprake van ‘onvrijwillig sparen’. Een toentertijd afgenomen enquête van DNB liet zien dat huishoudens maar beperkt verwachtten dit spaarsaldo aan te spreken voor consumptie. Sindsdien is er dus zeker geen ontsparing opgetreden waarbij de extra opgebouwde spaargelden uitgegeven zijn. Mogelijk zijn huishoudens gewend geraakt aan het nieuwe hogere niveau van de spaartegoeden. Is het niet zo makkelijk om alle gemiste consumptie in te halen. Of mogelijk voelen huishoudens sterk de noodzaak om hun spaartegoeden ook nu nog toe te laten nemen. Ook leert de gedragseconomie ons dat huishoudens gemiddeld gezien terughoudend zijn met het aanspreken van hun spaargeld.

Spaargeld zorgt voor een buffer voor de huishoudens die het hebben en kan daarmee de consumptie steunen. Wel is het belangrijk om te realiseren dat het spaargeld ongelijk verdeeld is. Zo bleek dat het opbouwen van spaargeld tijdens de pandemie voornamelijk bij de hogere inkomens plaatsvond.

Ten opzichte van andere landen liggen de spaartegoeden in Nederland relatief hoog, wat wijst op financiële weerbaarheid. Daartegenover staat dat de schulden ook relatief hoog zijn omdat huishoudens zowel veel bezittingen als schulden hebben. Deze zogenoemde lange financiële balansen maakt hen kwetsbaarder voor schommelingen in rentes en huizenprijzen, alhoewel de meeste huizenbezitters zich voor het eerste risico hebben ingedekt via lange rentevastperiodes.

Voor consumptie is het relevant om te kijken naar waar het spaargeld zit opgeslagen. Er zijn twee kanalen om spaargeld op te slaan in banktegoeden: deposito’s met opzegtermijn (op te nemen zonder noemenswaardige kosten) en deposito’s met vaste looptijd (kan niet zomaar opgenomen worden voor afloop van afgesproken termijn). Ook kunnen huishoudens tegoeden aanhouden op hun girale deposito’s. Uit de data blijkt dat het meeste spaargeld opgeslagen zit in deposito’s met opzegtermijn, maar recent is het aandeel met een vaste looptijd toegenomen ten koste van girale deposito’s. Dat betekent dat er relatief minder geld direct aan te wenden is voor consumptie, al is het totale spaargeld met opzegtermijn nog steeds veel groter.

Share this research
  • Delen via LinkedIn
  • Delen via Facebook
  • Delen via X
  • Delen via Mail
Share this research
  • Delen via LinkedIn
  • Delen via Facebook
  • Delen via X
  • Delen via Mail