FOMC Preview – Hedge tegen Trump


Wij verwachten dat de Fed aanstaande woensdag de rente gelijk zal houden, en zich zal verzetten tegen agressievere renteverlagingen die door de markten is ingeprijsd. Recente inflatiecijfers, opwaartse inflatierisico's en het risico dat de lange-termijn inflatieverwachtingen oplopen, beperken de ruimte voor versoepeling. Door de rente nu stabiel te houden, wordt de kans kleiner dat de rente op korte termijn moet worden verhoogd en wordt conflict met de regering-Trump vermeden of verminderd.
Wij verwachten dat de Fed de rente tijdens de FOMC-vergadering in maart opnieuw stabiel zal houden, na de versoepelingscyclus in de vorige vergadering te hebben gepauzeerd. De Fed heeft duidelijk gemaakt dat geduld bij verdere versoepeling weinig kost, temidden van onzekerheid over de hoe restrictief de rente daadwerkelijk is. De arbeidsmarkt houdt stand, ondanks inspanningen van de overheid om het eigen personeelsbestand in te krimpen. De inflatie lijkt weer te versnellen, met onze nowcast voor de komende kern PCE van 0,35% m/m. Dit verhoogt de 3m/3m inflatie op jaarbasis tot bijna het j/j getal, een teken dat het momentum stokt. Een strikte interpretatie van het duale mandaat van de Fed, prijsstabiliteit en volledige werkgelegenheid, maakt duidelijk dat de Fed op dit moment geen reden heeft om verder te versoepelen.
Als we het net iets breder uitwerpen en rekening houden met de groei en de aandelenmarkt, die de werkgelegenheid beïnvloeden, ziet het plaatje er iets anders uit. Deze 'Fed put' is de reden geweest dat de markten meer renteverlagingen zijn gaan prijzen. De verandering in het sentiment volgde op een verschuiving in de voorspelling van het bbp voor het eerste kwartaal van de Atlanta Fed van +2,3 naar -2,8 in minder dan een week tijd. Hoewel de nowcast vooral te maken had met de sterke import, leidde hij tot een toenemende recessievrees. De vraag is of de Fed dit daadwerkelijk op gaat vangen. Hoewel ook een vertraging van de consumptie en de investeringen waarschijnlijk is, zal de uiteindelijke particuliere vraag waarschijnlijk positief blijven. Ook de Amerikaanse aandelenmarkten kenden een redelijk sterke correctie, maar staan nog steeds op een relatief hoog waarderingsniveau.
Dreigende risico's voor beide zijden van het mandaat trekken in beide richtingen. Tarieven zijn een zeer vervelende schok voor de Fed: ze drijven de inflatie omhoog en de activiteit omlaag. Daarom vergroten ze ook de neerwaartse risico's voor de arbeidsmarkt, bovenop de al merkbare daling van het aantal arbeidskrachten bij de overheid. De neerwaartse risico's voor het werkgelegenheidsmandaat zullen gedeeltelijk worden verzacht door een lagere groei van het arbeidsaanbod door een vermindering van de nettomigratie. Deze verslechterende vooruitzichten komen tot uiting in de index voor het consumentenvertrouwen van de Universiteit van Michigan, die abrupt daalde, vergelijkbaar met de daling die we gedurende de Covid-periode zagen. Naast de gebruikelijke omslag in vertrouwen tussen Democraten en Republikeinen wanneer een regering verandert, neemt het vertrouwen onder Republikeinen nu ook af. Dit komt grotendeels door tariefdreigingen, zoals ook blijkt uit de inflatieverwachtingsindex. Het risico van het oplopen van de langetermijns-inflatieverwachtingen is aanzienlijk: de inflatieverwachtingen voor een jaar vooruit zijn sinds de verkiezing van Trump met meer dan een procent gestegen en zelfs de vijfjaarsverwachting, die stabiel bleef tijdens de periode van hoge inflatie, is met een half procentpunt gestegen. Dit risico is voldoende voor de Fed om zich te richten op haar prijsstabiliteitsmandaat, zelfs bij een zwakkere groei.
De logische reactie is dan om de rente licht restrictief te houden, zodat de Fed beter in staat is om toekomstige schokken op te vangen - waarvan we de richting kennen, maar de omvang niet. Op deze manier kan de Fed in het beste geval zelfs voorkomen dat ze de rente moet verhogen. Op zijn minst, vermijdt ze het meer rommelige scenario van nu de rente verder verlagen, om ze een vergadering later weer te verhogen. Het zal op zijn minst de tijd uitstellen tot het al dan niet nodig is om de rente te verhogen. Dit maakt een directe confrontatie met de regering Trump minder waarschijnlijk (hoewel er nog steeds druk van de regering kan komen om de rente hoe dan ook te verlagen, zoals in Trump 1.0).
In overeenstemming met deze aanpak zal de dot plot eind 2025 waarschijnlijk al minder verruiming laten zien dan tijdens de vorige iteratie; we verwachten dat het mediaan FOMC-lid één of twee verlagingen van 25 bps zal opschrijven. Groei- en inflatieramingen zullen waarschijnlijk de tariefschokken van hogere inflatie en lagere groei weerspiegelen. In ons basisscenario blijft de rente tot eind 2026 op het huidige restrictieve niveau, maar de uiteindelijke omvang van de tarieven en andere beleidsmaatregelen kunnen het pad doen afwijken.