Publication

NL Update – Krimp tweede kwartaal, Nederland in een technische recessie

Macro economyNetherlands

Vanochtend zijn de bruto binnenlands product (bbp) cijfers van de Nederlandse economie voor het tweede kwartaal gepubliceerd. De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal met 0,3% gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder, toen de economie kromp met 0,4% kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). Hierdoor is de Nederlandse economie officieel in een technische recessie beland.

Vanochtend zijn de bruto binnenlands product (bbp) cijfers van de Nederlandse economie voor het tweede kwartaal gepubliceerd. De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal met 0,3% gekrompen ten opzichte van een kwartaal eerder, toen de economie kromp met 0,4% kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). Hierdoor is de Nederlandse economie officieel in een technische recessie beland.

De bbp-cijfers laten zien dat de groeivertraging door hogere rentes en hoge inflatie die zich in de eurozone al aankondigde ook in Nederland zichtbaar is. De krimp van het tweede kwartaal is gedreven door een negatief handelssaldo en een krimp van de private consumptie.

Zwakke externe vraag maakte de netto bijdrage van de handel aan het bbp negatief (zie linkerfiguur). De export kromp met -0,7% k-o-k terwijl de import toenam met 0,5% k-o-k. Vooral de export van goederen liep terug. Industriële bedrijven nemen een groot deel van de export voor hun rekening. De industrie bevindt zich wereldwijd in zwaar weer en ook de wereldhandelsvolumes nemen af. Dit heeft ook zijn weerslag op de vraag naar Nederlandse industriële goederen. De dienstenuitvoer nam daarentegen iets toe. Vanwege de zwakke groeivooruitzichten van bijvoorbeeld de eurozone zal de vraag naar Nederlandse goederen en diensten naar verwachting niet snel de weg naar boven vinden.

Binnenlands zien we dat de hoge inflatie vat heeft gekregen op de consumptieve bestedingen. De private consumptie kromp in het tweede kwartaal met 1,6% k-o-k en werd ook met terugwerkende kracht in het eerste kwartaal neerwaarts bijgesteld van stagnatie naar een krimp met 0,2% k-o-k. Er werd vooral minder uitgegeven aan goederen, terwijl de dienstenconsumptie nog steeds toe nam; bijvoorbeeld aan cultuur en recreatie. Er zijn hier een aantal mogelijk verklaringen voor te bedenken. Dit kan gedreven zijn doordat de piek in inflatie van goederen eerder plaatsvond dan van diensten. Diensten zijn daarmee relatief aantrekkelijker. Ook kan het inhalen van activiteiten en uitjes sinds de pandemie een rol spelen. Zo zien we bijvoorbeeld een flinke toename in het aantal transacties aan vakantieparken (zie hier).

De investeringen namen in het tweede kwartaal ondanks hogere financieringskosten en beperkte groeivooruitzichten toe. Ten opzichte van het eerste kwartaal groeiden de totale investeringen (de som van privaat en publiek) met 1,3%. Er werd vooral geïnvesteerd in 1) machines en vervoersmiddelen, 2) infrastructuur en gebouwen en 3) er werden investeringen gedaan in het isoleren van gebouwen, aanleggen van zonnepanelen en warmtepompen. De draai in het sentiment op de huizenmarkt zorgt voor minder woninginvesteringen. De vooruitzichten zijn op dit vlak mager positief. De financieringscondities blijven krap, de groeivooruitzichten matig en door de val van het kabinet loopt het oplossen van enkele bottlenecks voor economische activiteit verdere vertraging op.

Met de cijfers van vandaag is de recessie die eigenlijk eind vorig jaar verwacht werd een feit. Dit betekent niet dat een zware recessie met hoge werkloosheid aanstaande is. De Nederlandse economie staat er met een krappe arbeidsmarkt en een laag aantal faillissementen nog goed voor. Op basis van de nieuw beschikbare cijfers gaan wij onze ramingen herzien. Wij zullen hierover snel publiceren in de Nederlandse Economie in Zicht. (Aggie van Huisseling, Jan-Paul van de Kerke)