NL Update – Krimp in eerste kwartaal van 2024 bevestigt kwakkelend herstel
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2024 onverwacht gekrompen met 0,1%. De krimp is voornamelijk gedreven door een daling van de uitvoer van goederen en het verder interen op de voorraden. De bestedingen van huishoudens en overheidsconsumptie zijn daarentegen toegenomen. Ook de investeringen zijn in dit kwartaal gegroeid. De spanning op de arbeidsmarkt is iets afgenomen maar nog steeds hoog in historisch perspectief.
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2024 onverwachts gekrompen. Het bruto binnenlands product (bbp) kromp met 0,1% kwartaal-op-kwartaal (k-o-k). In 2023 zagen we drie achtereenvolgende kwartalen van krimp, waarna we weer groei zagen in de staart van het jaar. De krimp van het Nederlands bbp staat in contrast met de cijfers van buurlanden. Zo groeide de Duitse economie met 0,2% k-o-k en de eurozone met 0,3% in het eerste kwartaal van 2024.
De krimp in het eerste kwartaal wordt gedreven door een daling van de uitvoer van goederen en het interen op voorraden. De internationale context waarin Nederland opereert is nog steeds verzwakt, maar we zien dat de handel wereldwijd weer wat aantrekt. Ook de groei in de eurozone verraste opwaarts in het eerste kwartaal. Het effect hiervan op de Nederlandse uitvoer laat dus nog wat langer op zich wachten. De krimp van de goederenuitvoer (-1,3% k-o-k) houdt verband met de zwakke situatie waarin ook de Nederlandse industrie verkeert; de dienstenuitvoer groeide daarentegen (+4,7% k-o-k). Uit de cijfers blijkt dat de krimp van de goederenuitvoer voornamelijk komt door de industrie. Wereldwijd we dat het zware weer in de industriële sector uitbodemt, wat ook voor Nederland positief gaat zijn. Zo ook uit de cijfers van april dat industriële bedrijven in april 2024 voor het eerst sinds augustus 2022 weer een verbetering van de bedrijfsomstandigheden signaleren. De sterke daling van de voorraden in het eerste kwartaal van 2024 leverde ook een negatieve bijdrage aan het groeicijfer. De cyclus van het afbouwen van voorraden lijkt zijn einde te bereiken, wat aansluit bij het uitbodemen van de industrie. Ook de statistische errorterm droeg negatief bij aan het kwartaalcijfer. Uit de tweede berekening zal blijken waar dit verschil neerslaat.
Daarentegen namen de binnenlandse subcomponenten toe. Zo stegen de bestedingen van huishoudens met 0,7% k-o-k. Zij profiteren van koopkrachtherstel door de verder dalende inflatie en de sterke loongroei. In het laatste kwartaal van 2023 nam de consumptie met 2,0% toe. Het was te verwachten dat de consumptie in het eerste kwartaal minder sterk zou groeien, aangezien het wegvalt, die juist in de staart van vorig jaar voor sterke groei zorgde. Ook de overheidsconsumptie nam toe, met 0,6% k-o-k. Ondanks de formatie blijft de overheid bijdragen aan de groei via uitgaven aan zorg, onderwijs en defensie, maar bijvoorbeeld ook via de lonen van ambtenaren. Tot slot verrasten de investeringen opwaarts, met een groei van 0,4% k-o-k. Ondanks de zwakkere macro-economische context en de hoge rentes is er meer geïnvesteerd in vervoer en machines. Wij denken dat dit vooral vervangingsinvesteringen betreft. Voor de andere sectoren – zoals de bouw – nam het volume aan investeringen juist af.
De arbeidsmarkt is iets minder krap geworden, maar de spanning is met 1,1 vacatures per werkloze nog steeds hoog. In het eerste kwartaal zagen we een toename van het aantal gewerkte uren per persoon en een lichte toename van het aantal openstaande vacatures. Ook zien we dat er meer mensen vanuit de niet-beroepsbevolking op zoek gaan naar werk, maar minder mensen direct een baan vonden. De vanochtend gepubliceerde cijfers sluiten aan bij onze kijk op de arbeidsmarkt: de krapte is blijvend maar neemt in intensiteit wat af. Dit wordt ook gesignaleerd door bedrijfsenquêtes, waar bedrijven aangeven dat de arbeidstekorten relatief minder nijpend worden. Wel zijn tekorten aan adequaat personeel nog steeds de grootste belemmering voor werkgevers.
Ondanks de neerwaartse verassing ondersteunen de gepubliceerde cijfers onze kijk op de groeivooruitzichten voor 2024. We verwachten lage, maar positieve groei voor de rest van het jaar, met als belangrijkste drijfveer de binnenlandse vraag van zowel de overheid en huishoudens. De uitvoer zal – gezien het uitbodemen van de wereldhandel en de industrie – voornamelijk in de tweede helft van 2024 herstellen. Op dit moment zijn we onze voorspellingen aan het herzien. Deze zullen meegenomen worden in onze Nederlandse Economie in Zicht publicatie die in de komende weken verschijnt.