Consumptiecijfer maskeert onderliggende verschillen
Alhoewel het consumentenvertrouwen het gehele jaar bijzonder laag is, blijven de totale consumptieve uitgaven tot oktober nog op peil. Dit totale cijfer maskeert de onderliggende verschillen in de bestedingen aan goederen en diensten. Op het moment dat de dienstenuitgaven nog profiteerden van inhaalbestedingen, zette de goederenconsumptie al een daling in. Nu ook het diensteninhaaleffect achter de rug is, verwachten we een krimp van de consumptieve bestedingen voor de komende twee kwartalen.
Consumenten in Nederland zijn al het gehele jaar pessimistisch gestemd. In september en oktober bereikte het consumentenvertrouwen historisch lage niveaus. Desondanks, bleven de bestedingen aan goederen op peil en leek er een tijdelijke ontkoppeling te zijn tussen het consumentenvertrouwen en de goederenconsumptie (lees onze analyse ). Ook de totale consumptie bleef op peil en steeg volgens recent gepubliceerde cijfers van het CBS in oktober met 0,6% jaar-op-jaar (j-o-j). Maar dit totale cijfer maskeert onderliggende verschillen in de bestedingen aan goederen en diensten.
Vanwege de stijgende rentes en de hoge (energie)inflatie komt de koopkracht onder druk te staan. Dit begint vat te krijgen op de consument. De goederenconsumptie begon eerder al te dalen, zo blijkt ook uit de recent gepubliceerde cijfers van het CBS: in oktober daalde deze categorie met -3,2% j-o-j. De dienstenuitgaven daarentegen camoufleren de neergang in het consumptiecijfer. Na de pandemie haalden consumenten bijvoorbeeld hun uitgestelde horeca uitgaven in. Aangezien we inmiddels zien dat dit inhaaleffect in de horeca achter de rug is (lees onze analyse ), wordt de invloed van inflatie op de consumptie steeds beter zichtbaar. In onze geanonimiseerde en geaggregeerde transactiedata zien we dat, gecorrigeerd voor inflatie, de consumptie ook in november terug is gelopen. Daarom verwachten wij voor de komende twee kwartalen een krimp van de consumptieve bestedingen.