Column

Column - Voorjaarsschoonmaak voor de industrie

DuurzaamheidKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact
Photo by Nuno Silva on Unsplash
Photo by Nuno Silva on Unsplash

Nog drie nachtjes slapen en dan is het zover: de Clean Industrial Deal. Ik kan niet wachten. De verwachtingen zijn namelijk hooggespannen. De EU staat onder flinke druk om haar industriële concurrentiekracht te versterken en tegelijkertijd een levensvatbare route voor industriële bedrijven uit te stippelen naar een koolstofarme economie. Tien tegen één dat het geen sledgehammer oplossingen gaat brengen, want de EU moet natuurlijk alle kikkers in de kruiwagen houden.

Op de bres

De EU Clean Industrial Deal zal hoogstwaarschijnlijk op de adviezen van Mario Draghi voortbouwen. Hij kwam in september vorig jaar met 172 beleidsmaatregelen en adviezen om de haperende economie van Europa en haar concurrentievermogen nieuw leven in te blazen. Draghi meent dat Europa meer moet investeren om haar toekomstige welvaart veilig te stellen. Dit moet een mooie mix zijn van publieke en private investeringen. Deze investeringen – zo’n slordige EUR 800 mld, ofwel 5% van het BBP van de EU – moeten met name gericht zijn op het koolstofvrij maken van de economie (ofwel decarbonisatie). Want Draghi denkt dat dit voor de EU-industrie een specialisatie is die zo uniek is dat het concurrentievoordeel oplevert en ook de energiekosten gaat verlagen.

Het uiteindelijke doel van Europa is dus om in de komende tien jaar het industrieel concurrentievermogen ten opzichte van de VS en China te verbeteren, de afhankelijkheid van fossiele brandstofleveranciers te verlagen en leiderschap op het gebied van verduurzaming te versterken. Hiervoor is het belangrijk dat de EU het voortouw neemt in de innovatie en productie van veel schone technologieën. Tot nu toe is de verwachting dat deze markt de komende jaren sterk blijft groeien in omvang, maar niets is meer zeker in de huidige (geo)politieke context.

De roep om actie is ook in Nederland luid en duidelijk te horen. Zo waarschuwt ondernemersclub VNO-NCW met enige regelmaat en ook steeds indringender dat de Nederlandse industrie een concurrentieachterstand heeft en dat die afstand alleen maar groter wordt voor het industriële bedrijfsleven. De hoge energiekosten en allerlei additionele heffingen zijn hierbij de grootste doorn in het oog, hoewel de obstakels met de netcapaciteit de industrie ook geen goed doet. Ook voor VNO-NCW is inzetten op verduurzaming het speerpunt, maar dan moeten de randvoorwaarden goed geregeld zijn. Daarvoor springt zij – samen met andere belangenorganisaties – op de bres.

Schone zaak

Momenteel zit de Europese industrie in zwaar weer. De vraag is zwak, de energiekosten liggen hoog, de concurrentiestrijd met de Chinese industrie valt zwaar en Trump doet ons ook geen goed. De EU wil af van ongecontroleerde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en geopolitieke kwetsbaarheid. En zij wil haar ecologische voetafdruk verlagen. Dit moet de Clean Industrial Deal waarmaken. Tot dusver is echter alleen bekend dat de lidstaten wordt aanbevolen (!) om de belastingen op elektriciteit te verlagen. Voor decarbonisatie komen er belastingvoordelen en meer (vereenvoudigde) financiële steun. Ook ligt minder bureaucratie in het verschiet om de administratieve last voor de industrie te verminderen. En in navolging van Trump’s buy-American, komen er ook de buy-Europe criteria om de vraag naar lokaal gemaakte producten te stimuleren.

Iedereen deed zijn plas, en het bleef zoals het was

Tot dusver nog geen schokkende maatregelen die de grote thema’s direct bij de horens vat. Maar wie weet zit er nog veel meer in het vat. Echt loslopen zal het niet, denk ik. Want zoals altijd moeten alle landen hun plasje doen over het schone industrieplan en kom je automatisch op de weg van de minste weerstand uit. En dan gaat het vervolgens ook nog wel even duren voordat we van al deze visies iets gaan merken. Dat gaat zeker niet van vandaag op morgen of zelfs niet over een paar jaar (aldus de EU…). Het is die Europese stroperigheid en allerlei andere interne krachten die de EU-industrie zomaar kan opbreken. Europa zit daarmee dus ook zichzelf in de weg.

Deze column heeft op 24 februari in de Financiele Telegraaf gestaan