Column

Column - Rugdekking voor de industrie

DuurzaamheidKlimaateconomieKlimaatbeleidEnergietransitieSocial impact
Photo by Ricardo Gomez Angel via Unsplash
Photo by Ricardo Gomez Angel via Unsplash

In de afgelopen jaren heeft de Europese Commissie al heel wat EU-strategieën en actieplannetjes uitgezet om de transitie naar een koolstofarme economie op stoom te brengen. De Clean Industrial Deal (CID) is daar een voorbeeld van. Dit plan moet decarbonisatie aanjagen in de industrie en het voor bedrijven een stuk eenvoudiger maken. Want het zijn de bedrijven die het voortouw moeten nemen in deze transitie. Dan kun je maar beter een goed uitgekookt plan hebben met meer duidelijkheid en soepelere regels. Is de CID dan de bazooka voor de industrie?

Tegentij

De zwakke staat van de Europese en ook de Nederlandse industrie, baart op zijn minst zorgen. De industriële productie is in Europa in de afgelopen tien jaar met gemiddeld slecht 0,5% op jaarbasis toegenomen en in Nederland zelfs met gemiddeld 0,1% per jaar gedaald. Ook de productiviteitsgroei is uiterst zwak. Daar gaat niet veel optimisme van uit.

De industrie heeft het dus moeilijk op het Europese continent. Zij is hard getroffen door de hoge energieprijzen en hogere operationele kosten. Dit ettert nog steeds na. Het zet de bedrijfsmodellen en het concurrentievermogen onder druk. Maar ook de impact van de CO2-heffing (dit jaar overigens voor het eerst) en de forse koolstofarme investeringen doen een duit in dit zakje. Bij tegenzittend economisch tij spreek je dan al gauw over een crisissituatie. De Europese industrie kan dus wel wat ruggensteun krijgen en de CID moet hiervoor een zetje geven aan de industrie.

Financieren

De vooruitgang in de transitie naar een koolstofarme economie kent obstakels voor bedrijven, zoals te hoge initiële investeringen in verduurzaming, de hogere operationele kosten, complexiteit en onzekerheid bij de toegang tot grondstoffen en de infrastructurele problemen. De CID is ambitieus op veel fronten en biedt oplossingsrichtingen. Dat is positief. Wat de industrie direct helpt is het verlagen van de energiekosten, via fiscale maatregelen. Dit is wat CID ook aanbeveelt. Dan is het jammer dat de CID niet bindend is.

De CID mobiliseert miljarden euro’s en extra garanties op de korte en lange termijn, maar geeft weinig inzicht en details prijs over de financiering van specifieke plannen. Dit vraagt om meer transparantie. Alleen dan kun je een goede inschatting maken over effectiviteit ervan.

Vertrouwen

Een goed doordachte financieringsstrategie alleen is overigens niet voldoende. Er is meer nodig dan dat. Om bijvoorbeeld bedrijven in de cleantech sector in Europa te laten floreren is vertrouwen nodig. Dit vertrouwen is nu relatief laag. Het recente faillissement van een Zweedse batterijmaker (Northvolt) is hier exemplarisch voor. Veel publiek en privaat geld is in dit project gepompt, maar ondanks deze forse steun heeft het project in Europa de eindstreep niet gehaald. Het toont de kwetsbaarheden om een eigen cleantechsector te bouwen: de grote afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffenleveranciers en de fikse concurrentie met gevestigde spelers (m.n. Azië).

De risico’s rondom experimenten en de innovatie in de cleantech zijn relatief hoog. Daarom is veerkracht en risicoacceptatie vereist. De EU zou er veel voor over moeten hebben om deze risico's van investeringen in schone technologie te verminderen. Dit is een belangrijke voorwaarde en kan het vertrouwen herstellen. Daarnaast zijn de investeringscycli in schone technologieën relatief lang. Ook dit brengt bedrijfsrisico’s met zich mee. Niet alleen voor bedrijven die de schone technologieën gaan gebruiken, maar ook voor de makers ervan en niet te vergeten voor financiers.

Overheidssteun om alle risico’s te beperken is cruciaal. Want zonder deze steun is de kans groter dat (cleantech) startups en industriële kampioenen ons continent de rug toekeren. De overheid heeft een zorgplicht en moet industriële bedrijven rugdekking geven. Dit kan met geld, met vrijstellingen, met versoepeling van beleid, met fiscale oplossingen. Maar in ieder geval met de juiste randvoorwaarden. Kortom, het moet allemaal beter en simpeler. Dat wekt vertrouwen.

Deze column heeft op 24 maart in de Financiele Telegraaf gestaan.