Publication

China - Economie toont veerkracht, terwijl meer invoertarieven VS dreigen

Macro economieChinaOpkomende markten

Economie toont veerkracht ondanks verhoging invoertarieven VS, met gerichte, ingetogen reactie China. We denken dat Beijing doorgaat met stapsgewijze begrotingsstimulus en monetaire versoepeling, …hoewel beleidsmakers een deel van hun kruit drooghouden in afwachting van meer invoertarieven VS.

Economie toont veerkracht ondanks weer oplaaien tarievenoorlog met VS

De Chinese economie toont veerkracht, net nu de tariefspanningen met de VS weer zijn opgelaaid. In februari en maart verhoogden de VS de tarieven op alle import vanuit China twee keer met 10%. Beijing kwam onmiddellijk met represailles, maar wel op een gerichte, gematigde wijze (zie hier). Ondanks dit tarievenvuurwerk waren de inkoop-managersindices (PMI’s) voor februari sterker dan die voor januari. Vooral de beide PMI's voor de verwerkende industrie lieten een sterke stijging zien. De maandelijkse macrodata, gecombineerd voor januari/februari vanwege de jaarlijkse verschuiving in de timing van het Chinees nieuwjaar, kwamen ook sterker uit dan verwacht (zie hier). Het economisch herstel wordt nog steeds geleid door de aanbodzijde. De groei van de industriële productie (circa 6% j-o-j, waarschijnlijk gesteund door wat frontloading van de uitvoer) blijft die van de detailhandelsverkopen en de investeringen in vaste activa (circa 4%) overtreffen.

Verder trok de kredietverlening aan in januari/februari mede dankzij eerdere stimulus via de begroting, al bleef de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens zwak. Ook andere indicatoren waren minder overtuigend. De vastgoedsector blijft de Chinese groei drukken. Vastgoedinvesteringen laten nog altijd een sterke krimp op jaarbasis zien. En de jaarlijkse groei van de huizenverkopen viel in februari toch weer terug naar krimpgebied. Ook de buitenlandse handel stelde teleur, terwijl het werkloosheidscijfer onverwacht steeg tot het hoogste niveau in twee jaar (5,4%). Ondertussen kwam de CPI-inflatie in februari voor het eerst sinds begin 2024 weer in negatief terrein uit. Die terugval was op zich wel verwacht, en werd sterk gedreven door basiseffecten (inclusief de voedselprijzen). De stijging van de producentenprijzen viel voor de 29e maand negatief uit.

Stapsgewijze stimulus via begroting gaat door, maar kruit wordt deels drooggehouden

De eerder door de overheid gedane toezeggingen om de steun via de begroting op te voeren werd begin maart nog weer eens bevestigd tijdens de traditionele toespraak van de premier in het Nationaal Volkscongres, het Chinese parlement. (zie: China – More tariffs, more support). De doelstelling voor het nominale begrotingstekort werd verhoogd van 3% naar 4% van het bbp en ook de doelstellingen voor de uitgifte van obligaties door lokale overheden en de centrale overheid werden verhoogd. Alles bij elkaar zou het geconsolideerde begrotingstekort dit jaar met circa 2pp kunnen stijgen tot ruwweg 9-9,5% van het bbp. Meer specifiek hebben de beleidsmakers zich de laatste tijd ook duidelijker uitgesproken over de noodzaak om de consumptie te stimuleren. Dat is sowieso nodig om de economie te stutten, maar het weerspiegelt ook de verwachting dat de export dit jaar aan kracht zal inboeten (deels door de Amerikaanse tarieven).

En de daad wordt bij het woord gevoegd. Begin 2025 verlengde Beijing al een subsidieprogramma voor bepaalde consumptiegoederen. Medio maart volgde een nieuw plan om de consumptie te stimuleren, waarbij de nadruk ligt op het verhogen van de reële inkomens van huishoudens en het verlagen van de kosten voor kinderopvang, medische zorg en ouderenzorg (zie China – Good start to 2025, consumption support forthcoming). Al met al verwachten we dat de stapsgewijze stimulus via de begroting door Beijing zal worden voortgezet. Toch zal een deel van het kruit droog worden gehouden tot er meer bekend is over verdere Amerikaanse tariefplannen, die naar verwachting begin april zullen worden gecommuniceerd. Er komen ook nieuwe kapitaalinjecties in grote staats- en beleidsbanken aan (voor ten minste CNY400 miljard). Daarnaast gaan we nog steeds uit van meer monetaire versoepeling, in de vorm van verlagingen van de beleidsrentes en de bancaire reservevereisten. Toch heeft de Chinese centrale bank (PBoC) geen haast. De recente macro-economische data laten immers per saldo een verbetering zien, en het is ook niet verwonderlijk dat men even wil afwachten met hoeveel extra invoertarieven de VS binnenkort komen.

De tot dusverre door de VS ingevoerde tarieven op China passen nog steeds binnen ons basisscenario. Wij gaan namelijk uit van een verhoging naar 45%, en – met de twee 10pp verhogingen in februari en maart zitten we nu op ongeveer 30%. Maar zoals gezegd kan China vanaf april dus wel eens te maken krijgen met veel meer Amerikaanse tarieven. Denk aan China-specifieke tarieven (gekoppeld aan de bevindingen van een Amerikaans China-onderzoek), 'secundaire tarieven' (bijvoorbeeld gekoppeld aan de energiehandel met Venezuela) of productspecifieke tarieven. En dan is er ook nog eens een plan om de Amerikaanse havengelden voor aan China gelieerde schepen drastisch te verhogen (zie Global manufacturing, New disruptions on the horizon). Al met al zien we zowel opwaartse (getoonde veerkracht, meer stimulus) als neerwaartse (meer tarieven) risico's voor onze groeiprognoses, die we volgende maand zullen herzien.