Publication

Vooruitblik Prinsjesdag: klimaatdoelen dichterbij, mits stok volgt

SustainabilityNetherlandsClimate economics

Het demissionaire kabinet trekt naar verwachting 6,8 miljard extra uit om de uitstoot van CO2 te verminderen. Daarvan kan in 2022 maximaal 4,6 miljard extra worden uitgegeven. Maar met alleen subsidies als beleidsinstrument zal de impact op CO2-reductie beperkt zijn. Extra heffingen, belastingen en het beperken van vrijstellingen zijn nodig om deze doelen te halen, en zelfs dan kan gebrek aan technisch personeel de uitvoering van deze plannen verstoren.

Introductie

Op 21 september is het Prinsjesdag. Dan wordt de begroting voor 2022 gepresenteerd. Een groot aantal Prinsjesdagplannen zijn al uitgelekt waaronder plannen voor het klimaat. Het demissionaire kabinet trekt naar verwachting 6,8 miljard euro extra uit om de uitstoot van CO2 te verminderen (NRC Handelsblad, 18 september). Hiervan wordt 3 miljard euro ingezet om de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) te verhogen. Daarnaast investeert het kabinet ook 1,3 miljard euro in nieuwe infrastructuur en wil het het wegverkeer sneller vergroenen en de verduurzaming van gebouwen verder stimuleren. Mochten dit inderdaad de maatregelen zijn, wat zouden ze kosten en wat voor CO2 besparing zullen ze opleveren?

Hoe staat Nederland er nu voor?

Op dit moment stevent Nederland af op 43% minder CO2 in 2030 in vergelijking met 1990. Dat is minder dan wat Nederland in zijn Klimaatakkoord als doel heeft gesteld; namelijk 49%. Om deze 49% vermindering van CO2 te bereiken moeten er nieuwe maatregelen genomen worden. Daarnaast wordt er momenteel in Europa onderhandeld over het “fit for 55” programma van de Europese Commissie waarbij er ook voor Nederland additionele maatregelen in het verschiet liggen. Een aantal van deze maatregelen wordt op Prinsjesdag gecommuniceerd. Maar het merendeel van de plannen wordt doorgeschoven naar het volgende kabinet. De voorstellen van de Europese Commissie geven aan dat het landendoel voor CO2-reductie mogelijk ongeveer gelijk blijft; 48% in plaats van 49%. Maar het doel voor CO2-besparing voor de sectoren die niet onder de ETS vallen wordt mogelijk verhoogd van 36% naar 48%. Dit moet het nieuwe kabinet gaan uitwerken.

Wat kan met de gelekte maatregelen worden bereikt?

Op basis van de effecten en kosten per beleidsmaatregel die de studiegroep van Van Geest heeft uitgewerkt (zie hierover onze eerdere analyse hier), analyseren wij hoe ver het demissionaire kabinet maximaal kan komen met de gelekte plannen.

Elektriciteitssector

De belangrijkste uitgave gaat naar de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++), waarmee CO2-reducerende technieken worden gesubsidieerd. In de begroting voor 2022 wordt naar verwachting 3 miljard euro extra hieraan uitgegeven. Deze 3 miljard euro is waarschijnlijk opgesplitst naar de verschillende sectoren. Aan de wind- en zonprojecten wordt momenteel SDE++ subsidie gegeven. Maar ook de elektrificatie van de industrie valt hieronder. Dit blijft tot 2025 het geval.

Industrie

In de meest ambitieuze route die de commissie Van Geest uitstippelde wordt 85 miljoen euro per jaar extra aan SDE++ gespendeerd (850 miljoen tot 2030). In termen van CO2-reductie is deze enorme opschaling een slimme zet, aangezien met deze subsidie in bijvoorbeeld technieken rondom waterstof en carbon capture and storage (CCS) veel emissiereductie behaald kan worden. Cruciaal is daarbij echter dat er tegelijk met de subsidie ook belasting wordt geheven. Een aanscherping van de CO2-heffing aan de marge voor de industrie bijvoorbeeld en het beperken van vrijstellingen op verschillende energiebelastingen zal voor de industrie onontbeerlijk zijn om de 8 Megaton (Mton) CO2-reductie tot 2030 te bewerkstelligen waarmee de klimaatdoelen in een klap een heel stuk dichterbij komen. De maatregelen die de zogenaamde ‘stok’ vormen (bv heffingen en regulering) zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de emissiereductie die de industrie kan behalen.

Infrastructuur

De verwachting is dat het kabinet 1,3 miljard euro in nieuwe energie-infrastructuur investeert (NRC Handelsblad, 18 september). Het zal hier waarschijnlijk gaan om subsidiering van infrastructuur die zonder subsidie nog niet rendabel kan worden opgeschaald. Groen gas of waterstof infrastructuur zijn hier voorbeelden van. Om de klimaatdoelen te halen zou volgens de commissie Van Geest zo’n 2 miljard per jaar moeten worden geïnvesteerd (zie bovenstaande tabel). Daarmee zijn de tot nu toe gelekte voornemens dus een te lage investering tenzij een deel van deze uitgave ook valt onder het kopje industrie. Weliswaar vertaalt een dergelijke investering zich niet direct in emissiereductie, het is wel een noodzakelijke voorwaarde voor de industrie om zijn doelen te behalen.

Elektrisch vervoer

Vorige week werd bekend dat het kabinet ook plannen zal aankondigen waarmee extra stappen worden gezet in het elektrificeren van het wegvervoer. Ook dit is een interessant beleidsvoornemen aangezien hier uiteindelijk zo’n 5 Mton CO2-reductie in 2030 mee behaald kan worden. Echter, ook hier weer is het de combinatie van wortel en stok die effectief is. De ‘wortel’ is de fiscale stimulering van elektrische voertuigen. Kosten, zo’n 1 miljard euro per jaar. Het zijn vooral het ‘betalen naar gebruik’ en verhoging motorrijtuigenbelasting die de reductie bewerkstelligen.

Gebouwen

Voor de gebouwde omgeving is het de vraag hoe ambitieus het kabinet zal blijken te zijn. De mogelijkheden reiken tot 4 Mton CO2-reductie tot 2030 maar kunnen ook beperkt blijven tot 1 Mton. De uitkomst zal afhangen van de hoeveelheid subsidies die zullen worden verleend voor het isoleren van huur- en koopwoningen, en ook voor het energiezuinig maken van gebouwen met bijvoorbeeld hybride warmtepompen. Kosten bedragen afhankelijk van het ambitieniveau tussen de 468 en de 1233 miljoen euro per jaar. Voor de meest ambitieuze stappen ter verduurzaming van gebouwen is ook hier weer de stok onontbeerlijk: het verhogen van de energiebelasting zal het duwtje in de rug moeten geven voor het grootschalig isoleren van panden. Uiteraard maakt deze laatste maatregel de benodigde uitgaven kleiner.

Landbouw en landgebruik

Over landbouw en landgebruik is weinig gelekt behalve dan dat de SDE++ verhoging de glastuinbouw zou moeten helpen bij het vergroenen van hun bedrijfsvoering. Een groot deel van de vraag naar energie en CO2 voor de gewasgroei van de glastuinbouw wordt ingevuld door aardgas in warmteketels en warmtekrachtkoppelingen (WKK), waarmee zowel elektriciteit als warmte wordt geproduceerd. De opgewekte elektriciteit uit WKK wordt vervolgens voor ongeveer de helft verkocht aan het net. Het stimuleren van vergroening is noodzakelijk. De glastuinbouw maakt ook aanspraak op de generieke regelingen zoals de SDE++. Hoeveel van de verhoging van SDE++ precies naar glastuinbouw gaat is nog niet bekend.

Tenslotte

Met 6,8 miljard euro extra voor klimaat kan het kabinet de kloof verkleinen tussen de emissiereductie waaraan het zich gecommitteerd heeft en de reductie waar wij op af stevenen. In deze publicatie hebben wij een inschatting gemaakt van de meest ambitieuze maatregelen die in 2022 genomen zouden kunnen worden. Op basis hiervan denken wij dat het kabinet maximaal 4,6 miljard euro kan uitgeven. In termen van CO2-reductie zouden hiermee grote stappen kunnen worden gezet, mits ook de belastingen, heffingen en uitfasering van vrijstellingen geïntroduceerd worden die gedragsverandering helpen aanmoedigen. Zonder deze ‘stok’ zullen de extra uitgaven zeer beperkt effect sorteren. En zelfs dan ligt er nog een levensgrote uitdaging van de klimaattransitie op het gebied van de arbeidsmarkt. Het tekort aan technisch geschoold personeel is er al jaren, maar zal randvoorwaardelijk worden om de transitie te kunnen uitvoeren. Wij kijken daarom ook met spanning uit naar de plannen van het kabinet ten aanzien van omscholing en bijscholing voor met name technisch personeel. Tenslotte zal er ook een tekort ontstaan van kritische metalen die voor deze transitie nodig zijn. De mate van tekort is afhankelijk van technologische ontwikkelingen.