Publication
24 april 202306:15

SustainaWeekly - Wie zijn de klimaatleiders en -achterblijvers van de EU?

SustainabilityClimate economicsClimate policyEnergy transitionSocial impact

In deze editie van de SustainaWeekly richten we op een aantal relevant (economisch gerelateerde) klimaatindicatoren in de Europese Unie (EU). Van de top tien grootste uitstoters in de EU presteert Italië op alle economische klimaatindicatoren het beste, terwijl in Tsjechië nog flink wat werk aan de winkel is. Wat verder opvalt is het relatief lage aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix van Nederland en ook België. E ondanks dat de energie productiviteit (of efficiency) in vrijwel alle landen van de top tien grootste uitstoters een stijgende lijn laat zien, ligt de positie van de indicator is sommige landen – zoals Polen, Roemenië, Tsjechië en België – nog ruim onder het EU-27 gemiddelde. Om de gestelde klimaatdoelen te bereiken is het relevant dat werk wordt gemaakt van het bevorderen van de energie efficiency. Dit is naast de inzet van meer hernieuwbare energie de meest effectieve manier om te decarboniseren.

Economie thema: Het monitoren van klimaatindicatoren biedt de mogelijkheid om het decarbonisatiepad doeltreffender te analyseren en gelijktijdig inzicht te bieden in de uitdagingen en kansen in de transitie naar een groenere economie. Uit onze analyse blijkt dat nog teveel klimaatindicatoren in sommige EU-landen op achterstand staan. Welke landen dit exact zijn, leest u in de hiernavolgende analyse.

ESG in cijfers: In een vast onderdeel van onze Weekly presenteren we enkele grafieken met de belangrijkste indicatoren voor ESG-financiering en de energietransitie.

Teveel klimaatindicatoren in EU-landen staan nog op achterstand

  • Het gat tussen de EU-27 en mondiale CO2-intensiteit is in 30 jaar aanzienlijk verkleind

  • Van de top tien grootste uitstoters in de EU presteert Italië op alle economische klimaatindicatoren het beste, terwijl in Tsjechië nog flink wat werk aan de winkel is

  • Energiebesparing en -vermindering is een effectieve manier om de EU-klimaatambities van 2030 en verder te bereiken

Het monitoren van klimaatindicatoren biedt de mogelijkheid om het decarbonisatiepad doeltreffender te analyseren. Het geeft ook beter inzicht in de uitdagingen en kansen in de transitie naar een groenere economie. In deze analyse geven we inzicht in de trends van een 12-tal (economische) klimaatindicatoren van de tien grootste CO2-uitstoters binnen de EU-27. Het laat zien welke EU-landen voor of achter lopen op het EU-27 gemiddelde. Van de 12 indicatoren is het bereiken van meer energie efficiency waarschijnlijk het meest effectief om de hoger liggende doelen van het EU-klimaatplan te bereiken. Want energie efficiency is een goede manier om zowel energieverspilling tegen te gaan en de CO2-uitstoot te verlagen.

CO2-intensiteit EU-27

Een analyse op emissie-intensiteit vinden sommige klimaatdeskundigen minder informatief omdat bij een dergelijke maatstaf een stijging van de absolute emissies nog steeds mogelijk is. Dit komt doordat de emissies worden gerelateerd aan bijvoorbeeld output, toegevoegde waarde of een populatie van een land. Het positieve aspect van de maatstaf is echter ook dat het een betrouwbaar doorkijkje geeft in de positie van landen ten opzichte van elkaar en de trends door de jaren heen.

Uit onderstaande figuren zien we onder meer dat de mondiale CO2-intensiteit lager ligt bij de indicator CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking, maar hoger ligt wat betreft de CO2-uitstoot naar toegevoegde waarde (BBP). De mondiale CO2-uitstoot per capita is in de periode 1990-2021 zelfs met 13% gestegen, terwijl de mondiale CO2-uitstoot naar BBP met 36% is gedaald. Dit komt mede doordat de toename van het mondiale BBP in de afgelopen 30 jaar 6 tot 7 keer harder is toegenomen dan de bevolking. Voor het EU-27 gemiddelde geldt dat de genoemde twee indicatoren met respectievelijk 31% en 55% zijn gedaald in dezelfde periode. Daarmee is het gat met de mondiale intensiteit kleiner geworden.

Uit de twee figuren komt duidelijk naar voren dat de puntenwolk zich meer is gaan concentreren in de linkeronderhoek richting 2021. Dit is een positieve trend, want het toont aan dat met bijvoorbeeld met meer economische groei, minder CO2-uitstoot is gemoeid. Een paar uitschieters vallen op. Zo zijn Luxemburg en Estland in zowel 1990 als in 2021 de buitenbeentjes als het gaat om CO2-intensiteit. Beide landen hebben echter wel een flinke reductie in de intensiteit gezien. In 1990 was Portugal de uitschieter aan de onderkant, maar gelukkig zijn daar in 2021 meerdere landen bij aangesloten.

Ondanks dat Nederland in 2021 bij de koplopers hoort wat betreft het meeste aantal zonnepanelen per hoofd van de bevolking, scoort het land nog net boven het EU-27 gemiddelde als het gaat om CO2-uitstoot per hoofd. Gelukkig is dit ten opzichte van 1990 slechts een lichte verslechtering. Nederland behoort echter zowel in 1990 als in 2021 tot de landen met de hoogste CO2-uitstoot naar BBP. Ook hier is de positie uit 2021 licht verslechterd in vergelijking met 1990.

Klimaatindicatoren EU-27

Een klimaatindicator is een maatstaf die wordt gebruikt om de klimaatverandering te meten in termen van trends en variabiliteit. Bekende indicatoren zijn in dit verband een stijgende zeespiegel, de opwarming van de oceanen, extreme weersomstandigheden en ook de stijging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur. Ze helpen om klimaatrisico’s mondiaal beter in beeld te brengen. Maar ook aan de hand van meer economisch georiënteerde indicatoren per land zijn waardevolle inzichten te verkrijgen die signalen geven over toekomstige emissies en dus klimaatverandering. Ze zorgen voor een beter begrip over de uitdagingen en kansen waarmee bij de overgang naar een groenere economie. In de tabel staan de trends van een 12-tal klimaatindicatoren weergegeven voor de 10 grootste uitstoters van CO2 in de EU-27.

Van deze 120 figuren zijn er 46 rood gekleurd (38%), wat betekent dat de trend of positie meer negatief is ten opzichte van het EU-27 gemiddelde. In totaal zijn 48 figuren groen gekleurd (positief, 40%) en 26 oranje (neutraal, 22%). Van de top drie grootste uitstoters valt Italië het meeste op. Op geen enkele indicator staat de figuur in het rood en zijn het overwegend groene gekleurde figuren. En zo valt onder de indicator ‘CO2 naar BBP’ eveneens geen figuur in het rood te signaleren. De tien grootste uitstoters laten in dit verband een positieve tot neutrale trend zien. De negatieve trends in deze indicator zijn te vinden onder de 17 andere landen van de EU-27.

Van de top tien grootste uitstoters presteert Tsjechië relatief slecht op alle indicatoren. Met name op het gebied van energie efficiency laat het land geen goede resultaten zien. Wat verder opvalt is het relatief lage aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix van Nederland en ook België. En dat is op zich vreemd, aangezien beide landen ook in de top vijf staan van landen met de meeste zonnepanelen per hoofd van de bevolking. Ondanks dat de energie productiviteit (of efficiency) in vrijwel alle landen van de top tien grootste uitstoters een stijgende lijn laat zien, ligt de positie van de indicator is sommige landen – zoals Polen, Roemenië, Tsjechië en België – nog ruim onder het EU-27 gemiddelde. Het monitoren van de trend in deze indicator is waarschijnlijk het meest relevant.

Energie efficiency hoort bij het hoogste doel

De inval van Rusland in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis maakten de aanscherping van de bestaande energie-efficiëntierichtlijnen van de EU een stuk urgenter, samen met de inzet van meer hernieuwbare energie. Het verspillen van energie kan niet meer worden geoorloofd. Bovendien is het bereiken van meer energie-efficiëntie waarschijnlijk de meest kosteneffectieve manier om meerdere doelen gelijktijdig te bereiken. Niet alleen dringt het de emissies terug, maar het verbetert ook de energiezekerheid, het helpt om het concurrentievermogen te vergroten en het maakt energieverbruik voor alle eindgebruikers uiteindelijk betaalbaarder. Meer energie-efficiëntie is daarmee één van de belangrijkste factoren in de EU energie- en klimaatdoelstellingen op lange termijn.

Energie-efficiëntie betekent dat er minder energie wordt gebruikt om dezelfde activiteiten uit te voeren. Heel concreet wil dat zeggen dat energieverspilling wordt tegengegaan. Er zijn veel mogelijkheden voor efficiëntieverbeteringen in vrijwel elke sector van de economie. Hierbij kan het gaan om de agrarische sector, gebouwen, vervoer, industrie of energieopwekking. In EU-27 is de energie efficiency (energieverbruik naar BBP) alleen maar verbeterd in de afgelopen 20 jaar. Sinds het jaar 2000 is de energie efficiency met 87% toegenomen, onder invloed van een vrijwel stabiele trend in het finale energieverbruik en een stijging van de toegevoegde waarde (BBP) in de EU-27 met 85%.

Het blijft belangrijk om het energieverbruik terug te dringen in Europa. Daarom verhoogde de Europese Commissie (EC) de energie efficiency ambitie met de presentatie van het REPowerEU-plan (in mei 2022). De verscherping had als voornaamste doel om de EU minder afhankelijk te maken van de invoer van fossiele brandstoffen uit Rusland. Omdat energiebesparing en -vermindering de meest effectieve manier is om die ambitie te bereiken, stelde de EC voor om de bindende EU-energie-efficiëntiedoelstelling ten opzichte van het referentiescenario voor 2020 te verhogen van 9% tot 13%. Dit komt neer op respectievelijk 980 Mtoe voor primair energieverbruik en 750 Mtoe voor finaal energieverbruik in 2030. Vanaf het 2021 niveau van finaal energieverbruik betekent dit een reductie van nog 23% tot aan 2030, ofwel zo’n 2,5% reductie in het verbruik per jaar. Dit doel lijkt op het eerste gezicht haalbaar. Alleen de historische trend laat zien dat in de afgelopen 20 jaar het finaal energieverbruik relatief grillig verloopt en dat de jaarlijkse gemiddelde verandering stabiel is gebleven. Het geeft aan dat het bereiken van dit nieuwe doel ook weer een nieuwe uitdaging toevoegt aan het totale EU-klimaatplan.

Share this research
  • Delen via LinkedIn
  • Delen via Facebook
  • Delen via X
  • Delen via Mail