In november werd de vierde jaargang van de klimaatscenario's van het Network for Greening Financial Services (NGFS) gepubliceerd. In SustainaWeekly van deze week vergelijken we deze scenario's met de vorige set. Geordende scenario's bevatten nu ongeordende elementen. Nieuwe scenario's communiceren de risico's van een gebrek aan coördinatie en de rol van gedragsaanpassing. Schattingen van acute fysieke risico's zijn groter en meer gedetailleerd. In onze volgende notitie gaan we in op de herziene en herschikte Richtlijn Energieprestaties van Gebouwen (EPBD) om de potentiële impact te evalueren die deze kan hebben in de Europese bouwsector en meer specifiek voor groene obligatie-emittenten. Onze laatste analyse gaat verder waar onze analyse over koolstofafvang in het SustainaWeekly van 20 november ophield: hoe de afgevangen CO2 te transporteren?
Economie: De vierde jaargang van de klimaatscenario's van het Network for Greening Financial Services (NGFS) is recent gepubliceerd. Vergeleken met de vorige set bevatten de scenario's nu ook ongeordende elementen. Nieuwe scenario's communiceren de risico's van een gebrek aan coördinatie en de rol van gedragsaanpassing. Schattingen van acute fysieke risico's zijn groter en meer gedetailleerd.
Beleid: De herziene en herschikte Richtlijn Energieprestaties van Gebouwen (EPBD) is gericht op het versnellen van de verbetering van de energie-efficiëntie - een van de sub-initiatieven onder de EPBD is de harmonisatie van energielabels/EPC. Door harmonisatie zullen de labels van Franse en Belgische gebouwen nauwelijks veranderen, ondanks de zwakkere kwaliteit van gebouwen in deze landen. Nederlandse woningen, met sterke labels nu, zouden een lagere beoordeling kunnen krijgen onder het harmonisatievoorstel.
Sector: In onze SustainaWeekly van 20 november hebben we een gekeken naar technologieën en technieken voor het afvangen van koolstof. We richten ons nu op het transport van de afgevangen CO2. Voor het transport van CO2 is de staat belangrijk. CO2 wordt voornamelijk getransporteerd via pijpleidingen, omdat dit een volwassen technologie is en andere transportmethoden nog niet volwassen genoeg zijn. Het risico op corrosie en het effect van onzuiverheden in CO2 op de infrastructuur zijn de belangrijkste uitdagingen voor het transport van CO2. Transportkosten kunnen aanzienlijk variëren.
ESG in cijfers: In een vaste rubriek van deze publicatie, presenteren we een grafiekenboek over enkele van de belangrijkste indicatoren voor ESG-financiering en de energietransitie.
Impact acute fysieke risico's groter in nieuwe NGFS scenario's
In november zijn de vierde vintage klimaatscenario's van het Network for Greening Financial Services (NGFS) gepubliceerd
Vergeleken met de vorige set bevatten de ordelijke NGFS scenario's nu ook wanordelijke elementen
De nieuwe scenario’s geven onder meer de risico's van gebrek aan coördinatie en de rol van gedragsaanpassing weer
De impact van acute fysieke risico’s is tevens groter en een stuk gedetailleerder
Op 7 november heeft het Network for Greening Financial Services (NGFS) de vierde van zijn klimaatscenario's gepubliceerd. Het is een update van de derde jaargang, die in september 2022 werd gepubliceerd. De scenario's zijn geactualiseerd om gerealiseerde ontwikkelingen & toezeggingen weer te geven. De scenario's zijn herzien en er zijn twee nieuwe scenario's toegevoegd, terwijl één scenario is stopgezet. Ook is er een aanvullende dekking van acute fysieke risico's, om meer gevaren en extra geografische en sectorale granulariteit op te nemen. In deze ronde is het gebruik van Carbon Dioxide Removal (CDR) methoden beperkt omdat deze technologieën minder beschikbaar zijn.
De scenario's laten zien dat er langzaam vooruitgang wordt geboekt bij het verlagen van de temperatuurresultaten.
Vergeleken met de scenario's van vorig jaar zijn de temperatuurresultaten voor 2100 in elk scenario lager (met uitzondering van het scenario voor vertraagde overgang, dat ongewijzigd blijft). Het huidige beleid voor de wereld als geheel leidt nu tot 2,8°C vergeleken met 3,2° in de derde jaargangscenario's. De zogenoemde Nationally Determined Contributions (NDC's) – ofwel de nationaal vastgestelde doelstellingen – leiden nu tot 2,1°C, tegen 2,6°C vorig jaar. Dit is logisch, aangezien er het afgelopen jaar enige vooruitgang is geboekt, met name bij de implementatie van de NDC's in het huidige beleid. Een belangrijk voorbeeld zijn de Fit-for-55-plannen van de EU en de Inflation Reduction Act van de VS. De verschuivingen laten echter ook zien hoe langzaam de veranderingen gaan, terwijl er weer een jaar voorbij is.
Net Zero 2050 scenario heeft nu een aantal ongeordende elementen
Het Net Zero 2050 -scenario was een 100% ordelijk transitiescenario in de set scenario’s van vorig jaar. In de vierde jaargang hebben de geordende scenario's meer ongeordende elementen, als gevolg van vertragingen in het klimaatbeleid en de energiecrisis na de oorlog in Oekraïne. De koolstofprijs is hoger vergeleken met het vorige Net Zero 2050 scenario, als gevolg van de noodzaak om hetzelfde klimaatdoel te bereiken in een korter tijdsbestek. De energievraag is hoger vergeleken met het vorige scenario, wat een hoger uitgangspunt weerspiegelt. De energie-investeringen blijven achter bij wat nodig is in de periode tot 2030 en zijn dus vanaf 2030 veel hoger om de doelstelling voor 2050 te halen.
Nieuwe scenario’s laten de risico's van gebrek aan coördinatie en de potentiële rol van gedragsaanpassing zien
Eerdere versies van de NGFS-scenario's bevatten een scenario waarin Netto nul werd bereikt, maar op een wanordelijke en ongecoördineerde manier. Dit “Divergent Net Zero” scenario is in de nieuwe versie geschrapt "gezien de verminderde waarschijnlijkheid van een succesvolle ongecoördineerde transitie". In plaats daarvan is er een nieuw scenario in het voorheen lege "Too little, too late" kwadrant (zie figuur linksboven), waar zowel de fysieke risico's als de overgangsrisico's hoog zijn. Het scenario “Fragmented World” gaat uit van een vertraagde en uiteenlopende ambitie op het gebied van klimaatbeleid wereldwijd, wat leidt tot verhoogde transitierisico's in sommige landen en hoge fysieke risico's overal vanwege de algehele ineffectiviteit van de transitie. Dit is een relevant scenario voor de EU. Als koploper in de transitie zou de EU één van de regio's zijn waar hoge transitierisico's en hoge fysieke risico's zouden samengaan. Het scenario gaat ook uit van uiteenlopende reductieambities per sector, zoals blijkt uit de verschillende koolstofprijzen voor transport en gebouwen in vergelijking met industrie en energievoorziening. De combinatie van deze niet op elkaar afgestemde inspanningen tussen landen en sectoren leidt tot nog hogere transitierisico's dan in het scenario “Delayed Transition”, waarin de transitierisico's worden getemperd door een efficiënte interregionale en intersectorale verdeling van de transitie-inspanningen. Het andere nieuwe scenario, “Low Demand”, is een ordelijk transitiescenario dat een lager temperatuurpad en een minder progressieve koolstofprijs combineert. Significante gedragsveranderingen in energieopwekkings- en verbruiksactiviteiten zijn het belangrijkste onderscheidende kenmerk van dit scenario en het is bedoeld om de rol van gedragsveranderingen te benadrukken.
Impact acute fysieke risico's groter en meer detail
De modellering van acute fysieke risico's is uitgebreid met meer risico’s en meer geografisch detail. In de vorige versie was er een beperkte incorporatie van acute fysieke risico's, en dit alleen op geaggregeerde wereldschaal. De vierde versie breidt de dekking uit van acute fysieke klimaatrisico's en specifieke gevaren, zoals hittegolven, droogte, overstromingen, natuurbranden en stormen, en hun impact op de macro-economie. Dit komt bovenop het chronische fysieke risico, namelijk de effecten van de trendmatige temperatuurverandering op bijvoorbeeld arbeids- en landbouwproductiviteit. De volgende grafiek (linksonder) toont de BBP-delta's voor 3 scenario's in vergelijking met een basisscenario. Dit basisscenario vertegenwoordigt een wereld zonder klimaatverandering. Uit de grafiek blijkt duidelijk dat klimaatverandering in elk plausibel scenario een negatieve impact heeft op het BBP, maar dat de omvang van de verliezen verschilt van scenario tot scenario. Net als in de vorige jaargang is het fysieke risico het meest relevante van de klimaatrisico's. En het belang ervan is toegenomen: het acute fysieke risico dat samenhangt met de vier gemodelleerde gevaren (cycloon, droogte, hittegolf, overstroming) leidt in het scenario “Current Policy” tegen 2050 naar schatting tot een bbp-verlies van 8%. Ter vergelijking: in fase 3 werden de totale verliezen van het BBP door acute risico's geschat op ongeveer 1,4% ten opzichte van het referentiescenario voor het scenario met huidig beleid in 2050.
Hoewel de nieuwe cijfers de totale impact van fysieke risico's (chronisch en acuut samen) brengen op een wereldwijd BBP-verlies van bijna 14% voor de wereldeconomie tegen 2050 in het “Current Policies” scenario, is het goed om te beseffen dat deze schattingen waarschijnlijk nog steeds een onderschatting zijn. Er is geen rekening gehouden met tweede-ronde-effecten (massamigratie), potentiële omslagpunten (zoals bij permafrostdooi) en het feit dat de klimaatverandering momenteel sneller lijkt te gaan dan verwacht. Van de vier gevaren vormen droogte en hittegolven de grootste risicobronnen in de verschillende regio's. Meer geografisch detail laat zien dat Europa en Azië het meest blootgesteld zijn aan hittegolven, terwijl Afrika en Noord-Amerika het meest blootgesteld zijn aan droogte.