Europa is zo goed als mogelijk voorbereid op het komende stookseizoen. Maar naar verwachting zullen de gasprijzen de komende jaren hoog blijven in een krappe markt. Vermindering van de vraag, alternatieve bronnen, langetermijncontracten en meer (LNG) aanbod zouden de prijzen op langere termijn kunnen verlagen. De Europese Commissie heeft voorstellen bekend gemaakt tegen prijsstijgingen op de korte termijn.
OPEC+ heeft besloten de olieproductie met 2 mv/d te verlagen, maar de feitelijke verlaging zal veel kleiner zijn. Geopolitieke spanningen blijven vooralsnog hoog, ook op de oliemarkten. De olieprijzen zullen naar verwachting weer tot boven de 100 USD/vat stijgen in 2023 omdat het evenwicht tussen vraag en aanbod zal verslechteren.
De Europese aardgasprijzen zijn richting het begin van het stookseizoen gedaald
Nu de Europese gasvoorraden voor meer dan 90% gevuld zijn, kunnen we stellen dat Europa zo goed als mogelijk voorbereid is op de komende winter. Dit, in combinatie met de discussie over een mogelijk Europees prijsplafond op de (Russische) gasprijzen, heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de gasprijzen. Sinds 26 augustus is de Title Transfer Facility (TTF) - of Nederlandse aardgasbenchmark - gedaald van een recordhoogte van EUR 340/MWh intraday naar de huidige prijzen rond EUR 115/MWh (maandcontract). Toch is het goed om in gedachte te houden dat, ondanks een daling van meer dan 60% in de afgelopen weken, de gasprijzen nog steeds op historisch hoge niveaus worden verhandeld.
Nu de voorraden zijn aangevuld, zal de marktfocus langzaam maar zeker verschuiven naar het komende stookseizoen deze winter. Om aan de vraag naar gas in de komende maanden te voldoen, en dus te voorkomen dat de prijzen naar nieuwe recordhoogten stijgen, zal de huidige invoer van vloeibaar aardgas (LNG) op het huidige hoge niveau moeten blijven. Vooral als de vraag naar LNG in Azië begint aan te trekken kan dit een uitdaging blijken. Tegelijk moeten eindgebruikers van gas voortdurend zo efficiënt mogelijk omgaan met het beschikbare gas. Met andere woorden, energie-efficiëntie blijft essentieel om de vraag naar gas onder controle te houden. Enerzijds betekent dit dat de nog steeds hoge gasprijzen de vraag van de industrie zullen blijven drukken omdat het gewoonweg te duur is om de industriële productie op een "normaal" niveau draaiende te houden. Anderzijds zal het een onzekere factor blijven omdat vooral de vraag van particulieren en een groot deel van het MKB sterk afhankelijk is van het weer.
Risico’s op nieuwe prijsstijgingen wegen zwaarder dan het neerwaartse potentieel voor gasprijzen in Europa
In het geval van een zachte winter zouden de gasprijzen mogelijk verder kunnen dalen omdat tekorten worden voorkomen en het een relatief goed uitgangspunt zou zijn om te beginnen met het aanvullen van de voorraden voor de volgende winter. Niettemin zullen de uitdagingen om deze voorraden te vullen volgend jaar nog groter zijn dan voor deze winter. Tegelijkertijd zal, in geval van een strenge winter, het op peil houden van de LNG-instroom cruciaal blijken om eventuele tekorten en dus recordhoge prijzen te voorkomen. Daarnaast zal een vermindering van de vraag en het gebruik van alternatieve energiebronnen (vooral steenkool en kernenergie) de prijzen eveneens dempen. In dit verband zijn de opwaartse prijsrisico's bij een koude winter veel groter dan de neerwaartse prijsrisico's bij een zachte winter.
Gas - het basisscenario
In de vorige Energy Monitor-updates hebben wij verschillende scenario's verstrekt over de verwachting van de Russische aardgasexport naar Europa en het effect daarvan op de prijzen. De Russische gasexport is de afgelopen maanden aanzienlijk gedaald en vertegenwoordigt nu nog slechts 5-10% van de Europese import. Uiteraard blijven wij de risico's van alternatieve scenario's afwegen, maar aangezien het basisscenario volgens ons een veel grotere waarschijnlijkheid heeft, hebben wij besloten in deze Energy Monitor alleen ons basisscenario te bespreken.
Ons basisscenario gaat uit van het scenario dat de Russische gasexport naar Europa niet zal terugkeren. Sterker, het risico is groot dat het resterende deel van de Russische export nog verder zal dalen. Aangezien het grootste deel van deze uitvoer echter al is weggevallen, zal het effect van de Russische gasexport op de gasprijzen mettertijd kleiner worden. Europa is zeer succesvol geweest in het vinden van alternatieven voor de invoer van Russisch gas. Gedeeltelijk is dit gebeurd door over te schakelen op of gebruik te maken van andere energiebronnen zoals bestaande kolen- en nucleaire capaciteit en een toenemende capaciteit van hernieuwbare energiebronnen voor elektriciteitsopwekking. Ook het opvoeren van de invoer van LNG was succesvol. Niet alleen de invoercapaciteit is snel verhoogd, maar ook het aantrekken van beschikbare LNG op - voornamelijk - de spotmarkten. Wat de prijsvooruitzichten betreft, gaan wij uit van een gemiddelde wintervraag. Wij gaan er ook van uit dat Europa in staat zal zijn een hoog niveau van LNG-import te handhaven, hoewel iets lager dan we de afgelopen maanden hebben gezien. De Aziatische LNG-vraag zal immers toenemen als gevolg van Aziatische economische groei terwijl de alternatieve bronnen reeds zijn ingezet. Ook moeten de lagere gasvoorraden opnieuw worden aangevuld in de aanloop naar de volgende Aziatische winter.
De hoge Europese LNG-invoer heeft een prijs. Het afsluiten van langetermijncontracten kan helpen om de prijzen wat te drukken, maar aangezien het mondiale LNG-aanbod vóór 2024-2025 slechts mondjesmaat zal toenemen, zullen de gasprijzen in deze krappe marktomstandigheden evengoed hoog blijven. Tegelijkertijd zullen we sterke inspanningen zien om de vraag naar gas te verminderen. Dit is te zien in industrieën waar de hoge prijzen aanleiding geven tot a) investeringen in efficiëntie, maar ook tot b) vermindering van de vraag, eenvoudigweg omdat voortzetting van de activiteiten tegen de huidige prijzen op korte termijn - en in sommige gevallen ook op langere termijn - niet langer lucratief is.
Rekening houdend met bovenstaande aannames denken wij dat de TTF-prijzen in 2023 gemiddeld ongeveer EUR 110-130/MWh zullen bedragen (jaarcontract). De maandelijkse contracten zullen de jaarcontracten volgen, maar kunnen een meer volatiel gedrag vertonen. Een normaal seizoenpatroon zou wijzen op hogere prijzen in het vierde kwartaal van 2022 en het eerste kwartaal van 2023 als gevolg van de vraag naar verwarming, terwijl de prijzen in het tweede en derde kwartaal van 2023, wanneer de voorraden in een normaal tempo worden aangevuld, tot onder het jaargemiddelde zouden kunnen dalen. De tabel aan het einde van deze Energiemonitor bevat de volledige prijsprognoses.
Europese Commissie kondigt plannen aan om hoge gasprijzen te bestrijden
De Europese Commissie (EC) stelt een reeks maatregelen voor om de hoge gasprijzen te bestrijden en tegelijkertijd de gasvoorziening voor de komende periode veilig te stellen. In een persbericht stelt de EC voor om gezamenlijk gas in te kopen, prijsbeperkende mechanismen op de TTF-gasbeurs in te voeren, nieuwe maatregelen te nemen inzake transparant infrastructuurgebruik en solidariteit tussen de lidstaten, en de vraag naar gas voortdurend te verminderen. De prijsbeperkende mechanismen omvatten een prijscorrectiemechanisme om een dynamische prijslimiet vast te stellen voor transacties op de TTF-gasbeurs, en een tijdelijke bandbreedte om extreme prijspieken op derivatenmarkten te voorkomen. Ook is de EC voornemens om uiterlijk in maart 2023 een nieuwe LNG-prijsbenchmark op te richten.
Henry Hub verwachtingen
De Henry Hub-prijzen hebben in de afgelopen 1,5 jaar sterke steun gevonden, in lijn met andere aardgashubs. Hoewel het absolute prijsniveau ruim onder het prijsniveau van bijvoorbeeld TTF en Japan Korea LNG (JK LNG) blijft, zijn de Henry Hub-prijzen gestegen tot ongewone niveaus voor de tijd van het jaar. In het verleden werden de prijzen tijdelijk sterk ondersteund door een koudegolf midden in het winterseizoen. In 2021, maar zeker in 2022 zijn de prijzen echter het hele jaar door hoog gebleven. De sterke stijging van de Amerikaanse gasexport, maar ook een toename van de vraag naar gas voor elektriciteitsopwekking worden gezien als de belangrijkste redenen.
Waar de Amerikaanse gasproductie in de jaren tot eind 2019 in de lift zat, stokt de productiegroei sindsdien. Veel Amerikaans gas wordt geproduceerd als geassocieerd gas, samen met ruwe olie. Sinds de laatste jaren stagneerden de investeringen in de olie- en gasproductie als gevolg van verschillende redenen (zoals gebrek aan arbeidskracht, wetgeving en focus op cashflowmanagement). Daardoor groeide het aanbod van Amerikaans gas nauwelijks meer. Tegelijkertijd veroorzaakten meer export en meer vraag een krapte op de Amerikaanse markt, die zich dus vertaalt in hogere prijzen.
OPEC+ heeft besloten de olieproductie te verminderen
Onlangs hebben de leden van OPEC+ besloten hun ruwe productie met 2 miljoen vaten per dag (mv/d) te verminderen. Aangezien veel producenten echter sowieso niet aan hun quota konden voldoen, zal de netto productieverlaging waarschijnlijk veel kleiner zijn. De Saudische minister van Energie zinspeelde op een netto productieverlaging van ongeveer 1,1 mv/d, terwijl berekeningen van Bloomberg eerder wijzen op een netto productieverlaging van 800.000 vaten per dag. De productieverlaging zou volgens OPEC+ gerechtvaardigd zijn door de lagere vraag in tijden van economische vertraging. Een boodschap die reeds door het Internationaal Energie Agentschap (IEA) werd verkondigd door in zijn Oil Market Report van september te stellen dat de wereldwijde vraag naar olie is verslechterd. Toch verwacht het IEA een netto groei van de vraag naar olie van +2 mv/d in 2022 en zelfs +2,1 mv/d in 2023.
De aangekondigde productieverlaging, die in november ingaat, leidde tot een felle reactie van de VS. Terwijl de Amerikaanse president Biden afgelopen juli nog in Saoedi-Arabië was om te pleiten voor een hogere olieproductie om de prijzen van olie en olieproducten te verlagen, heeft OPEC+ (geleid door Saoedi-Arabië en Rusland) besloten met een tegengestelde beweging te komen. Dit besluit leidde tot toenemende spanningen tussen de VS en Saudi-Arabië. Amerikaanse functionarissen keuren het besluit om de productie te verlagen af terwijl de olieprijzen rond de 90 dollar per vat noteren. Daarmee zou OPEC+, en de Saoedi’s, de mondiale – en daarmee ook de Amerikaanse – economie onnodig schaden. In antwoord hierop wezen de Saoedi's op het gebrek aan investeringen in de olie- en gasproductie in de VS dat mede het gevolg is van overheidsbeleid. Iets dat opvallend is aangezien de Biden regering juist van mening is dat de olieprijzen - en dus de benzineprijzen - te hoog zijn.
Daling olieprijzen kwam tot stilstand...
Voorafgaand aan de OPEC+ vergadering deed het gerucht al de ronde dat de productieniveaus mogelijk zouden worden verlaagd. Dit gaf steun aan de olieprijzen. In de weken voorafgaand aan de vergadering werden de olieprijzen echter lager gedrukt, vooral door de vrees voor een recessie. En hoewel een tragere economische groei zich vertaalt in een daling van de vraag naar ruwe olie, weerspiegelt dit niet de daling van de olieprijzen van de afgelopen weken. In maart van dit jaar lag de Brent-olieprijs nog net onder de 130 USD/vat en in juni lag hij nog boven de 120 USD/vat. Als gevolg van de recessievrees werden de prijzen in september echter richting de 80 USD/vat geduwd. Met andere woorden, de prijzen waren te laag gedrukt. Het zou goed kunnen dat er nogal wat handelaren zaten te wachten op een koopsignaal. Iets dat OPEC+ - en Rusland in het bijzonder - zou toejuichen, hoewel de OPEC altijd aangeeft dat zij streeft naar evenwicht op de markten en niet stuurt op olieprijsniveaus.
... maar nieuwe prijsstijgingen door een gebrek aan aanbodgroei kan niet worden uitgesloten
Zoals aangegeven verwacht het IEA dat de wereldwijde vraag naar olie in 2023 sterk zal blijven, zelfs ondanks een economische vertraging. Dit komt overeen met het feit dat de prijselasticiteit voor olie en olieproducten relatief laag is. Maar om aan een aanhoudende stijging van de vraag naar olie te voldoen, moet het aanbod volgen. Aangezien de OPEC+ in september 3,6 mv/d te weinig heeft geleverd, kan de krapte op de markten groter zijn dan de krantenkoppen doen vermoeden. Bovendien zal de Russische olie-export blijven dalen. En hoewel deze daling hoogstwaarschijnlijk niet zo sterk zal zijn als een Europees olieverbod doet vermoeden door de omlegging van de wereldwijde oliehandel, zal het totale aanbod onder druk blijven staan. Andere OPEC-leden hebben slechts een beperkte reserveproductiecapaciteit, en de Amerikaanse productie is al maanden stabiel en zal naar verwachting niet genoeg groeien om de wereldwijde groei van de vraag in evenwicht te brengen. Met andere woorden, de oliemarkten zullen nog krapper worden dan ze nu al zijn. Deze fundamentele vooruitzichten komen overeen met een vooruitzicht van gestaag stijgende olieprijzen gedurende de looptijd van de vooruitzichten en komen tot uiting in de vooruitzichten voor de olieprijzen (basisscenario) in onderstaande tabel.
Raffinagecapaciteit en effect op de prijzen van olieproducten
In overeenstemming met de hogere olieprijzen zullen naar verwachting ook de prijzen van olieproducten sterk blijven. Vooral in Europa is de raffinagecapaciteit de afgelopen jaren verminderd. Hoewel de capaciteit in andere regio's is uitgebreid, vooral in China en het Midden-Oosten, betekent dit niet dat de lagere lokale capaciteit in Europa in gelijke mate wordt verhandeld met de hogere invoer. In feite produceert China uitsluitend voor de lokale markt. En door het verbod op de Russische export worden ook de olieproducten getroffen, waardoor de krapte op bijvoorbeeld de dieselmarkt toeneemt omdat deze niet volledig kan worden vervangen door invoer uit het Midden-Oosten.