Nederland heeft ambitieuze doelstellingen ten aanzien van CO2-reductie. Het opbouwen van zonne-energie opwekcapaciteit speelt daarbij een belangrijke rol. Zonnepanelen op woningen wekken 40% van de zonne-energie op. De salderingsregeling heeft de kleinschalig opwek van zonne-energie gestimuleerd. De regering wil de salderingsregeling de komende jaren geleidelijk uitfaseren. Dit kan nadelige gevolgen hebben voor de kleinschalige opwek van zonne-energie. Thuisbatterijen en de inzet van elektrische auto’s kan echter uitkomst bieden.
Nederland heeft als doel de uitstoot van CO2 in 2030 met minimaal 55% te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990 en in 2050 volledig terug te dringen. Daarvoor is het noodzakelijk dat het aandeel van hernieuwbare energie stijgt. Naast wind op land, wind op zee en biomassa is zonne-energie een belangrijke bron van hernieuwbare energie. Voor zonne-energie zijn zonnepanelen nodig en een omvormer. Een omvormer zet de via zonnepanelen opgewekte gelijkstroom om in bruikbare wisselstroom voor het huishouden. De energie stroomt via deze weg het elektriciteitsnet van het huis binnen. Het opwekken van zonne-energie wordt ook wel zon-PV genoemd.
Doelstelling zon-PV
De doelen voor hernieuwbare energie (op zee en op land) was in het in 2019 door bedrijven en overheid getekende Klimaatakkoord 84 Terawatt Hour (TWh). De doelstelling van wind op zee is 49 TWh en voor wind en zon op land 35 TWh. Dit doel is in het regeerakkoord van 2021 naar boven bijgesteld naar 120 TWh. In 2021 was het aandeel van hernieuwbare elektriciteit in het totale elektriciteitsverbruik 33,8% van de 121,8 TWh en dit komt neer op 41,2 TWh.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat inspanningen van decentrale overheden die leiden tot meer dan de ingeschatte productie van 7 TWh kleinschalig zon (zoals lokale stimuleringsregelingen) meetellen voor de opgave om tot 55% reductie te komen. De Minister voor Klimaat en Energie heeft in een brief aan de Tweede Kamer (zonnebrief 20 mei 2022) aangegeven dat vanwege de aangescherpte CO2-reductiedoelstelling van 55% de doelstelling van 35 TWh hernieuwbare elektriciteitsproductie op land te gaan herijken (zon en wind).
Kleinschalig opwekken van zonne-energie
Zonne-energie kan worden opgewekt in kleinschalige projecten met salderingsregeling, grote projecten die geen subsidie ontvangen uit de SDE(++)-regeling, en grote projecten die wel subsidie krijgen uit SDE(++)-regeling, waarbij SDE staat voor stimuleringsregeling duurzame energieproductie.
De salderingsregeling is in 2004 ingesteld om investeringen in zonnepanelen door kleinverbruikers te stimuleren. De elektriciteit die eigenaren van zonnepanelen niet direct zelf gebruiken, leveren ze terug aan het energienet. Deze elektriciteit mogen ze - gemeten over een kalenderjaar – wegstrepen (oftewel salderen) tegen de elektriciteit die ze inkopen. Door de salderingsregeling is de vergoeding voor de aan de leverancier teruggeleverde elektriciteit even hoog als de prijs die de kleinverbruiker betaalt voor de elektriciteit die hij bij de leverancier afneemt. Daarnaast worden er geen leveringskosten, belastingen en opslag voor duurzame energie betaald over de terug geleverde elektriciteit.
In 2021 was het aandeel van zonne-energie in het totale elektriciteitsverbruik 9,3%. In totaal werd 14.418 MegaWattpiek (MWp) aan zon-PV vermogen opgewekt. Daarvan was 5.810 MWp afkomstig van kleinschalig projecten (kleiner dan 15 KWp) met salderingsregeling en andere regelingen. Dat is ongeveer goed voor circa 4,7 TWh in 2030. Het klimaatakkoord gaat ervan uit dat de productie van kleinschalig zon-PV zal groeien naar 7 TWh in 2030. In de afgelopen twee jaar nam dit toe met circa 1.100 à 1.200 MWp per jaar (ongeveer 1 TWh). Dit moet nog herijkt worden naar het regeerakkoord van 2021 waar de doelstelling van CO2 reductie verhoogd is van 49% naar tenminste 55%.
Het merendeel van via kleinschalige projecten opgewekte zonne-energie komt van zonnepanelen op woningen (96%). Het aantal woningen met zonnepanelen groeit hard. Eind 2022 hadden 2 miljoen woningen zonnepanelen tegen 1,5 miljoen in 2021. In 2021 had 35% van de koopwoningen en 16% van de sociale huurwoningen zonnepanelen.
Het gemiddelde maximale vermogen per zonnepaneel is momenteel 400 Wp. Er zijn echter ook zonnepanelen van 500 Wp, al zijn deze vaak duurder en groter, waardoor er minder op een dak kunnen. Een zonnepaneel van 400 Wp levert ongeveer 340 kWh per jaar op. De omrekenfactor van 0,85 is gebaseerd op het aantal zonuren en lichtintensiteit.
Afbouwsalderingsregeling
Op 17 januari had de tweede kamer een plenaire sessie over het voorstel van minister Jetten om de salderingsregeling vanaf 2025 uit te faseren. Eerder was het idee om de ruimte om te salderen vanaf 2023 te verlagen. Dit wordt nu 2025. Vanaf 2025 zou nog maar 64% van de teruggeleverde stroom mogen worden gesaldeerd (zie grafiek hieronder). Over het deel dat niet gesaldeerd wordt, moet voortaan energiebelasting en leveringskosten worden betaald. Na 2025 gaat de ruimte om te salderen verder omlaag tot uiteindelijk nihil in 2031. De verlaging van het salderingspercentage naar 64% in 2025 betekent voor huishoudens die 2.000 kWh terugleveren nog maar 1.280 kWh mogen salderen. Over het restant van de teruglevering van 720 kWh ontvang zij een vergoeding van de leverancier waar zij energiebelasting over verschuldigd zijn.
Wat zijn de redenen om saldering af te bouwen
De salderingsregeling heeft ervoor gezorgd dat zonnepanelen op woningen en de productie van kleinschalige zonne-energie aanzienlijk zijn gestegen. Toch wil de minister de salderingsregeling afbouwen. Daarvoor voert hij de volgende redenen aan. Ten eerste de sterke afname van de terugverdientijd. Een TNO analyse laat zien dat de terugverdientijd van 10 zonnepanelen die in 2022 zijn aangeschaft nog maar 5 jaar is. Mocht saldering worden afgebouwd conform het voorstel, dan zal de terugverdientijd naar ongeveer 7 jaar stijgen. Er wordt hierbij uitgegaan van investeringskosten van gemiddeld EUR 1,20 per Wp. Deze Wp prijs ligt op dit moment op EUR 1,85, een aanzienlijke stijging. Dit zorgt waarschijnlijk al voor een langere terugverdientijd. Maar de huidige hoge energieprijzen maken zonnepanelen weer aantrekkelijk.
Ten tweede worden kleinverbruikers door de salderingsregeling niet gestimuleerd om de eigen opgewekte zonne-energie te gebruiken of op te slaan. Door de groei van hernieuwbaar opgewekte stroom schommelt het aanbod van stroom gedurende de dag sterk, met een piek gedurende het begin van de middag. Door het omvangrijke aanbod ligt de spotprijs van energie dat moment laag. De huidige salderingsregeling neemt de prikkel weg om apparaten in huis te gebruiken op het moment dat de spotprijs laag is, of om de opgewekte energie in een batterij op te slaan voor gebruik op een later moment. In plaats daarvan wordt er stroom teruggeleverd. Als dat op grote schaal gebeurt, kan het net overbelast raken. Uitbreiding van het net om overbelasting te voorkomen vergt forse investeringen.
Mocht salderen worden afgebouwd, dan zal dit waarschijnlijk resulteren in een daling van de vraag naar zonnepanelen. In de laatste jaren nam het bijgeplaatst vermogen toe met 1.100 tot 1.200 MWp. Door de energiecrisis en de hogere energiekosten is de vraag naar zonnepanelen verdere toegenomen. Door het gebrek van gekwalificeerd personeel is het recent aangeschafte vermogen nog niet volledig bijgeplaatst. Waarschijnlijk zal dit alsnog gebeuren in het eerste half jaar van 2023, zodat het bijgeplaatst vermogen voorlopig nog flink blijft stijgen. Echter zodra de ruimte om te salderen minder wordt, zullen waarschijnlijk minder huishoudens zonnepanelen laten installeren.
Toch zijn er ook nog lichtpuntjes. De overheid zou de aanschaf van thuisbatterijen kunnen stimuleren. Deze zijn op dit moment duur in aanschaf, maar kunnen wel helpen met het voorkomen van piekbelasting op het net. Wat doet een thuisbatterij? De door zonnepanelen opgewekte energie wordt voor een deel verbruikt. Het niet verbruikte deel wordt opgeslagen in de thuisbatterij. Pas zodra de batterij vol is, wordt er stroom teruggeleverd aan het net. De in de thuisbatterij opgeslagen energie kan gebruikt worden als het donker is, of op dagen dat er minder energie kan worden opgewekt. Afhankelijk van de opslagcapaciteit kan met een thuisbatterij één of meerdere dagen worden overbrugd. Helaas zijn thuisbatterijen vooralsnog prijzig in aanschaf. Een mogelijk alternatief is de elektrische auto als tijdelijke opslag te gebruiken. Op dit moment is het nog niet mogelijk om de in een batterij van een elektrische auto opgeladen energie weer te gebruiken voor woningen. Maar de ontwikkelingen gaan heel snel, zodat deze mogelijkheid in zicht komt.
Conclusie
Nederland heeft in het regeerakkoord de doelstellingen voor CO2-reductie en het aandeel hernieuwbare energie in de energiemix naar boven bijgesteld. Zonnepanelen zijn een belangrijke manier om energie op te wekken. Dankzij de salderingsregeling is de kleinschalige opwekking van zonne-energie aanzienlijk gestegen. Kleinschalig opwekken van zonne-energie nam in 2021 circa 40% van alle opgewekte energie door zonnepanelen voor zijn rekening. De salderingsregeling afschalen, wat het kabinet nu wil, kan een rem zetten op de uitbreiding van kleinschalig zonne-energie opwekken. Daardoor kan het moeilijker worden om de klimaatdoelstellingen te halen. Alternatief kan zijn de wijziging gepaard te laten gaan met stimuleringsmaatregelen voor thuisbatterijen en het gebruik van elektrische auto als thuisbatterij, zodat de groei van de opwek van zonne-energie uit kleinschalige projecten door kan gaan.
Dit artikel maakt deel uit van de SustainaWeekly van 23 januari 2023