Loongroei buitenom de CAO houdt aan
Ook in het eerste kwartaal van 2022 was er veel loongroei buitenom de bekende cao-loongroei. De meeste analyses en verslaggeving rondom loongroei richten zich op de cao-loongroei. Dit gaat dan om de afgesproken cao-lonen (de AWVN-reeks), of de daadwerkelijk uitbetaalde cao-lonen (de CBS-reeks). De loonontwikkeling bestaat echter uit meer componenten dan alleen het cao-loon. Mensen kunnen meer of minder uren gaan werken, promoties of demoties krijgen, de arbeidsmarkt betreden of verlaten, enzovoort. Samen met componenten als deze vormt de cao-loongroei de bruto-loongroei. De vraag is daarom: hoeveel is er in Nederland in totaal aan brutoloon verdiend ten opzichte van vorig jaar?
De brutoloongroei was de afgelopen jaren meestal lager dan de cao-loongroei, met name door de op de arbeidsmarkt. Sinds de coronacrisis is dat veranderd. De incidentele loongroei (het verschil tussen brutoloon en cao-loon) is nu positief. Wij denken dat de brutoloongroei hoger ligt dan de cao-loongroei door een combinatie van factoren. Ten eerste is er minder flexwerk dan vóór corona. Ten tweede kiezen mensen in reactie op de arbeidsmarktkrapte ervoor om de arbeidsmarkt te betreden en meer uren te werken. Een mogelijke derde factor vanaf het derde kwartaal van 2021 is dat werknemers de arbeidsmarkt betreden en meer uren werken in reactie op de hoge inflatie.
Op basis van onze geanonimiseerde transactiedata denken we dat het incidenteel loon - het verschil tussen de bruto- en de CAO-loongroei - al drie kwartalen zo’n 1,3 procentpunt bedraagt. Dit is het verschil met de daadwerkelijk uitbetaalde cao-lonen (de CBS-reeks). Het is de vraag of deze incidentele loongroei positief blijft. Meer uren werken of arbeidsmarktintreders zijn immers uitputtelijke bronnen van arbeid: de werkweek duurt 40 uur en de werkloosheid kan niet lager zijn dan 0%. Anderzijds komt er een hervorming van de arbeidsmarkt aan, waardoor waarschijnlijk een deel van het laagbetaalde flexwerk verdwijnt. Dat zal een stimulans zijn voor het incidenteel loon. (Piet Rietman).