In deze publicatie beantwoorden wij de vraag hoe de weg van de Nederlandse economie en haar sectoren naar het ultieme 2050-klimaatneutrale doel eruit zou kunnen zien. Met name kijken we hier naar de impact die alle koolstofarme technologieën kunnen hebben op de vermindering van de broeikasgassen voor 21 sectoren in onze zogenoemde Sector Technology Pathways richting 2050. Welke sectoren zijn de zwaargewichten in de transitie, waar is het verminderen van broeikasgassen een grotere uitdaging en welke knelpunten komen we op de weg naar 2050 tegen?
De invloed van koolstofarme technologieën op de broeikasemissies van het bedrijfsleven op de klimaatdoelen richting 2030 en 2050 staat in deze publicatie centraal
We richten ons met name op koolstofarme technologieën in 21 sectoren en schetsen emissiereductiescenario's per sector
Voor elk van de 21 sectoren - die meer dan 75% van alle emissies vertegenwoordigen - hebben we drie emissiescenario's: een basisscenario en een passief en proactief traject
Voor een schatting van het emissiereductiepotentieel voor elke sector maken we gebruik van de technologische gereedheid van de koolstofarme technologieën
Belangrijke koolstofarme technologieën zijn energie-efficiëntiemaatregelen, elektrificatie, productie van hernieuwbare energie, grondstoffensubstitutie en isolatie van gebouwen
Met de beschikbare technologieën voor het koolstofarm maken van de economie zou de doelstelling voor 2030 haalbaar kunnen zijn als bedrijven in sectoren met de beschikbare koolstofarme technologieën aan de slag gaan
In ons basisscenario, dat uitgaat van een minder proactieve aanpak en het bestaan van verschillende knelpunten, zou een groot aantal sectoren echter tekortschieten
Knelpunten zijn onder andere de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel en kritieke materialen, maar ook de kosten en beschikbaarheid van financiering voor de overgang
In de zeer energie-intensieve Nederlandse industrieën, zoals voedingsmiddelen, aardolie en basismetalen, is de uitdaging nog relatief groot
In transportsectoren en in water- en afvalbeheer is het aantal radicale koolstofarme technologieën minder of zijn de voorwaarden en eisen voor de technologie om door te breken minder beschikbaar of is het overheidsbeleid minder streng of transparant
Het succes van klimaatmaatregelen die op de korte termijn - tot 2030 – worden genomen, gaat het pad naar 2050 grotendeels bepalen
Uit onze analyse blijkt dat bedrijven in veel sectoren vaak ruimschoots voldoende mogelijkheden hebben om hun BKG-emissies te verminderen. Soms is dit het ‘laaghangende fruit’ en relatief eenvoudig om te implementeren. Maar vaak zijn het ook complexe aanpassingen in processen. Decarboniseren is daarmee altijd maatwerk. We beginnen deze publicatie met een inleiding op ons raamwerk en onze scenario's, waarna we dieper ingaan op de belangrijkste conclusie. Tot slot presenteren we de sectorverdieping voor 21 sectoren en de impact van koolstofarme technologieën op de BKG-emissies.
Afstand tot klimaatdoelen in sectoren
Veel sectoren beschikken over genoeg koolstofarme technologieën om tussen nu en 2030 flinke BKG-emissiereducties te realiseren. Maar ondanks de huidige ruime beschikbaarheid van de technologieën, blijft het vaak nog zoeken naar de doorbraaktechnologieën. Deze doorbraaktechnologieën moeten het pad tussen 2030 en 2050 helpen te vereffenen.
Uit onze analyse blijkt – op basis van het basisscenario – dat een merendeel van de sectoren in de Nederlandse economie het klimaatneutrale doel mogelijk niet gaat halen. Daarvoor zijn de eerder genoemde uitdagingen en obstakels te groot. Sommige sectoren komen echter in de buurt van het 2050-doel en een viertal sector zijn in staat om klimaatneutraliteit voor 2050 te realiseren. De voorhoede is de papierindustrie, de bouwmaterialenindustrie, de elektro-industrie en de elektriciteitssector.
In het doel om klimaatneutraliteit te bereiken in 2050 voor de hele Nederlandse economie heeft de elektriciteitssector een voortrekkersrol. Het is immers relatief eenvoudig om de elektriciteitssector te decarboniseren dan om alle fossiele brandstoffen in andere sectoren uit te faseren. Het Klimaatfonds houdt hiermee rekening. Door deze sector te subsidiëren met de bouw van nieuwe kerncentrales en koolstofarme gasgestookte centrales (dus inclusief afvang en opslag van kooldioxide (CCS)) kan de BKG-emissiereductie in andere sectoren eerder worden bereikt.
Afstand tot 2030-klimaatdoel
Met de huidige BKG-emissie- reductietechnologieën liggen de klimaatdoelen voor 2030 binnen handbereik voor de Nederlandse industrie. Dit is een ander verhaal in andere sectoren, zoals in het vervoer of bij waterbedrijven & afvalbeheer. Dit is duidelijk te zien in de bovenstaande figuur, waar deze sectoren een donkerrode indicatie hebben, wat aangeeft dat de afstand en afwijking van de trendlijn nog steeds erg ver is. Daar ligt het aantal radicale technologieën om de BKG te verminderen lager of zijn de middelen niet beschikbaar om de technologie te laten doorbreken. Zo is elektrificatie in de vervoerssector de heilige graal voor een klimaatneutrale toekomst, maar is de penetratie ervan ontoereikend tot dusver om het gestelde 2030-doel te kunnen halen.
De hiernavolgende twee figuren hebben elk hetzelfde uitgangspunt. Ze geven de afstand van de verschillende sectoren weer tot aan het 2030-doel. Voor de eenvoud en vergelijkbaarheid hebben we die hier gesteld op 55% van het BKG-emissieniveau van 1990 (het EU-doel) voor alle sectoren. Er zijn natuurlijk sectoren met andere klimaatambities naar 2030. De beide figuren hebben ook identieke assen om de vergelijkbaarheid verder te vergroten. In de linker figuur staat de industrie met haar subsectoren weergegeven, terwijl in de rechter figuur de andere Nederlandse sectoren zijn opgenomen. Direct valt op dat het 2030-doel voor de industrie en haar subsectoren geen onoverbrugbare kloof is. Sommige industriële subsectoren staan relatief gezien nog op achterstand, maar de sterkere afname in BKG-emissies is realiseerbaar met de beschikbare decarbonisatietechnologieën. In de niet-industriële sectoren (rechter figuur) is de afstand naar het 2030-doel nog een hele uitdaging, vooral voor de vervoerssector en de waterbedrijven en afvalbeheer.
Een toename van de bedrijfsinvesteringen in koolstofarme industriële technologieën blijft voorlopig een voorwaarde om de BKG-emissie reductiedoelen te bereiken. Overheidsbeleid gaat de komende jaren helpen om die investeringen aan te jagen. Om de BKG-emissies van de grote bedrijven binnen sectoren kosteneffectief te verminderen heeft de EU de emissiehandel (EU ETS) als beleidsmaatregel tot haar beschikking. Dit is een krachtig instrument en aanjager ven verduurzaming. Binnen dit handelsinstrument – waarbij emissierechten worden verhandeld die recht geven om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uit te stoten – is een steeds lager wordend plafond van emissierechten beschikbaar. Dit is de totale toelaatbare CO2-uitstoot. De hoogte van het emissieplafond wordt aangepast als de EU haar doelstellingen bijstelt. Dit plafond gaat in de toekomst geleidelijk omlaag, waardoor het aantal beschikbare rechten in de tijd afneemt. Indien de sectoren niet tijdig verduurzamen zal het aantal rechten steeds schaarser worden waardoor de prijs van CO2 stijgt. Hierdoor worden bedrijven gestimuleerd om meer te investeren in BKG-emissiereductie, waardoor uiteindelijk de totale uitstoot daalt. Richting 2030 worden veel sectoren die onder het EU-ETS systeem vallen geconfronteerd met een snellere afname van het aantal emissievrije rechten. Sommige sectoren hebben voor 2030 al te maken met een sterke vermindering hierin, maar ook na 2030 gaat de afbouw verder.
Download de publicatie in PDF voor meer analyse, zoals specifieke koolstofarme technologieen voor bedrijven in sectoren en obstakels in de transitie richting 2050.
Sectorverdieping
In dit deel van de publicatie (download PDF) richten we ons op koolstofarme technologieën, trends en indicatoren in 21 sectoren in de Nederlandse economie. In de verschillende scenario's berekenen en schatten we de potentiële impact van koolstofarme technologieën op de broeikasgasemissies in de toekomst.
De volgende sectoren komen achtereenvolgens aan de orde:
Voedings- & genotsmiddelenindustrie
Rubber- & kunststofproductenindustrie
Elektrische apparaten & elektrotechnische industrie
Transportmiddelenindustrie
Waterbedrijven & afvalbeheer
Zakelijke dienstverlening