Vooruitblik Duitse verkiezingen: 'Grote Coalitie' meest waarschijnlijk
Dit is het eerste stuk over de Duitse verkiezingen in een reeks artikelen tot aan de Bondsdagverkiezingen in februari. In dit eerste stuk zullen we ingaan op de peilingen en mogelijke coalitie-uitkomsten. In het tweede stuk zullen we de staat van de economie en de Bund-markt bespreken. Na de verkiezingen publiceren we een analyse van de verkiezingsresultaten en de toekomstige implicaties daarvan.
Op 23 februari worden in Duitsland parlementsverkiezingen gehouden. Volgens de peilingen zullen CDU/CSU (Union) en AfD zetels winnen, terwijl SPD, de Groenen, Die Linke en FDP naar verwachting zetels verliezen. De Union leidt in de peilingen, met de AfD op de tweede plaats. Een coalitie tussen deze partijen is echter niet haalbaar. De meeste partijen, waaronder Union, weigeren met de AfD te regeren vanwege de extreme standpunten van deze partij.
De meest waarschijnlijke coalitie is Union met SPD, aangezien CSU-leider Markus Söder liever niet met de Groenen wil samenwerken. Gezien de gespannen relatie tussen Union en SPD is de kans op significante hervormingen klein. Toch is de kans groot dat de zogenaamde schuldenrem wordt versoepeld in een vernieuwde 'Grote Coalitie'. SPD heeft hier al lang voor gepleit en gezien de uitspraken van Union-leider Friedrich Merz steunt de Union dit nu ook.
Versoepeling van de schuldenrem maakt extra investeringen door de Duitse overheid mogelijk. Deze zijn dringend nodig, aangezien de Duitse economie snakt naar verbeteringen in fysieke en digitale infrastructuur. Het versoepelen van de schuldenrem opent ook de deur naar implementatie van de voorstellen uit het Draghi-rapport, dat pleit voor verdere Europese integratie en hogere investeringen in energietransitie, innovatie en defensie.
Idealiter zou de extra financiële ruimte die wordt gecreëerd door het versoepelen van de schuldenrem worden gebruikt om de economie te moderniseren. Innovatieve ideeën ontbreken echter in de verschillende partijprogramma's. Hoewel er wordt gesproken over het verminderen van bureaucratie, ontbreekt een concrete visie. Als de nieuwe coalitie ook onstabiel blijkt, bestaat het gevaar dat economische onzekerheid aanhoudt, de steun voor de AfD blijft groeien, en het nog moeilijk wordt om de AfD bij de volgende verkiezingen uit te sluiten.
Reden en belang van deze vervroegde verkiezingen
De Duitse verkiezingen zijn vervroegd van september 2025 naar februari dit jaar. De verschuiving is te wijten aan de val van de regering in november, nadat bondskanselier Olaf Scholz zijn minister van Financiën Christian Lindner had ontslagen. Scholz van de SPD beschuldigde Lindner van de FDP van verraad en beweerde dat hij opzettelijk de val van de regering had nagestreefd. Een belangrijk twistpunt tussen de drie coalitiepartners was de overheidsfinanciën en de vraag of de regering zich aan de zogenaamde schuldenrem moest houden, die budgetdiscipline wettelijk afdwingt. FDP wilde deze behouden, terwijl SPD en de Groenen versoepeling zochten vanwege hogere defensie-uitgaven, steun aan Oekraïne en de ambitie om de economie te moderniseren.
De verkiezingen vinden plaats tegen de achtergrond van een zwakke economie die al twee opeenvolgende jaren is gekrompen en geconfronteerd wordt met stijgende werkloosheid. De dreiging van hogere Amerikaanse invoerheffingen werpt ook een schaduw over de vooruitzichten voor dit jaar. Het probleem is dat de krimp niet cyclisch maar structureel is. De industrie, traditioneel de pijler van de economie, lijdt onder hoge energiekosten, wat investeringen afschrikt. Bovendien lokt de Amerikaanse regering Europese bedrijven naar de VS met de Inflation Reduction Act. Verder staat de concurrentiepositie onder druk nu grote bedrijven struikelen. Zo hebben autofabrikanten lange tijd het belang van elektrische voertuigen onderschat. Duitsland investeert te weinig in digitalisering, wat resulteert in traag internet en stagnerende productiviteitsgroei. Bovendien wijzen verslechterende PISA-scores op problemen in het onderwijs, terwijl de vergrijzing doorgaat en meer ervaren werknemers met pensioen gaan.
Een ander probleem voor Duitsland is dat oude zekerheden zijn verdwenen. Sinds de verkiezing van Trump is veiligheid onder de vertrouwde NAVO-paraplu niet langer vanzelfsprekend. Door de invasie van Rusland in Oekraïne is de Ostpolitik, ooit de hoeksteen van het Duitse buitenlands beleid, losgelaten. Samenwerking met Rusland, een strategische partner door de levering van goedkope olie en gas, is geen optie meer. Ten slotte is China getransformeerd van een afnemer van Duitse producten tot een geduchte concurrent, eerder in windturbines en zonnepanelen, nu ook in elektrische auto's.
Vier maatschappelijke kwesties domineren de Duitse verkiezingen. De belangrijkste kwestie is migratie. Een kwart van de Duitsers heeft nu een migratieachtergrond. De vraag is of Duitsland een open, tolerante samenleving wil blijven. De tweede kwestie is de verdeling van middelen tussen rijk en arm, en jong en oud. De samenleving is heterogener geworden, waardoor de onderlinge solidariteit en de bereidheid om belastingen te betalen ter ondersteuning van het sociale systeem afnemen. De derde kwestie is de positie van Duitsland in de wereld en de rol van Europa. Politici wijten steeds vaker zelf veroorzaakte problemen aan Brussel.
De vierde en laatste kwestie is de rol van de staat en het afnemende vertrouwen in instellingen. Dit laatste verklaart de wens om vast te houden aan de schuldenrem, ondanks twijfels over het economische nut ervan. Het beperkt de capaciteit om economische schokken op te vangen, terwijl monetair beleid, een alternatief voor economisch beheer, in handen is van de ECB. De schuldenrem leidt ook tot uitstel en afstel van publieke investeringen in fysieke en digitale infrastructuur. Dit is politiek gezien gemakkelijker te verkopen dan belastingverhogingen of bezuinigingen op sociale uitgaven. Door lage investeringen is de publieke kapitaalvoorraad kleiner dan in andere eurolanden.
Peilingen wijzen op grote verschuivingen in het kiezerssentiment
In totaal hebben zesenvijftig partijen zich geregistreerd om deel te nemen aan de verkiezingen. Aangezien niet alle partijen mogen deelnemen en er een kiesdrempel van 5% is, zal slechts een fractie het parlement bereiken. Een nieuwe partij kan de Bondsdag betreden: BSW, hoewel het onzeker is of deze partij de 5%-drempel zal overschrijden. Het is ook onduidelijk of FDP en Die Linke de 5%-drempel zullen passeren. Momenteel hebben acht partijen een realistische kans op zetels: AfD, BSW, Union, de Groenen, Die Linke, FDP, en SPD.
Voorzichtigheid is geboden bij het trekken van conclusies over de uiteindelijke verkiezingsuitslag op basis van de huidige peilingen, aangezien Duitse verkiezingen vaak onvoorspelbaar zijn. Zo steeg SPD onverwachts in de peilingen tijdens de verkiezingen van 2021 zonder dat SPD-kandidaat Scholz daarvoor iets hoefde te doen. Zijn tegenstander van de Union, Armin Laschet, verspeelde zijn kansen met een ongelukkige, weinig empathische opmerking over overstromingsslachtoffers in Zuid-Duitsland destijds.
Bovendien kan een klein verschil in de verkiezingsuitslag een grote impact hebben op de uiteindelijke samenstelling van het parlement. Momenteel is het onzeker of drie partijen met kans op een parlementszetel de kiesdrempel van 5% zullen overschrijden. Na een artikel over de val van de regering in het weekblad Die Zeit zakte FDP in de peilingen onder de drempel. Het is ook onzeker of Die Linke, dat ook terrein verliest, en nieuwkomer BSW genoeg stemmen zullen krijgen om het parlement te betreden.
-------------------------------------------------
Box: Het Duitse kiessysteem in het kort - De Bondsrepubliek Duitsland is een constitutionele republiek, waarbij de federale wetgevende macht berust bij de Bondsdag (parlement) en de Bondsraad (het vertegenwoordigend orgaan van de Länder, de deelstaten van Duitsland). Elke vier jaar gaan Duitsers stemmen om de leden van de Bondsdag te kiezen. In theorie zijn er 598 zetels beschikbaar voor verkiezing in de Bondsdag, maar het uiteindelijke aantal zetels kan groter zijn. Het hoofd van de regering, de bondskanselier (Bundeskanzler/in), moet een absolute meerderheid in het parlement behalen om te regeren. Het is echter vrij ongebruikelijk dat één partij de helft van de zetels behaalt. Daarom zijn vaak coalities nodig om een meerderheid te verkrijgen. Wanneer de Duitsers naar de stembus gaan, krijgen ze een stembiljet met twee keuzes: Eén voor de districtsvertegenwoordiger: De eerste stem of "Erststimme" is voor de kiezers om hun favoriete kandidaat te kiezen die hun district in de Bondsdag vertegenwoordigt. Dit kan worden vergeleken met het Amerikaanse stemsysteem waarbij Amerikanen stemmen op een congreslid in hun district. Er zijn 299 districten in Duitsland, die ongeveer de helft van de Bondsdag uitmaken. Zodoende hebben Duitse staten met grotere bevolkingen meer kiesdistricten en mogen ze meer vertegenwoordigers sturen dan de kleinere staten. Eén voor een partij. De tweede stem of "Zweitstimme" gaat naar een politieke partij in plaats van naar een enkele kandidaat. Dit is om de andere helft van de 598 zetels in de Bondsdag van Duitsland op te vullen en bepaalt het percentage dat elke politieke partij in de Bondsdag krijgt. Dit stemsysteem stelt kiezers in staat hun stem over verschillende partijen te verdelen. Bijvoorbeeld, een Duitser kan voor zijn of haar lokale Union-kandidaat stemmen met de eerste stem en voor de FDP-partij stemmen met de tweede stem, om een Union- en FDP-coalitie te ondersteunen. Deze strategie leidt echter vaak tot zogenaamde ‘overhangzetels’.
’Overhang zetels’ - Soms overschrijdt het aantal zetels de 598 omdat een partij meer directe Bondsdagzetels kan krijgen via de eerste stem dan via de partijstem. Aangezien elke kandidaat die een district wint een zetel gegarandeerd is, zijn die extra zetels of ‘overhangzetels’ er om ervoor te zorgen dat elke kandidaat die direct is gekozen een zetel krijgt, terwijl de politieke partijen nog steeds proportioneel vertegenwoordigd zijn in de Bondsdag. Het is in de eerste plaats de Union die veel populaire en uiteindelijk succesvolle kandidaten levert. Hierdoor zijn er momenteel 733 zetels in de Bondsdag.
De 5 procent drempel - Om de Bondsdag binnen te komen, moet een partij minstens 5 procent van de tweede stem winnen. Dit systeem is ingevoerd om te voorkomen dat kleinere splinterpartijen het parlement binnenkomen. Momenteel zijn er zes partijen vertegenwoordigd in de Bondsdag: Union (de Union), SPD, de liberale FDP, de Linkse partij (die Linke), de Groenen en de extreemrechtse partij AfD.
-------------------------------------------------
Volgens de laatste resultaten leidt de Union met een peilingaandeel variërend van 26 tot 31 procent, gevolgd door AfD (18% tot 22%). Beide partijen winnen terrein vergeleken met de vorige verkiezingen. Alle andere partijen die momenteel in het parlement zitten verliezen terrein: SPD (14% tot 19%), de Groenen (12% tot 16%), FDP (4% tot 7%) en Die Linke (3% tot 5%). Nieuwkomer BSW scoort 4% tot 7% in de peilingen.
Mogelijke coalities
Geen van de partijen kan een absolute meerderheid behalen, wat betekent dat er een coalitie gevormd moet worden, zoals gebruikelijk is in het naoorlogse Duitsland. De exacte samenstelling van deze coalitie is nog onduidelijk. Hoewel de standpunten van de partijen verschillen, zijn de meeste partijen het over één ding eens: ze willen niet regeren met de AfD vanwege de radicale opvattingen van de partij die indruisen tegen de rechtsstaat en democratie.
Op basis van de huidige peilingen is een herhaling van de 'Grote Coalitie' tussen Union en SPD het meest waarschijnlijk. Een combinatie van Union en de Groenen zou ook op papier een meerderheid opleveren. Echter, CSU-leider Markus Söder heeft aangegeven de voorkeur te geven niet met de Groenen samen te werken, hoewel hij zijn bezwaren mogelijk opzijzet als FDP zich aansluit.
De 'Grote Coalitie' kan theoretisch ook nog worden aangevuld met FDP, waarvan het partijprogramma het meest overeenkomt met dat van Union. Dit is echter niet erg waarschijnlijk. Ten eerste omdat FDP eerst de kiesdrempel moet overschrijden. Ten tweede omdat Olaf Scholz mogelijk terughoudend is om opnieuw een kabinet met Christian Lindner te vormen. Omgekeerd is Union mogelijk niet enthousiast over het uitbreiden van de 'Grote Coalitie' met Die Linke of BSW.
Wat te verwachten?
Gezien de programma's zijn 1) Union en FDP, 2) SPD en de Groenen, en 3) AfD en BSW het meest op elkaar afgestemd. Echter, geen van deze combinaties kan op basis van de peilingen een meerderheid behalen, waardoor een herhaling van de 'Grote Coalitie', zoals we hebben opgemerkt, de meest waarschijnlijke uitkomst is. Het voordeel is dat deze coalitie kan rekenen op een comfortabele meerderheid in het parlement, waardoor maatregelen relatief eenvoudig kunnen worden aangenomen.
Een maatregel op de agenda voor de volgende regering is aanpassing van de schuldenrem. Union is hier niet voor, maar haar houding verschuift. Ook de wens van de SPD voor aanpassing is toegenomen. In een 'Grote Coalitie' is er ruimte om de scherpste randen te verzachten, bijvoorbeeld door uitzonderingen op te nemen voor investeringen, defensie of klimaatbeleid. Meer ruimte hiervoor helpt bij het aanpakken van economische problemen en biedt mogelijkheden om een constructieve rol in Europa te spelen en het beleid van Mario Draghi te initiëren. Het verbeteren van de Europese veiligheid en het versterken van de gemeenschappelijke defensie zijn hoge prioriteiten.
Tegelijkertijd moeten we opmerken dat de partijprogramma's van de Union en SPD weinig overlap hebben, en waar dat wel het geval is, ambitieuze doelen missen. Dit betekent dat er weinig verregaande structurele hervormingen worden verwacht, hoewel deze noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld bij het hervormen van de inefficiënte bankensector, het herzien van de onhoudbare gezondheidszorg- en pensioensystemen, en het verbeteren van het onderwijs. De plannen voor bedrijven en gezinnen zijn gericht op het behouden van wat er is in plaats van ruimte maken voor wat zou kunnen zijn.
Als belangrijke keuzes worden uitgesteld, kan onzekerheid voortduren, waarbij bedrijven en gezinnen stilzitten. Dit zou resulteren in een economie die blijft haperen, wat een ideale voedingsbodem creëert voor groeiende onvrede, een situatie waarin de AfD zou gedijen. Dat zou kunnen betekenen dat de AfD goed zou kunnen scoren bij de volgende verkiezingen en moeilijk uit te sluiten zal zijn van regeringsdeelname tegen 2029.
------------------------------------------------
Box: De voors en tegens van de schuldenrem en mogelijke aanpassingen - De schuldenrem ligt de laatste tijd onder vuur. De schuldenrem, die in 2009 werd ingevoerd om de Duitse overheidsfinanciën te herstellen, beperkt het federale overheidstekort tot 0,35% van het BBP en voorkomt dat Duitse regio's begrotingstekorten oplopen. Tijdens een cyclische neergang kan er extra schuld worden aangegaan, die moet worden terugbetaald wanneer de economische situatie verbetert. De schuldenrem is verankerd in de Duitse grondwet. Een permanente wijziging of volledige afschaffing van de schuldenrem vereist een twee derde meerderheid van de stemmen in de Bondsdag. Een tijdelijke opschorting is mogelijk in een noodsituatie. Het vaststellen van een dergelijke situatie vereist een eenvoudige meerderheid in de Bondsdag. In 2020 bijvoorbeeld, werd de schuldenrem opgeschort om de kosten van de pandemie aan te pakken. Echter, in 2023 oordeelde het Constitutionele Hof, op verzoek van Union, dat de beslissing van de regering in 2021 om 60 miljard euro aan ongebruikte middelen aan het Klimaat- en Transformatiefonds toe te wijzen, ongrondwettelijk was. Dit leidde tot een intense discussie. Voorstanders beweren dat de schuldenrem een belofte van verantwoordelijk bestuur vertegenwoordigt, waardoor economische stabiliteit wordt bevorderd, particuliere investeringen worden aangemoedigd en de positie van Duitsland in Europa wordt versterkt. Tegenstanders wijzen erop dat het geen onderscheid maakt tussen investerings- en consumptie-uitgaven, dat het de mogelijkheid om op crises te reageren beperkt, en dat door schulden gefinancierde speciale fondsen de ineffectiviteit ervan aantonen. Ze beweren dat de schuldenrem negatieve gevolgen heeft voor politieke stabiliteit, moderniseringsinspanningen en klimaatactie. De aanpassingen die zij bepleiten variëren van het uitsluiten van netto/bruto investeringen, het versterken van de cyclische component door de 0,35% drempel te verhogen of de jaarlijkse vereiste te versoepelen om ruimte te creëren voor stimulansen tijdens recessies, of het vrijstellen van bepaalde uitgavencategorieën, zoals klimaat en defensie.
Bijlage over kandidaten in download