Afzwakking consumptie en verslechterde vooruitzichten ook zichtbaar in het vertrouwen
Het consumentenvertrouwen daalde in november opnieuw en kwam uit op -19, na -10 in oktober. De daling startte in juli van dit jaar en zette sindsdien, op september na, door. Drie oorzaken kunnen de afname verklaren.
Ten eerste was een afname van het vertrouwen te verwachten. Nadat coronamaatregelen in het tweede kwartaal van 2021 afgeschaald werden, liet de particuliere consumptie flinke inhaalgroei zien. Dit was in de maanden mei en juni duidelijk te zien in de vertrouwensindices. Met name de koopbereidheid piekte in juni van 2021. Het was te verwachten dat het optimisme wat met dit inhaaleffect gepaard ging, af zou nemen naarmate het gedrag van consumenten zou normaliseren.
Ten tweede hebben de coronamaatregelen bij eerdere lockdowns ook het consumentenvertrouwen gedrukt. De op 12 november aangekondigde nieuwe maatregelen, die consumenten vanwege het oplopende aantal besmettingen waarschijnlijk al eerder aan zagen komen, hebben een negatief effect op het consumentenvertrouwen. Uit de enquêtevragen blijkt dat consumenten flink pessimistischer zijn geworden over de economische situatie in de komende 12 maanden.
Ten derde zal de toegenomen inflatie zijn weerslag hebben op het humeur van de consumenten. Dit schept onzekerheid over de toekomstige koopkracht. Zowel de koopbereidheid als de deelindicator ‘gunstige tijd voor grote aankopen’ deelden in de malaise en namen af.
De verslechtering van het consumentenvertrouwen en de nieuw aangekondigde maatregelen hebben een flink drukkend effect op de particuliere consumptie. Het virus dwingt ons zelfs bij een hoge vaccinatiegraad tot ingrijpende maatregelen. Het huidige beeld van consumptiekrimp in de komende maanden door de maatregelen en inhaaleffecten in de daarop volgende maanden domineert waarschijnlijk nog een tijd onze consumptieramingen. (Jan-Paul van de Kerke)